26 865
Voorstel van wet van het lid Van de Camp tot wijziging van de Gemeentewet en de Wet wapens en munitie in verband met de bestrijding van wapengeweld

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 maart 2001

Op 15 februari 2001 vond in uw Kamer een plenair debat plaats inzake het initiatief-Wetsvoorstel preventief fouilleren, van het lid van uw Kamer Van de Camp.

Tijdens dit debat werd ik in de gelegenheid gesteld vragen te beantwoorden die gesteld waren tijdens de eerste zitting over genoemd Wetsvoorstel op 13 februari 2001.

Bij die gelegenheid sprekend over het toenmalige proefproject in de Millinxbuurt te Rotterdam, zegde ik het lid van uw Kamer Halsema op haar interruptie toe, te zullen bezien of ik mijn brief van 16 juli 1999 (en niet 7 juli 1999, waarvan in het kamerdebat abusievelijk sprake was) aan de Rotterdamse Driehoek, inzake het verzoek om toestemming een proefproject te mogen houden in het Rotterdamse, aan uw Kamer kon doen toekomen.

Bijgaand treft u bedoelde brief, die mede namens mijn toenmalige ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties aan de Rotterdamse Driehoek werd verzonden, aan.1

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven