Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26800-XIV nr. 125 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 26800-XIV nr. 125 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 6 september 2000
In november 1999 is rundertuberculose geconstateerd op een bedrijf te Agelo. Gedurende de eerste fase van de bestrijding is de Kamer door middel van een tweetal brieven over de aanpak en de eerste resultaten geïnformeerd (Kamerstukken 1999–2000, 26 800 XIV, nummers 62 en 80). De bestrijding is inmiddels voltooid. Met deze brief wil ik de Kamer, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een en ander informeren.
De bestrijding is een omvangrijke en tijdrovende aangelegenheid geworden. De hoge graad van besmetting van het eerste bedrijf waarop de rundertuberculose werd geconstateerd, is daarvoor een belangrijke verklaring. Verder heeft een rol gespeeld dat de zorgvuldigheid die met betrekking tot deze zoönose in acht moet worden genomen, tot herhaalde onderzoeken van bedrijven en runderen noopte. Bovendien moet een zekere wachttijd in acht worden genomen tussen deze opeenvolgende tuberculinaties en leiden deze tuberculinaties soms tot fout-positieve uitslagen.
Tuberculineren is één van de methoden om vast te stellen of een dier besmet is. Dat wil zeggen het inbrengen van een reactiestof in de huid van een rund, waarna een zwelling zicht- en meetbaar wordt indien het rund besmet is. Andere bacteriële besmettingen kunnen echter ook een reactie geven, met als gevolg fout-positieve uitslagen. Nader onderzoek of toepassing van een specifieke tuberculinatie is daarom bij positieve reacties noodzakelijk.
Bij rundertuberculose is het verkopen van vee aan andere veehouders een belangrijke bron van verspreiding van de besmetting. Van een explosieve verspreiding, zoals bijvoorbeeld bij Mond- en Klauwzeer, is bij rundertuberculose geen sprake. Rundertuberculose is in het algemeen niet erg besmettelijk. Alleen als er sprake is van «open» tuberculose bij een dier, kan het andere dieren en ook mensen infecteren. Gelukkig komt deze vorm niet veel voor. De bestrijding is daarom vooral gericht op de bedrijven (contactbedrijven) die runderen van de besmette bedrijven hebben aangekocht. Ook in dit geval is deze strategie gevolgd.
De besmetting is, zoals eerder gemeld, ontdekt door de keuring van slachtvee op het slachthuis. Door onderzoek dat daarop volgde, zijn negen andere bedrijven opgespoord met besmette runderen. De negen bedrijven zijn, zoals nu moet worden aangenomen, besmet door de aankoop van runderen van het eerste bedrijf. Op één uitzondering na is de besmetting op de negen bedrijven beperkt gebleven tot de runderen afkomstig van het eerste bedrijf.
De hoge mate van besmetting (mogelijk tot wel 70% van de runderen) op het eerste bedrijf is aanleiding geweest om alle dieren daarvan over te nemen, ter destructie af te voeren, het bedrijf te reinigen en te ontsmetten. Op de negen andere besmette bedrijven betrof de besmetting slechts een enkel rund. Daarom is op deze negen bedrijven niet tot een volledige ruiming overgegaan, maar zijn besmette en de positief reagerende runderen conform de Europese regels overgenomen.
De hoge besmetting van het eerste bedrijf heeft ook geleid tot de beslissing om alle nog levende runderen die van het eerste bedrijf waren afgevoerd, op te sporen en over te nemen en te onderzoeken. Daarnaast zijn de runderen van de aangrenzende bedrijven (buurtonderzoek) van het eerste bedrijf onderzocht.
Gedurende de bestrijding zijn in totaal 396 bedrijven in onderzoek genomen. In het kader van dit onderzoek zijn 80 719 runderen getuberculineerd en zijn 342 runderen overgenomen en merendeels onderzocht op het ID-Lelystad.
Het bedrijf dat het startpunt van de bestrijding was, betreft een z.g. gesloten melkvee bedrijf. Dat wil zeggen dat de melkveestapel op peil wordt gehouden door opfok binnen het bedrijf en geen aanvoer van andere runderen plaatsvindt. Slechts het afvoeren van nuchtere kalveren, vaarzen en slachtkoeien is aan de orde. Gebleken is dat het betrokken bedrijf aan de identificatie en registratie (I&R) verplichtingen heeft voldaan.
Gegeven het feit dat rundertuberculose een zoönose is en de betrokken veehouder en zijn gezin daarom ook besmet zouden kunnen zijn geraakt, is in overleg met het departement van VWS ook contact opgenomen met de GGD en zijn betrokkenen onderzocht.
Naast het onderzoeken van de bedrijven, is nog een onderzoek gaande bij de wildpopulatie in de nabijheid van de getroffen bedrijven. In dit verband zijn en worden een aantal reeën en reebokken die regulier door jagers zijn of worden geschoten, onderzocht op tuberculose. Dit onderzoek heeft tot op heden geen aanwijzingen opgeleverd die erop duiden dat in het wildbeslag een reservoir van tuberculose voorkomt en daarmee een bron van besmetting zou kunnen zijn of dat omgekeerd het wild vanuit de runderen is geïnfecteerd.
Vanaf het begin van de bestrijding is het bedrijfsleven bij de bestrijding betrokken door middel van het basisoverleg. Gedurende acht bijeenkomsten is informatie verstrekt en uitgewisseld, zijn aanpak en knelpunten van de bestrijding besproken en zijn afspraken gemaakt.
Het hoge aantal te onderzoeken bedrijven en runderen heeft ook geleid tot aanzienlijke overheidsuitgaven voor de bestrijding. Deze uitgaven voor schadeloosstellingen van overgenomen runderen, voor de assistentie van dierenartsen, afvoer, verwerking, onderzoek, etc. bedragen in totaal f 3,0 miljoen. Daarnaast worden de uitvoeringskosten van de RVV geraamd op een bedrag van f 1,0 miljoen.
De uitgaven ad f 3,0 miljoen zullen ten laste van het Politioneel Fonds Dierziektenbestrijding worden gebracht dat door overheid en bedrijfsleven gezamenlijk wordt gefinancierd.
Naast de kosten voor de bestrijding van de overheid, hebben de verdacht en besmet verklaarde (contact)bedrijven in meer of mindere mate te maken gekregen met maatregelen die de normale bedrijfsvoering belemmeren. De schade die daardoor is ontstaan, varieert per bedrijf en komt voor rekening van de betrokken veehouders.
Ik heb besloten de bestrijding van de recente rundertuberculose-uitbraak te evalueren.
Daarbij zal ook de opsporing en bewaking worden betrokken.
Nederland is al sedert het begin van het vorige decennium vrij van rundertuberculose. Contacten via import van dieren of andersoortige contacten kunnen niettemin voor een besmetting zorgen. Vastgesteld is dat het eerste bedrijf in hoge mate besmet bleek en dat de besmetting al geruime tijd aanwezig was. Deze constatering roept vragen op met betrekking tot de opsporing en de bewaking: spoort de slachthuisbewaking elke besmetting op en welke risico's zijn er voor de volksgezondheid? Ik wil ten aanzien van deze vragen meer zekerheid en daarom is besloten een modelstudie surveillance rundertuberculose uit te voeren. Het resultaat van deze studie zal niet eerder dan midden volgend jaar beschikbaar komen.
De evaluatie ter verbetering van de uitvoering wordt uitgevoerd op basis van vragenlijsten die zijn toegezonden aan alle getroffen veehouders, alle bij de bestrijding betrokken dierenartsen en alle betrokken belangenorganisaties. De respons van veehouders en dierenartsen is hoog, meer dan 50% heeft gereageerd. Daarnaast is met een aantal veehouders en dierenartsen gesproken. Het Expertisecentrum LNV voert de analyse uit. Verwacht wordt dat dit deel van de evaluatie binnen enkele maanden wordt opgeleverd.
De evaluatie van de effectiviteit wordt mede gebaseerd op een epidemiologisch onderzoek van de gegevens van de uitbraak. Op basis daarvan is het mogelijk dat tot aanpassingen van de nu toegepaste wijze van bestrijding moet worden overgegaan. Dergelijke aanpassingen zullen aan de Europese Commissie kenbaar moeten worden gemaakt, omdat de bestrijding is aangegeven en voorgeschreven in een EU-Richtlijn. De voltooiing van dit deel van de evaluatie zal naar verwachting niet voor het einde van dit jaar kunnen worden gerealiseerd.
Over de uitkomsten van de studie en evaluaties, zal ik uw Kamer te zijner tijd informeren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26800-XIV-125.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.