26 820
Wijziging van belastingwetten c.a. (belastingplan 2000)

nr. 26
VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 24 november 1999

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel I, onderdeel G, worden twee nieuwe leden ingevoegd:

0A. De in het vijfde lid opgenomen bedragen «f 1021» en «f 2042» worden vervangen door onderscheidenlijk f 1532 en f 3064.

0B. In het zesde lid wordt «f 1021» vervangen door: f 1532.

II

Na artikel XX wordt ingevoegd:

ARTIKEL XXA

1. Indien door de Commissie van de Europese Gemeenschappen de in de artikelen 8, aanhef en onderdeel h, 17, 18, derde lid, 18a, 36i, zesde lid, en 36r van de Wet belastingen op milieugrondslag, alsmede de in artikel III van de Wet van 23 december 1994 in verband met het verlengen van een tijdelijke verfijning in de Wet belastingen op milieugrondslag, opgenomen regelingen als gevolg van de in dit wetsvoorstel opgenomen tariefverhogingen in de grondwaterbelasting, de afvalstoffenbelasting en de regulerende energiebelasting, geheel of gedeeltelijk als ongeoorloofde steun in de zin van artikel 87 EG worden aangemerkt, worden bij ministeriële regeling de in vorenbedoelde artikelen opgenomen regelingen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000 zodanig aangepast dat zij in overeenstemming zijn met het door de Commissie uitgesproken oordeel.

2. Na de plaatsing in de Staatscourant van een krachtens het eerste lid vastgestelde ministeriële regeling wordt een voorstel van wet tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag zo spoedig mogelijk bij de Staten-Generaal ingediend. Dit voorstel van wet strekt tot vervanging van de in het eerste lid bedoelde ministeriële regeling. Indien het voorstel wordt ingetrokken of indien een van de beide kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de ministeriële regeling onverwijld ingetrokken. Wordt het voorstel tot wet verheven, dan wordt de ministeriële regeling ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van die wet.

Toelichting

In de eerste nota van wijziging werd het forfaitaire aftrekbedrag voor chronisch zieken en arbeidsongeschikten in de buitengewone-lastenregeling met f 511 verhoogd tot f 1532. Daarbij werd verzuimd tevens de bedragen voor de forfaitaire aftrek in verband met ouderdom en het bedrag van de forfaitaire aftrek voor chronisch zieke kinderen, die daaraan beleidsmatig zijn gekoppeld, te verhogen. Dit verzuim wordt in onderdeel I van deze nota van wijziging hersteld.

Bij brief van 26 oktober is de Europese Commissie geïnformeerd over de in het wetsvoorstel Belastingplan 2000 opgenomen wijzigingen in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm). Met betrekking tot een aantal in de Wbm opgenomen tegemoetkomingen heeft de Commissie nu laten weten dat zij deze regelingen in het verleden weliswaar heeft goedgekeurd, maar dat door de in het wetsvoorstel voorgestelde tariefverhogingen van de grondwaterbelasting, de afvalstoffenbelasting en de regulerende energiebelasting de steunomvang uit hoofde van deze regelingen zal toenemen. De Commissie is van mening dat het een wijziging van de steunmaatregelen betreft. Om deze reden is zij van mening dat het niet voldoende is haar over deze wijzigingen te informeren. Een formele aanmelding van de wijzigingen is volgens de Commissie noodzakelijk om haar in staat te stellen het nieuwe steunregime te beoordelen.

De hiervoor genoemde wijzigingen zullen nu alsnog zo spoedig mogelijk worden aangemeld. Het betreft hier de vrijstellingen voor spoelwater in de grondwaterbelasting, voor bagger, asbest en ontinktingsresidu in de afvalstoffenbelasting, het nihiltarief voor groene stroom en de bijzondere regeling voor afvalverbrandingsinstallaties in de REB.

Hoewel wij verwachten dat de Commissie ook nu tot goedkeuring zal overgaan, achten wij het noodzakelijk een wettelijke voorziening te treffen voor het geval de Commissie negatief zou beslissen. Na een eventuele negatieve beslissing is het noodzakelijk de wet zo spoedig mogelijk aan te passen. Met het oog daarop wordt voorgesteld een artikel in het wetsvoorstel op te nemen, op grond waarvan de desbetreffende regelingen in de Wbm bij ministeriële regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000 kunnen worden aangepast. Na plaatsing in de Staatscourant van een zodanige ministeriële regeling zal een wetsvoorstel worden ingediend, dat strekt tot vervanging van deze ministeriële regeling.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Naar boven