26 862
Wijziging van de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken en het tijdstip van de totstandkoming van de scheiding van tafel en bed alsmede van enige andere wetten

B
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 20 augustus 1999 en het nader rapport d.d. 20 oktober 1999, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Justitie. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 18 mei 1999, no. 99.002144, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Justitie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting tot wijziging van de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken en het tijdstip van de totstandkoming van de scheiding van tafel en bed alsmede van enige andere wetten.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 18 mei 1999, nr. 99.002144, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 20 augustus 1999, nr. WO3.99.0228/I, bied ik U hierbij aan.

In het voorgestelde artikel 175 Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt een regeling getroffen voor het gebruik van de echtelijke woning gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking. Anders dan in het geldende artikel 165 Boek I BW is niet vereist dat de verzoekende echtgenoot de woning bewoont ten tijde van de inschrijving van de beschikking maar ten tijde van het in kracht van gewijsde gaan van de beschikking. Nu in artikel 173 Boek I BW wordt voorgesteld de scheiding van tafel en bed ook tot stand te laten komen door de inschrijving van de beschikking adviseert de Raad van State het voorgestelde artikel 175 Boek I BW in die zin te wijzigen, dat de verzoekende echtgenoot de woning bewoont ten tijde van de inschrijving van de beschikking.

1. Conform het advies van de Raad van State is artikel 175 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) gewijzigd, in dier voege dat de verzoekende echtgenoot de woning dient te bewonen ten tijde van de inschrijving van de beschikking.

2. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de voorgestelde wijziging van artikel 5, nieuw zesde lid, van Boek 1 BW te verduidelijken, in die zin dat de moeder zowel ten tijde van geboorte als van de ontkenning hertrouwd dient te zijn.

Tevens zijn in artikel 253w van Boek 1 BW, op suggestie van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, enkele bepalingen van Titel 17 van Boek 1 BW van overeenkomstige toepassing verklaard. Artikel 253w van Boek 1 BW ziet op de onderhoudsplicht van de ander die samen met de ouder gezamenlijk gezag uitoefent. De van overeenkomstige toepassing verklaarde bepalingen worden thans in de praktijk reeds analoog toegepast en het komt de rechtszekerheid ten goede zulks bij wet te regelen. Het betreft de bepalingen die zien op de kring van onderhoudsplichtigen, de omvang van de onderhoudsplicht, de wijze van betaling van de onderhoudsbijdrage, de rangorde van onderhoudsgerechtigden, de gronden voor wijziging of intrekking van de onderhoudsbijdrage en de indexering van onderhoudsbijdragen.

In artikel 293, onder c, van Boek 1 BW is alsnog een taalkundige wijziging aangebracht.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge u verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Justitie,

M. J. Cohen

Naar boven