26 800 VI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2000

nr. 38
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID HALSEMA C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 22

Voorgesteld 9 november 1999

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat een toenemend aantal van de gedetineerden in de gevangenissen en huizen van bewaring (volgens een notitie van het ministerie van Justitie thans 80%) lijdt aan een psychische of persoonlijkheidsstoornis;

overwegende, dat behandeling van deze gedetineerden kan leiden tot een meer verantwoorde terugkeer in de samenleving en een verminderde kans op recidive, maar dat deze behandeling tijdens detentie slechts mondjesmaat wordt gegeven;

voorts overwegende, dat de Penitentiaire Beginselenwet – overeenkomstig het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten – gedetineerden recht geeft op behandeling;

tenslotte overwegende, dat het van belang is om tot een afgewogen programma te komen voor behandeling en begeleiding van gestoorde delinquenten zowel tijdens als na afloop van de detentie;

verzoekt de regering om de mogelijkheid van behandeling in detentie te bespreken met de betrokken instellingen en op basis hiervan op korte termijn een notitie naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Halsema

Dittrich

Kalsbeek

Naar boven