26 873
Intrekking van de Wet op de studiefinanciering en vervanging door de Wet studiefinanciering 2000 (Wet studiefinanciering 2000)

nr. 45
AMENDEMENT VAN HET LID EURLINGS

Ontvangen 23 maart 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 2.3 wordt als volgt gewijzigd:

A. In het derde lid wordt «deelnemer» vervangen door: studerende.

B. Het vierde lid komt te luiden:

4. In afwijking van het derde lid behoudt een studerende bij het bereiken van de leeftijd van 30 jaren zijn aanspraak zolang hij zonder onderbreking studiefinanciering geniet.

II

In artikel 3.27, eerste lid, wordt aan onderdeel b toegevoegd «of», wordt in onderdeel c «, of» vervangen door een punt en vervalt onderdeel d.

III

Artikel 5.4 vervalt.

IV

Artikel 5.5, tweede lid, komt te luiden:

2. Het bedrag dat per maand kan worden geleend, bedraagt in afwijking van de artikelen 3.1, derde lid, 3.2, 3.13 en 3.18, naar de maatstaf van 1 januari 2000 680,67. Artikel 3.17 is niet van toepassing.

V

In artikel 10.2, tweede lid, vervalt de laatste volzin.

VI

Artikel 10.4 vervalt.

VII

In artikel 11.1 wordt «5.2, 5.4, 10.3 en 10.4» vervangen door: 5.2, 5,5 en 10.3.

VIII

Artikel 12.9 wordt als volgt gewijzigd:

A. In het opschrift wordt «5.4, tweede lid, 10.3, derde lid, en 10.4, tweede lid» vervangen door: 5.5, tweede lid, en 10.3, derde lid.

B. In het tweede lid wordt «Artikel 5.4» vervangen door: Artikel 5.5.

C. Het vierde lid vervalt.

D. In het vijfde lid wordt «artikelen 5.2, derde lid, 5.4, tweede lid, 10.3, derde lid, en 10.4, tweede lid,» vervangen door: artikelen 5.2, derde lid, 5.5, tweede lid, en 10.3, derde lid.

Toelichting

Dit amendement beoogt studerenden die kort voor hun dertigste levensjaar een studie beginnen de mogelijkheid te geven, deze met behoud van aanspraak op studiefinanciering met succes in één keer af te ronden.

Eurlings

Naar boven