26 800 IXB
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2000

nr. 11
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 27 september 1999

De vaste commissie voor Financiën1 en de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid2 hebben op 16 september 1999 overleg gevoerd met minister De Vries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Vermeend van Financiën over de problemen rond aanvullende bijstand en belasting(zie bijlage)3.

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA) sprak haar waardering erover uit dat, hoewel het signaleren en herkennen van de fiscale problematiek van de samenloop van bijstand, loon en neveninkomsten enkele jaren heeft moeten duren, de ministeries van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid eind vorig jaar met een aantal organisaties in overleg zijn getreden om te proberen hiervoor een oplossing te vinden. Op een aantal onderdelen is dat gelukt, doch in de praktijk blijken nog niet alle knelpunten te zijn weggewerkt dan wel een aantal aangedragen deeloplossingen niet goed te werken. Mevrouw Noorman-den Uyl noemde in dit verband als voorbeeld de samenloop tussen een WAO-uitkering en een IOAW-uitkering, die door de verschillende belastingregimes per saldo leidt tot een netto-inkomen dat in feite f 150 te laag is. Hoewel betrokkenen, die zich een dergelijke vermindering eigenlijk niet kunnen permitteren in dit geval aan het eind van het jaar de teveel betaalde belasting terug kunnen vragen, moet geconstateerd worden dat velen van hen en eveneens veel gemeenten daarvan niet op de hoogte zijn. Mevrouw Noorman-den Uyl vroeg de bewindslieden dan ook om de gemeenten, het GAK en de cliënten zelf hieromtrent nader te informeren.

Daarnaast zag zij graag dat in situaties van samenloop waarin de procedure heel lang duurt en waarin de gangbare oplossingen niet of niet geheel werken, de mogelijkheid wordt gecreëerd voor gemeenten om bijzondere bijstand te verstrekken, die dan vervolgens aan het eind van het belastingjaar met de belastingdienst verrekend kan worden. Op welke wijze wordt overigens in de wetsvoorstellen belastingherziening 2001 voorzien in de oplossing van de geschetste problematiek, zodanig dat mensen het geld krijgen waar ze recht op hebben op het moment waarop ze het nodig hebben, namelijk iedere maand?

De heer Harrewijn (GroenLinks) had begrepen dat in het geval van een combinatie van een bijstandsuitkering en loon, betrokkenen in bepaalde gevallen geadviseerd wordt af te zien van de belastingvrije voet wat betreft hun werkgever, zodat ze op basis van de netto-nettokoppeling uitkomen op het bijstandsniveau, maar dat een en ander in de praktijk nogal eens op problemen stuit bij sociale diensten, zoals een recent geval in Amsterdam illustreert. Aangenomen mag toch worden dat het hier een foutje uit de praktijk betreft en dat via voorlichting aan iedereen duidelijk wordt gemaakt dat dit wel degelijk een werkbare oplossing is om het juiste bijstandsbedrag te verkrijgen?

Waar mensen met een bijstandsuitkering belasting betalen, moeten zij tevens gewezen worden op de mogelijkheid van het opvoeren van aftrekposten. Zo zijn er veel migranten die geld naar familie in het buitenland sturen en daarmee in aanmerking komen voor aftrek van buitengewone lasten. Berichten uit de praktijk geven echter aan dat het heel lastig is voor hen om die aftrek te effectueren. Geldt in zijn algemeenheid overigens dat, wanneer mensen aftrekposten niet opgevoerd hebben maar dat wel rechtens hadden mogen doen, in alle gevallen via de bijzondere bijstand vergoeding plaatsvindt door de sociale dienst?

Ten slotte was ook de heer Harrewijn benieuwd naar de effecten van de belastingherziening 2001 voor de onderhavige samenloopproblematiek.

Mevrouw Schimmel (D66) was met name geïnteresseerd te vernemen of de belastingherziening 2001 voorziet in een oplossing voor de problematiek inzake samenloop van bijstand en neveninkomsten of van bijstand, loon uit dienstbetrekking en neveninkomsten. Daarnaast vroeg zij naar de richtlijnen in dezen voor de tussenliggende periode. Is het bijvoorbeeld mogelijk de aanslag te betalen uit de bijzondere bijstand, zodat betrokkenen zolang genoemde oplossing er nog niet is, er geen nadeel van ondervinden?

Waar volgens de staatssecretaris van Financiën vooralsnog geen fiscale oplossing mogelijk is ten aanzien van samenloop van IOAW en loon uit dienstbetrekking vroeg mevrouw Schimmel de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te werken aan een oplossing in de sfeer van de uitkeringen.

