26 855
Herziening van het procesrecht voor burgerlijke zaken, in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg

nr. 9
AMENDEMENT VAN DE LEDEN SANTI EN WEEKERS

Ontvangen 15 februari 2001

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel 2.1.11, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

A. Voor de eerste volzin wordt de volgende volzin opgenomen:

Een verklaring omtrent door haar te bewijzen feiten kan in het voordeel van de partij die haar aflegde geen bewijs opleveren.

B. In de eerste volzin wordt «De rechter kan» vervangen door: Overigens kan de rechter.

II

Artikel 2.8.16 wordt als volgt gewijzigd:

A. Voor de tekst wordt de volgende aanduiding geplaatst: 1.

B. Na het eerste lid worden twee nieuwe leden opgenomen, luidende:

2. Indien een partij als getuige is gehoord, kan haar verklaring omtrent door haar te bewijzen feiten geen bewijs in haar voordeel opleveren, tenzij de verklaring strekt ter aanvulling van onvolledig bewijs.

3. Antwoordt een partij die daartoe gehouden is, niet op de haar gestelde vragen of weigert zij haar verklaring te ondertekenen, dan kan de rechter daaraan de conclusies verbinden die hij geraden zal achten.

III

Artikel 2.8.32, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

A. Voor de eerste volzin wordt de volgende volzin opgenomen:

Een verklaring omtrent door haar te bewijzen feiten kan in het voordeel van de partij die haar aflegde geen bewijs opleveren.

B. In de eerste volzin wordt «De rechter kan» vervangen door: Overigens kan de rechter.

Toelichting

De artikelen 19a, 205 en 213 Rv zijn op goede gronden en weloverwogen in de wet opgenomen. De artikelen brengen niet met zich mee dat er ongelijkheid is tussen de bewijsrechtelijke positie van de partij die wel en de partij die niet de bewijslast heeft. De strekking van de bepalingen is dat de rechter geen waarde mag toekennen aan de verklaring van een procespartij die de bewijsopdracht heeft. Wel is een dergelijke verklaring in het geval van artikel 213 Rv van belang indien er een begin van bewijs is en de procespartij die met het bewijs belast is, onder ede als getuige wordt gehoord en zijn getuigenverklaring strekt ter aanvulling van onvolledig bewijs.

Het vorenstaande is niet in strijd met het zgn. DOMBO-arrest.

Santi

Weekers

Naar boven