nr. 23
AMENDEMENT VAN HET LID REMAK
Ontvangen 24 november 1999
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel IX wordt vervangen door:
ARTIKEL IX
Artikel 9, eerste lid, van de Wet op de belasting
van personenauto's en motorrijwielen 1992 komt te luiden:
1. De belasting bedraagt voor een personenauto 45,2 percent van de netto
catalogusprijs, verminderd met f 3394, dan wel, in geval van een personenauto
die wordt aangedreven door een motor met een compressie-ontsteking 45,2 percent
van de netto catalogusprijs,
a. verminderd met f 278, of
b. indien de emissie van die personenauto voldoet aan de emissiegrenswaarden
voor het jaar 2005, verminderd met f 1278.
Onder een personenauto die wordt aangedreven door een motor met een compressie-ontsteking
waarvan de emissiegrenswaarden voldoen aan de emissiegrenswaarden voor het
jaar 2005 wordt verstaan een personenauto waarvoor een typegoedkeuring is
verleend als bedoeld in artikel 22 van de Wegenverkeerswet 1994 dan wel een
individuele goedkeuring als bedoeld in artikel 26 van die wet, met toepassing
van de normen zoals die zijn neergelegd in artikel 2, vierde lid, van de Richtlijn
nr. 70/220/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 maart 1970
inzake de onderlinge aanpassing van wetgevingen der Lid-Staten met betrekking
tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de luchtverontreiniging
door gassen afkomstig van motoren met elektrische ontsteking in motorvoertuigen
(PbEG L 76), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij Richtlijn nr. 98/69/EG
van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober
1998 (PbEG L 350).
Toelichting
De zeer forse stijging van de verkopen van dieselpersonenauto's over de
afgelopen periode zal er toe leiden dat de verhoging van de belasting op personenauto's
en motorrijwielen (BPM) voor deze auto's ten opzichte van de in
de Memorie van Toelichting vermelde raming een extra opbrengst geeft. De berekening
van de extra opbrengst is als volgt. De stijging van het aantal autoverkopen
tussen 1994 en 1999 op basis van de opgave van de RAI is geanalyseerd. Het
gemiddelde percentage van de jaarlijkse stijging van het aantal auto's in
de laatste vijf jaar, 7%, is losgelaten op het in 1999 gerealiseerde en op
basis daarvan te verwachten aantal autoverkopen in 1999 (600 000).
Op basis hiervan is een aantal autoverkopen van ruim 640 000 te verwachten
in het jaar 2000. Om te berekenen hoeveel dieselauto's er naar verwachting
worden verkocht in 2000 is het gemiddelde percentage dieselauto's dat van
1994–1999 is verkocht, 16,9%, genomen. Op basis hiervan valt te verwachten
dat er in het jaar 2000 ruim 108 000 dieselauto's worden verkocht.
Dit is een zeer behoedzame schatting, aangezien geen rekening is gehouden
met de forse stijging in de verkopen van dieselauto's ten opzichte van de
totale verkopen. Deze behoedzame raming is gedaan om gedegen rekening te houden
met het eventueel te realiseren milieu-effect van de BPM op diesel-maatregel.
Dit amendement strekt er toe die extra opbrengst terug te sluizen en wel
door de voorgestelde verhoging van f 2000 te beperken met f 1000
tot f 1000 en tevens voor dieselpersonenauto's die voldoen aan de emissiegrenswaarden
voor het jaar 2005 de BPM niet te verhogen.
De relatieve bevoordeling van dieselauto's die aan de 2005-emissiegrenswaarden
voldoen komt daardoor op f 1000. Dit bedrag is een goede stap in de richting
van het bedrag van f 1200 dat in bijlage 13 van de Miljoenennota «Verschuiving
en vergroening voor de jaren 2000 en 2001» is vermeld als aanvangsbedrag
voor de tijdelijk stimulering van schone dieselpersonenauto's in het door
de regering in het vooruitzicht gestelde wetsvoorstel voor de stimulering
voor zuinige en schone auto's. In het kader van de generieke stimuleringsmaatregel
voor personenauto's en bestelauto's die voldoen aan de emissiegrenswaarden
voor het jaar 2005 zal de stimulering voor de jaren 2001 tot en met 2004 nader
gestalte kunnen krijgen.
Remak