26 824
Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek voor gevallen van verborgen schade door letsel of overlijden

nr. 6
AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT

Ontvangen 15 november 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel II komt te luiden:

ARTIKEL II

De Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 119a, derde lid, wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

4. Artikel 310 lid 5 van Boek 3 is ook van toepassing indien de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt vóór het tijdstip waarop dat lid in werking treedt.

Toelichting

Het voorgestelde artikel 310 lid 5 heeft slechts werking voor de toekomst, namelijk alleen degenen die na de datum van in werking treden worden blootgesteld aan asbest en daardoor b.v. een asbestziekte oplopen kunnen daarop een beroep doen. De kans op blootstelling aan asbest in de toekomst is klein gelet op de vele maatregelen (waaronder wetgeving) die inmiddels getroffen zijn om dit te voorkomen.

De grote groep van asbestslachtoffers die tegen de verjaring aanloopt betreft degenen die inmiddels lijden aan een asbestziekte respectievelijk zijn blootgesteld aan asbest vóór de datum van in werking treden van het onderhavige wetsvoorstel. Zij kunnen echter geen beroep doen op het nieuwe artikel 310 lid 5.

De bedoeling van het voorgestelde amendement is de nieuwe verjaringstermijn ook van toepassing te doen zijn op deze groep asbestslachtoffers door daaraan onmiddellijke werking te verlenen.

De Wit

Naar boven