26 866
Wijziging van de Algemene nabestaandenwet ter ontkoppeling van de vrijwillige verzekering Algemene nabestaandenwet van de vrijwillige verzekering Algemene Ouderdomswet voor gewezen verzekerden ouder dan 65 jaar

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).Iedereen die in Nederland woont is in beginsel verplicht verzekerd voor de volksverzekeringen. Hieronder worden verstaan de verzekering voor de Algemene Ouderdomswet (hierna: de AOW), de Algemene nabestaan- denwet (hierna: de ANW), de Algemene Kinderbijslagwet (hierna: de AKW) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: de AWBZ). Daarnaast is verplicht verzekerd de niet-ingezetene die op grond van zijn in Nederland verrichte werkzaamheden aan de loonbelasting is onderworpen.

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan van de hoofdregel met betrekking tot de verzekering op grond van het ingezetenschap worden afgeweken. Van die mogelijkheid wordt sedert enkele decennia gebruik gemaakt door middel van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen. In dat besluit is de verzekeringspositie van diverse groepen van personen geregeld. Zo zijn enerzijds een aantal groepen – hoewel woonachtig in Nederland – toch uitgesloten van de verzekeringsplicht en anderzijds een aantal groepen – ondanks het feit dat zij buiten ons land wonen – verplicht verzekerd. Tot deze laatste groep behoren onder meer degenen die aldaar een Nederlandse, wettelijke, langlopende uitkering ontvangen. Als de hoogte van die uitkering ten minste gelijk is aan 35% van het wettelijk minimumloon en de uitkeringsgerechtigde geen werkzaamheden in het buitenland verricht of een uitkering ontvangt op grond van een buitenlandse wettelijke regeling, is hij of zij verplicht verzekerd voor de volksverzekeringen (artikel 26, eerste lid, onderdeel d, juncto derde lid, van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999). Deze regeling is in haar huidige vorm op 1 juli 1989 in werking getreden. Aan de verzekeringsplicht van deze groep komt echter met ingang van 1 januari 2000 een einde. Artikel 26 van het Besluit uit-breiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 vervalt namelijk met ingang van die datum.

Het vervallen van deze regeling heeft in het bijzonder gevolgen voor gehuwden of samenwonenden waarvan de oudste partner recht op ouderdomspensioen op grond van de AOW heeft en de jongste van de twee de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt. Met ingang van 1 januari 2000 is deze groep 65-plussers niet langer verplicht verzekerd voor de ANW.

De vrijwillige verzekering ANW biedt voor deze groep geen soelaas omdat op grond van de bestaande regeling er geen mogelijkheid bestaat uitsluitend een vrijwillige ANW-verzekering af te sluiten. Dit kan tot op heden alleen in combinatie met de vrijwillige verzekering AOW. Een alternatief in de vorm van een particuliere verzekering behoort – gezien de leeftijd van de personen waar het hier om gaat – ook niet tot de mogelijkheden. Bovendien zal het wettelijke socialeverzekeringsstelsel van het land waar de belanghebbende woont veelal geen adequate oplossing bieden voor deze situatie.

De regering zal in de loop van het jaar 2000 het bestaande Besluit vrijwillige verzekering AOW en Anw op een aantal punten herzien. In dat kader zal onder meer een ontkoppeling plaats vinden van de vrijwillige AOW-verzekering ten opzichte van de vrijwillige ANW-verzekering. Het is de bedoeling dat degenen die zich in de toekomst vrijwillig willen verzekeren, de mogelijkheid krijgen om te kiezen voor uitsluitend een ANW-verzekering of uitsluitend een AOW-verzekering. Vooruitlopend op deze keuzemogelijkheid wil de regering door middel van het voorliggende wetsontwerp aan verzekeringsplichtige AOW-ers, die op 31 december 1999 met hun partner – jonger dan 65 jaar – in het buitenland wonen, de mogelijkheid geven zich met ingang van 1 januari 2000 vrijwillig te verzekeren voor uitsluitend de ANW. Indien een dergelijke mogelijkheid per die datum zou ontbreken, ontstaat voor deze groep een situatie die de regering onwenselijk acht.

