nr. 26
VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 24 november 1999
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel I, onderdeel G, worden twee nieuwe
leden ingevoegd:
0A. De in het vijfde lid opgenomen bedragen «f 1021»
en «f 2042» worden vervangen door onderscheidenlijk f 1532
en f 3064.
0B. In het zesde lid wordt «f 1021» vervangen door: f 1532.
II
Na artikel XX wordt ingevoegd:
ARTIKEL XXA
1. Indien door de Commissie van de Europese Gemeenschappen de in de artikelen
8, aanhef en onderdeel h, 17, 18, derde lid, 18a, 36i, zesde lid, en 36r van
de Wet belastingen op milieugrondslag, alsmede de in artikel III van de Wet
van 23 december 1994 in verband met het verlengen van een tijdelijke verfijning
in de Wet belastingen op milieugrondslag, opgenomen regelingen als gevolg
van de in dit wetsvoorstel opgenomen tariefverhogingen in de grondwaterbelasting,
de afvalstoffenbelasting en de regulerende energiebelasting, geheel of gedeeltelijk
als ongeoorloofde steun in de zin van artikel 87 EG worden aangemerkt, worden
bij ministeriële regeling de in vorenbedoelde artikelen opgenomen regelingen
met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000 zodanig aangepast dat zij in overeenstemming
zijn met het door de Commissie uitgesproken oordeel.
2. Na de plaatsing in de Staatscourant van een krachtens het eerste lid
vastgestelde ministeriële regeling wordt een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet belastingen op milieugrondslag zo spoedig mogelijk bij de Staten-Generaal
ingediend. Dit voorstel van wet strekt tot vervanging van de in het eerste
lid bedoelde ministeriële regeling. Indien het voorstel wordt
ingetrokken of indien een van de beide kamers der Staten-Generaal besluit
het voorstel niet aan te nemen, wordt de ministeriële regeling onverwijld
ingetrokken. Wordt het voorstel tot wet verheven, dan wordt de ministeriële
regeling ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van die wet.
Toelichting
In de eerste nota van wijziging werd het forfaitaire aftrekbedrag voor
chronisch zieken en arbeidsongeschikten in de buitengewone-lastenregeling
met f 511 verhoogd tot f 1532. Daarbij werd verzuimd tevens de bedragen
voor de forfaitaire aftrek in verband met ouderdom en het bedrag van de forfaitaire
aftrek voor chronisch zieke kinderen, die daaraan beleidsmatig zijn gekoppeld,
te verhogen. Dit verzuim wordt in onderdeel I van deze nota van wijziging
hersteld.
Bij brief van 26 oktober is de Europese Commissie geïnformeerd over
de in het wetsvoorstel Belastingplan 2000 opgenomen wijzigingen in de Wet
belastingen op milieugrondslag (Wbm). Met betrekking tot een aantal in de
Wbm opgenomen tegemoetkomingen heeft de Commissie nu laten weten dat zij deze
regelingen in het verleden weliswaar heeft goedgekeurd, maar dat door de in
het wetsvoorstel voorgestelde tariefverhogingen van de grondwaterbelasting,
de afvalstoffenbelasting en de regulerende energiebelasting de steunomvang
uit hoofde van deze regelingen zal toenemen. De Commissie is van mening dat
het een wijziging van de steunmaatregelen betreft. Om deze reden is zij van
mening dat het niet voldoende is haar over deze wijzigingen te informeren.
Een formele aanmelding van de wijzigingen is volgens de Commissie noodzakelijk
om haar in staat te stellen het nieuwe steunregime te beoordelen.
De hiervoor genoemde wijzigingen zullen nu alsnog zo spoedig mogelijk
worden aangemeld. Het betreft hier de vrijstellingen voor spoelwater in de
grondwaterbelasting, voor bagger, asbest en ontinktingsresidu in de afvalstoffenbelasting,
het nihiltarief voor groene stroom en de bijzondere regeling voor afvalverbrandingsinstallaties
in de REB.
Hoewel wij verwachten dat de Commissie ook nu tot goedkeuring zal overgaan,
achten wij het noodzakelijk een wettelijke voorziening te treffen voor het
geval de Commissie negatief zou beslissen. Na een eventuele negatieve beslissing
is het noodzakelijk de wet zo spoedig mogelijk aan te passen. Met het oog
daarop wordt voorgesteld een artikel in het wetsvoorstel op te nemen, op grond
waarvan de desbetreffende regelingen in de Wbm bij ministeriële regeling
met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000 kunnen worden aangepast. Na plaatsing
in de Staatscourant van een zodanige ministeriële regeling zal een wetsvoorstel
worden ingediend, dat strekt tot vervanging van deze ministeriële regeling.
De Minister van Financiën,
G. Zalm
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend