Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26866 nr. 1;2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26866 nr. 1;2 |
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Algemene nabestaandenwet ter ontkoppeling van de vrijwillige verzekering Algemene nabestaandenwet van de vrijwillige verzekering Algemene Ouderdomswet voor gewezen verzekerden ouder dan 65 jaar.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is vooruitlopend op een structurele herziening van de vrijwillige verzekering voor de Algemene Ouderdomswet en de Algemene nabestaandenwet, personen ouder dan 65 jaar, die wonen buiten Nederland en na 1 januari 2000 niet langer verplicht verzekerd zijn voor de Algemene nabestaandenwet, de mogelijkheid te bieden zich uitsluitend voor de Algemene nabestaandenwet vrijwillig te verzekeren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE ALGEMENE NABESTAANDENWET
Na artikel 63 van de Algemene nabestaandenwet wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. In afwijking van artikel 63 kan de op 1 januari 2000 gewezen verzekerde zich onder bij of krachtens algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 63, eerste lid, te bepalen voorwaarden, vrijwillig verzekeren, indien hij op 31 december 1999 verplicht verzekerd was op grond van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 13, derde lid, aangezien hij op die datum:
a. buiten Nederland woont en recht heeft op een uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet, die ten minste gelijk is aan 35% van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimum-vakantiebijslag bedoelde bedrag; en
b. niet buiten Nederland arbeid verricht of een uitkering ontvangt krachtens een buitenlandse wettelijke regeling.
2. Ten aanzien van de gewezen verzekerde, bedoeld in het eerste lid, zijn de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 63, eerste lid, te bepalen voorwaarden niet van toepassing, voorzover deze voorwaarden betrekking hebben op het tegelijkertijd gebruik maken van de bevoegdheid zich vrijwillig te verzekeren voor de Algemene Ouderdomswet.
3. De gewezen verzekerde, bedoeld in het eerste lid, geeft voor 1 januari 2001 schriftelijk aan de Bank te kennen de verzekering vrijwillig te willen voortzetten.
4. De bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, blijft bestaan indien de belanghebbende wederom verzekerd wordt op grond van deze wet.
5. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2001.
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2000. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven na 1 januari 2000, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2000.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26866-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.