De Sociale Verzekeringsbank heeft in april van dit jaar alle verzekeringsplichtige AOW-gerechtigden die buiten Nederland wonen, aangeschreven en hen op de hoogte gebracht van de op handen zijnde wijziging in hun verzekeringspositie per 1 januari 2000. Bij brief van 15 augustus 1999 zijn zij op de hoogte gebracht van de plannen van de regering om door middel van wetswijziging personen van 65 jaar en ouder de mogelijkheid te geven de ANW-verzekering op vrijwillige basis voort te zetten. In dat verband is hen geadviseerd het meegezonden aanmeldingsformulier vòòr 1 januari 2000 aan het uitvoeringsorgaan ingevuld terug te sturen, zodat het overlijdensrisico, uiteraard onder de voorwaarde dat dit wetsontwerp kracht van wet wordt, vanaf die datum is gedekt. In totaal gaat het om circa 3000 in het buitenland wonende AOW-gerechtigde personen van wie met ingang van 1 januari 2000 de verplichte verzekering eindigt.

2. Artikelsgewijs

Artikel I. Wijziging van de Algemene nabestaandenwet.

In artikel I van deze wet wordt de ontkoppeling van de vrijwillige verzekering ANW en de vrijwillige verzekering AOW gerealiseerd ten aanzien van degene die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet verplicht verzekerd is op grond van artikel 26, eerste lid, onderdeel d, juncto derde lid, van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 (de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 13, derde lid, van de ANW).

De ontkoppeling spitst zich toe op de volgende twee onderdelen.

– Artikel 63, tweede lid, van de ANW, regelt dat één van de onder de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen voorwaarden is, dat tegelijkertijd gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid zich vrijwillig te verzekeren op grond van de AOW. In het voorgestelde artikel 63a van de ANW, wordt op dit onderdeel afgeweken van artikel 63.

– Als gevolg van de koppeling kon de vrijwillige ANW-verzekerde zich uitsluitend verzekeren indien hij jonger was dan 65 jaar. Immers de vrijwillige verzekering voor de AOW ziet uitsluitend op de verzekerbare periode van 15 jaar tot 65 jaar. Het voorgestelde artikel 63a richt zich uitsluitend op degene die ouder is dan 65 jaar, aangezien betrokkene recht moet hebben op een uitkering op grond van de AOW. Betrokkene is vervolgens bevoegd zich vrijwillig te verzekeren over tijdvakken vanaf 1 januari 2000.

Deze bevoegdheid zoals die geformuleerd staat in artikel 63a bestaat tot 1 januari 2001. Vanaf deze datum, maar naar alle verwachting reeds eerder, zal betrokkene zich vrijwillig kunnen verzekeren op grond van een structurele herziening van de vrijwillige verzekering AOW en ANW die naar de mening van de regering medio volgend jaar haar definitieve vorm dient te krijgen. Daartoe beoogt de regering begin komend jaar een wetsvoorstel aan de Tweede kamer te kunnen aanbieden.

Artikel II. Inwerkingtredingsbepaling

De regering acht het wenselijk dat deze wet met ingang van 1 januari 2000 in werking treedt. Mocht onverhoopt de plaatsing van deze wet in het Staatsblad voor deze datum niet haalbaar blijken te zijn, dan is in dit artikel een voorziening getroffen, opdat betrokkenen zich met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2000 vrijwillig kunnen verzekeren. Aangezien de automatiseringssystemen van de Sociale Verzekeringsbank inmiddels millenniumbestendig zijn, voorziet de Sociale Verzekeringsbank geen problemen ten aanzien van de uitvoering van deze wet met ingang van die datum.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Naar boven