26 873
Intrekking van de Wet op de studiefinanciering en vervanging door de Wet studiefinanciering 2000 (Wet studiefinanciering 2000)

nr. 22
AMENDEMENT VAN HET LID RABBAE

Ontvangen 20 maart 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel 3.14 wordt een lid toegevoegd:

4. Het bedrag van de veronderstelde ouderlijke bijdrage, bedoeld in artikel 3.13, kan van een weigerachtige ouder worden ingevorderd door de ontvanger, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel i, van de Invorderingswet 1990, overeenkomstig de bepalingen van die wet.

Toelichting

Voor studenten met ouders die wel voldoende inkomen hebben, maar die niet bereid zijn de veronderstelde ouderlijke bijdrage te voldoen, is een extra bescherming nodig. De student verkeert in een afhankelijke positie en moet uit oogpunt van toegankelijkheid en rechtvaardigheid gegarandeerd kunnen beschikken over voldoende middelen om een studie in het hoger onderwijs te volgen. Het voorliggende amendement biedt die garantie en biedt tegelijkertijd de zekerheid dat in situaties waar ouders en hun studerende kind (-eren) er samen op een wederzijds bevredigende manier uitkomen geen nodeloze overheidsinterventie plaatsvindt. Bovendien is er op deze manier geen inzet van gemeenschapsmiddelen nodig om weigerachtige ouders van hun verantwoordelijkheid te ontheffen. Tot slot vermijdt deze regeling ingewikkelde en voor betrokkenen zeer belastende procedures.

Rabbae

Naar boven