Ten slotte vernam zij graag of inmiddels ten aanzien van de problematiek rond de belastingheffing over stimuleringspremies nadere besluitvorming heeft plaatsgevonden.

De heer Blok (VVD) proefde uit de toonzetting van het schrijven van de bewindslieden (Fin-99-235/SoZa-99-387) dat zij graag bereid zijn de door met name de FNV terecht aangekaarte praktijkproblemen rond de samenloop op te lossen. In hoeverre dat is gelukt dan wel gaat lukken, zal blijken uit de beantwoording van de vragen die zo-even door de voorgaande sprekers zijn gesteld.

Mevrouw Verburg (CDA) vroeg of de in het schrijven van de staatssecretaris van Financiën aan de FNV genoemde voorlichtingsbijeenkomsten over de problemen die zich voor kunnen doen in onder meer samenloopsituaties, inmiddels hebben plaatsgevonden. Welk effect verwacht de staatssecretaris overigens van deze bijeenkomsten?

Mevrouw Verburg ging ervan uit dat de eerder toegezegde door de belastingdienst op te stellen brochure over inkomsten naast een bijstandsuitkering actief zal worden uitgevent en zij pleitte ervoor dat de bijstandsverlenende instanties bijstandsgerechtigden die allerlei moeite doen om aan betaalde arbeid te komen, actiever begeleiden en adviseren op het punt van de samenloopproblematiek.

Wat betreft het in aanmerking komen voor bijzondere bijstand of categoriale bijstand, blijkt de vermogenstoets die de fiscus hanteert in de praktijk nog wel eens anders te zijn dan die welke de gemeenten toepassen. Daarbij schrijnt heel vaak de noodzaak om bij bezit van een eigen huis, de waarde ervan op te eten, hetgeen temeer klemt nu in het algemeen de waarde van de huizen zo enorm is gestegen. Hoe kijken de bewindslieden hier tegenaan en zien zij in het kader van de belastingherziening 2001 mogelijkheden om een eind aan die situatie te maken?

Antwoord van de regering

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid refereerde in relatie tot de informatievoorziening omtrent de onderhavige samenloopproblematiek, aan de deze maand door de belastingdienst uitgebrachte brochure terzake die uiteraard op ruime schaal verspreid zal worden. Daarnaast vinden over veertien dagen voorlichtingsbijeenkomsten plaats tijdens welke ambtenaren van Divosa, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën grondig op deze problematiek ingaan, waarbij het aspect van de bijzondere bijstand nadrukkelijk aandacht zal krijgen.

In reactie op de vraag van mevrouw Schimmel gaf de minister te kennen dat waar de verrekening niet fiscaal opgelost kan worden, sprake zal zijn van bevoorschotting via de bijzondere bijstand. Het door de cliënt bij de belastingdienst teruggevraagde bedrag zal daarmee dan worden verrekend. Als blijkt dat betrokkene het bedrag niet terug kan krijgen, zet de gemeente de lening om in een bedrag om niet. De heer Van den Graaff (medewerker minister) deelde mee dat de oplossing van bijzondere bijstand wat betreft de aftrekposten en de oplossing van indeling in tariefgroep nul naast elkaar kunnen bestaan. Het is aan de gemeente om af te wegen welke oplossing gekozen wordt. Een factor die van belang is, is dat indeling in tariefgroep nul ertoe leidt dat mensen uit overige inkomsten lagere netto-inkomsten krijgen waardoor ze meer bijstand krijgen, hetgeen weer leidt tot een hoger belastbaar inkomen dat zich weer vertaalt in inkomensafhankelijke bijdragen. Het betreft hier dus een heel ingewikkeld traject dat in sommige gevallen, afhankelijk van de hoogte van de bijstand, de overige inkomsten en de aftrekposten, de best begaanbare weg kan zijn. Waar het bijvoorbeeld om kleine aftrekposten gaat, zou gekeken kunnen worden naar een oplossing via de bijstand of de bijzondere bijstand. Het is dus in feite maatwerk dat de gemeenten op dit punt moeten leveren. Dit is ook een onderwerp dat bij de voorlichtingsbijeenkomsten aan de orde komt.

De bijzondere bijstand is financieel en beleidsmatig gedecentraliseerd aan de gemeenten. Betaling van een aanslag vanuit de bijzondere bijstand, waarop mevrouw Schimmel doelde, is dan ook een afweging die aan de gemeenten is. Bemoeienis hiermee op het niveau van het ministerie zou inhouden dat in die gemeentelijke beleidsvrijheid wordt getreden.

De minister deelde mee dat bijstand en belastingen inderdaad verschillende begrippen hanteren waar het gaat om vermogen, aangezien ze elk een eigen doel dienen. Het gelijkschakelen van die begrippen heeft enorme implicaties. De inspanningen zullen er dan ook op gericht moeten zijn ze wat dat betreft dichter bij elkaar te brengen zonder wezenlijke elementen in gevaar te brengen.

Over de belastingheffing over stimuleringspremies is inmiddels een wetsvoorstel in voorbereiding.

De staatssecretaris van Financiën constateerde dat het constructieve overleg met de FNV geresulteerd heeft in een methode aan de hand waarvan de meest betrokken departementen, te weten Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën, binnen het kader van de bestaande instrumenten zoeken naar oplossingen voor de onderhavige problematiek.

Ten aanzien van aftrekposten bestaat in gevallen, waarin men alleen bijstand geniet, de mogelijkheid om voorlopige teruggave toe te passen door middel van een VT-biljet. Voor meer specifieke informatie hieromtrent verwees de staatssecretaris naar hoofdstuk 3 van eerdergenoemde brochure. Mocht er op het specifieke punt van de aftrekbaarheid van buitengewone lasten in relatie tot migranten die geld naar familie in het buitenland sturen toch nog onduidelijkheid bestaan, dan zal daaraan in de volgende versie van de brochure explicieter aandacht worden besteed.

Bij de invoering van het nieuwe belastingstelsel is het de bedoeling dat rekening gehouden wordt met de geschetste bijstandsproblematiek. In artikel 9.3 van het desbetreffende wetsvoorstel is de voorlopige teruggaaf voor de heffingskorting geregeld die een belangrijk deel van de problematiek zal oplossen. Die korting vervangt de belastingvrije som en wordt rechtstreeks maandelijks uitgekeerd aan betrokkenen. In het geval van neveninkomsten lost deze heffingskorting het probleem niet geheel op, maar in het nieuwe stelsel is het wel mogelijk te kiezen voor een voorheffing op de neveninkomsten.

Het probleem bij de sociale dienst in Amsterdam waaraan de heer Harrewijn refereerde, is inmiddels opgelost. Het college van BenW van die stad heeft toegezegd zijn beleid in dezen bij te stellen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Van Gijzel

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Terpstra

De griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Janssen


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Reitsma (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Van Zijl (PvdA), Van Gijzel (PvdA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Voûte-Droste (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Giskes (D66), Kamp (VVD), Marijnissen (SP), Crone (PvdA), Van Dijke (RPF), Bakker (D66), De Vries (VVD), De Haan (CDA), ondervoorzitter, Balkenende (CDA), Stroeken (CDA), Patijn (VVD), Van Beek (VVD), Vendrik (GroenLinks), Bos (PvdA), Remak (VVD), Wijn (CDA), Kuijper (PvdA).

Plv. leden: Van der Vlies (SGP), Verburg (CDA), Harrewijn (GroenLinks), Smits (PvdA), Duijkers (PvdA), Koenders (PvdA), Balemans (VVD), Van Oven (PvdA), Schimmel (D66), Hofstra (VVD), De Wit (SP), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Hoekema (D66), Van Walsem (D66), Wilders (VVD), Dankers (CDA), Bijleveld-Schouten (CDA), Hillen (CDA), Blok (VVD), Weekers (VVD), Rabbae (GroenLinks), Hindriks (PvdA), Hessing (VVD), Van den Akker (CDA), Timmermans (PvdA).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Van Zijl (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Essers (VVD), Van Dijke (RPF), Bakker (D66), Van Blerck-Woerdman (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Balkenende (CDA), De Wit (SP), Harrewijn (GroenLinks), Van Gent (GroenLinks), Smits (PvdA), Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Spoelman (PvdA), Örgü (VVD), Van der Staaij (SGP), Santi (PvdA), Wilders (VVD).

Plv. leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Giskes (D66), Hamer (PvdA), Van der Hoek (PvdA), Dankers (CDA), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Hofstra (VVD), Van Middelkoop (GPV), Van Vliet (D66), Klein Molekamp (VVD), Stroeken (CDA), Mosterd (CDA), Marijnissen (SP), Vendrik (GroenLinks), Rosenmöller (GroenLinks), Schoenmakers (PvdA), Eisses-Timmerman (CDA), Wagenaar (PvdA), Middel (PvdA), Weekers (VVD), Van Walsem (D66), Oudkerk (PvdA), De Vries (VVD).

XNoot
3

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlemen- taire Documentatie.

Naar boven