nr. 1
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de
Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de
wet moet worden vastgesteld, dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet wordt
bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren en dat overigens de
inrichting van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het provinciefonds
moet geschieden met inachtneming van de bepalingen van de Financiële-verhoudingswet;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
De begroting van de uitgaven van het provinciefonds voor het jaar 2000
wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotings-
staat, onderdeel uitgaven en verplichtingen.
Artikel 2
De begroting van de ontvangsten van het provinciefonds voor het jaar 2000
wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat,
onderdeel ontvangsten.
Artikel 3
De vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten,
als bedoeld in artikel 1 respectievelijk 2, geschiedt in duizenden guldens.
Artikel 4
Het verplichtingenbedrag bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet
terzake van de algemene uitkeringen wordt voor het uitkeringsjaar 2000 vastgesteld
op f 1 825 100 000.
Artikel 5
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige
begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt
uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang
van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug
tot en met 1 januari.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Financiën,
De Minister van Financiën,
BEGROTINGSSTAAT BEHORENDE BIJ DE WET VAN ..... 19.., STB. ... BEGROTING
2000 PROVINCIEFONDS ONDERDEEL UITGAVEN EN VERPLICHTINGEN
| | | (1) |
---|
Art. | | Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
| | | verplichtingen | uitgaven |
| | | NLG1000 | EUR1000 | NLG1000 | EUR1000 |
| | Totaal | | | 1 931 400 | 876 431 |
| | | | | | |
1 | | Algemene uitkeringen aan provincies | 1 825 100 | 828 194 | 1 785 100 | 810 043 |
| | | | | | |
2 | | Integratie-uitkeringen | | | | |
| 01 | Integratie-uitkering
rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen Provinciefonds | 138 600 | 62 894 | 138 600 | 62 894 |
| 03 | Integratie-uitkering
personele middelen VERDI | 7 700 | 3 494 | 7 700 | 3 494 |
Ons bekend,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Financiën,
De Minister van Financiën,
Begrotingsstaat behorende bij de Wet van ..... 19.., Stb.
... Begroting 2000 provinciefonds Onderdeel ontvangsten
| | (1) |
---|
Art. | Omschrijving | Oorspronkelijk
vastgestelde begroting |
| | ontvangsten |
| | NLG1000 | EUR1000 |
| Totaal | 1 931 400 | 876 431 |
| | | |
1 | Ontvangsten
ex artikel 4 van de Financiële-verhoudingswet | 1 931 400 | 876 431 |
Ons bekend,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Financiën,
De Minister van Financiën,