nr. 77
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 18 mei 2000
Bij brief van 10 mei jl. verzoekt de vaste commissie voor Sociale Zaken
en Werkgelegenheid (zie bijlage) mij de overbruggingsregeling die ik voor
2000 heb aangekondigd in verband met de verschuiving van de betaaldatum AOW
en Anw, niet te beperken tot degenen die in 1999 van de regeling gebruik maakten,
maar eenieder in de gelegenheid te stellen daarop een beroep te doen.
Bij brief van 18 april 2000 heb ik de SVB verzocht om ook voor 2000 een
overbruggingsregeling te treffen. De Bank heeft positief gereageerd op dit
verzoek. Bij de vormgeving van de overbruggingsregeling is ervoor gekozen
de regeling te beperken tot die mensen, die in 1999 ook gebruik hebben gemaakt
van de regeling. Ik acht een dergelijke beperking gerechtvaardigd, omdat de
beleidswijziging met betrekking tot de betaaldatum in 2000 ruime bekendheid
heeft. Uitkeringsgerechtigden zijn vroegtijdig – namelijk in januari
2000 – geattendeerd op de verschuiving in juni 2000, en hebben naar
mijn mening dan ook voldoende tijd gekregen zich daarop in te stellen.
Voorts heeft in 1999 slechts een beperkt aantal mensen gebruik gemaakt
van de regeling (circa 1% van de daarvoor in aanmerking komende personen).
Dit terwijl de voorlichting daaromtrent naar mijn mening adequaat is geweest;
alle AOW- en Anw-uitkeringsgerechtigden hebben, via het SVB-periodiek Inzicht,
informatie ontvangen over de verschuiving, en zijn via een in Inzicht ingesloten
brief geattendeerd op de overbruggings-regeling.
Uit coulance-overwegingen ten opzichte van de groep personen die in 1999
daadwerkelijk problemen verwachtte heb ik hen ook in 2000 de mogelijkheid
van uitstel willen bieden.
Een bredere opzet van de regeling ligt, gelet op het voorgaande, mijns
inziens niet in de rede. Bovendien stuit een bredere opzet, gelet op het krappe
tijdsbestek, op uitvoeringstechnische problemen; navraag bij de SVB wijst
uit dat voor iets minder dan de helft van de junibetalingen wijziging van
de geplande betaaldatum ofwel niet mogelijk is, ofwel dat het twijfelachtig
is of de verschuiving nog ongedaan gemaakt zou kunnen worden.
Ik vertrouw erop u met het vorenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. F. Hoogervorst
BIJLAGE 's-Gravenhage, 10 mei 2000
Aan de staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid
De heer J.F. Hoogervorst
Namens de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid uit de
Tweede Kamer zeg ik u dank voor uw brief van 18 april jl. (kenmerk SV/V&P/00/22 949)
inzake de verschuiving van de betaaldatum van de AOW-uitkering.
De commissie verzoekt u thans dringend om een overbruggingsregeling, zoals
die in 1999 gold, ook in 2000 aan te bieden aan eenieder, en niet alleen aan
diegenen die er in 1999 gebruik van hebben gemaakt. De commissie heeft namelijk
signalen ontvangen die duiden op een gebrekkige voorlichting voor wat betreft
de mogelijkheid in 1999. Zij dringt derhalve ook aan op goede voorlichting.
Uiteraard stelt de commissie het op prijs indien u haar informeert over
uw beslissing naar aanleiding van haar verzoek.
De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Van Dijk