26 865
Voorstel van wet van het lid Van de Camp tot wijziging van de Gemeentewet en de Wet wapens en munitie in verband met de bestrijding van wapengeweld

nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID SCHELTEMA-DE NIE

Ontvangen 8 juni 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

I

In onderdeel A, onder 2, worden in artikel 50, derde lid, na de eerste volzin drie volzinnen ingevoegd, luidende: Het bevel kan slechts worden gegeven na schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris. Bij dringende noodzaak kan de machtiging van de rechter-commissaris mondeling worden gegeven. De rechter-commissaris stelt in dat geval de machtiging binnen drie dagen op schrift.

II

In onderdeel B, onder 2, worden in artikel 51, derde lid, na de eerste volzin drie volzinnen ingevoegd, luidende: Het bevel kan slechts worden gegeven na schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris. Bij dringende noodzaak kan de machtiging van de rechter-commissaris mondeling worden gegeven. De rechter-commissaris stelt in dat geval de machtiging binnen drie dagen op schrift.

III

In onderdeel C, onder 2, worden in artikel 52, derde lid, na de eerste volzin drie volzinnen ingevoegd, luidende: Het bevel kan slechts worden gegeven na schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris. Bij dringende noodzaak kan de machtiging van de rechter-commissaris mondeling worden gegeven. De rechter-commissaris stelt in dat geval de machtiging binnen drie dagen op schrift.

Toelichting

Met het nu voorgestelde amendement wordt de afweging van de inzet van deze bevoegdheden gebracht op het niveau van functionarissen die reeds vertrouwd zijn met het nemen van de daaraan verbonden beslissingen. Dit is een belangrijke waarborg voor een verantwoorde inzet van deze nieuwe bevoegdheden.

Het onderhavige voorstel beoogt de uitoefening van de bevoegdheden verpakkingen van goederen, met inbegrip van reisbagage, en vervoermiddelen te onderzoeken en de bevoegdheid personen aan hun kleding te onderzoeken, krachtens een bevel van de officier van justitie, niet langer te beperken tot de thans in de wet genoemde concrete aanleidingen, aanwijzingen en verdenkingen, maar deze ook tijdelijk en in een, door de burgemeester van de betrokken gemeente aangewezen gebied, te mogen toepassen.

Een dergelijke uitbreiding van politiebevoegdheden noopt tot het aanbrengen van extra waarborgen. Zoals gesteld is inzet van dit zware instrument uitsluitend mogelijk op uitdrukkelijk bevel van de officier van justitie.

Het amendement strekt ertoe dat dit bevel slechts kan worden gegeven na schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris. In spoedeisende gevallen kan de machtiging van de rechter-commissaris overigens ook mondeling worden gegeven.

De rechter-commissaris dient te beoordelen of er voldoende redenen zijn om dit zware opsporingsinstrument in te zetten. Hij kan zich daarbij door de officier van justitie en door de lokale driehoek laten adviseren en van nadere informatie laten voorzien. Voorgeschreven is dat de officier van justitie bij het voorbereiden van een dergelijke actie reeds, in het kader van de gebiedsaanwijzing ex artikel 151b van de Gemeentewet, uitvoerig overleg pleegt met de bestuurlijke autoriteiten en dat dit ook in de driehoek is besproken. Een machtiging moet op schrift worden gesteld en met redenen zijn omkleed. In de machtiging, en het daarop gebaseerde bevel van de officier van justitie, dient expliciet te worden omschreven in welke, naar (aangewezen) gebied en duur (maximaal twaalf uur) beperkte, nauw omschreven situatie(s), dit opsporingsinstrument mag worden ingezet. De rechter-commissaris kan in de machtiging eveneens beperkingen stellen aan de tijdspanne waarbinnen een bevel kan worden gegeven en aan de periode waarbinnen de acties kunnen worden uitgevoerd.

De vordering tot verlening van de machtiging moet gemotiveerd en voldoende geconcretiseerd zijn.

Scheltema-de Nie

Naar boven