26 801
Zorgnota 2000

nr. 41
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2000

De motie van mevrouw Van Blerck-Woerdman en de heer Oudkerk (26 801, nr. 19), beschouw ik als een ondersteuning van mijn beleid op het gebied van de eigendomsverhoudingen in de (intramurale) gezondheidszorg. Dit beleid heb ik uitgeschreven in een tweetal circulaires gedateerd op 4 april 1997 en 1 april 1999.

In de eerste circulaire geef ik aan waarom ik vind dat het zakelijk recht van eigendom moet liggen bij de zorgvoorziening die de activa feitelijk gebruikt. Tevens geef ik hierin aan op welke gronden ik op deze lijn uitzonderingen maak en hoe ik dit beleid juridisch heb verankerd.

De circulaire van 1 april 1999 geeft een nadere uitwerking van de eerste. Op basis van de inmiddels verkregen uitvoeringstoetsen geef ik in deze circulaire aan in welke situaties ik huur een betere eigendomsverhouding vind dan volledig eigendom. Tevens geef ik aan hoe ik tot een beoordeling kom van door het instellingsbestuur gewenste uitzonderingen op de door mij in die situatie «normaal» geachte eigendomsverhouding; volledig eigendom danwel huur.

De in de motie geformuleerde opdracht past volledig in het beleid zoals dat in mijn circulaire van 1 april 1999 is uitgeschreven. In geval van interimvoorzieningen beschouw ik huur als de normale eigendomsverhouding. In deze circulaire ga ik overigens verder. Waar sprake is van courante onroerende zaken vind ik ook in permanente situaties huur de normale eigendomsverhouding. In de circulaire staan deze situaties opgesomd.

Beide circulaires voeg ik ter informatie bij.1

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven