26 800
Nota van de toestand van 's Rijks Financiën

nr. 38
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 februari 2000

Naar aanleiding van het op 15 februari jl. aan het kabinet toegezonden stenogram van de regeling der werkzaamheden in de Tweede Kamer inzake de informatievoorziening en besluitvorming over de begroting, kan ik u als volgt informeren.

Uiterlijk 1 maart zal het kabinet de Voorlopige Rekening naar de Tweede Kamer zenden. De Voorlopige Rekening geeft inzicht in de realisatie van de begrotingsuitvoering 1999. Ook zal daarin worden aangegeven welk deel van de belastingmeevaller 1999 structureel doorwerkt naar 2000 en latere jaren.

In de maand april zal binnen het kabinet – mede op basis van het Centraal Economisch Plan dat begin april zal worden gepubliceerd – besluitvorming plaatsvinden over de begrotingsuitvoering 2000 en de begrotingsvoorbereiding 2001. De recent in de pers verschenen CPB-cijfers zijn ruwe, zeer voorlopige cijfers die nog tal van bewerkingen moeten ondergaan.

Over de besluiten die betrekking hebben op de begrotingsuitvoering 2000, inclusief de daaraan gekoppelde meerjarige doorwerking, zal het parlement worden ingeïnformeerd in de Voorjaarsnota 2000. De Voorjaarsnota zal eind april of uiterlijk begin mei naar het parlement worden gezonden.

De besluitvorming die dit voorjaar binnen het kabinet plaatsvindt over de begroting voor 2001 is naar haar aard nog op hoofdlijnen en zal in de zomermaanden nader worden uitgewerkt. Deze besluitvorming krijgt vervolgens haar beslag in de Miljoenennota 2001 en de daarbij behorende begrotingen voor 2001 die op Prinsjesdag aan uw Kamer worden aangeboden.

De Minister van financiën,

G. Zalm

Naar boven