nr. 87
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2000
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Vreemdelingenwet 2000 en de
Invoeringswet (TK 2000–26 732 en 26 975), heb ik u meegedeeld
dat ik u begin juli nader zou informeren over de invoering van genoemde wetgeving.
Met deze brief doe ik u deze informatie toekomen.
Genoemde wetsvoorstellen zijn op 14 juni jongstleden door uw Kamer aanvaard.
Naar het zich thans laat aanzien leidt de behandeling van deze wetsvoorstellen
in de Eerste Kamer er toe dat zij in november of december van dit jaar in
het Staatsblad kunnen worden gepubliceerd. Voor de goede orde merk ik hierbij
op dat in het bestuursakkoord met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
is afgesproken dat tussen het moment van publicatie in het Staatsblad en invoering
van wetgeving die gemeenten raakt in ieder geval een periode van drie maanden
ligt. Met name de Invoeringswet heeft, zoals u bekend, een aantal gevolgen
voor de gemeenten.
De concept-tekst van het Vreemdelingenbesluit is conform hetgeen ik eerder
aan uw Kamer heb meegedeeld, thans gereed. Wijzigingen als gevolg van de behandeling
van de wet in uw Kamer zijn inmiddels verwerkt. Gelet op de positieve ervaringen
bij de voorbereiding van de wet is deze maand ook voor het Vreemdelingenbesluit
een brede expertmeeting georganiseerd. Na vaststelling door de Ministerraad
zal het conceptbesluit voor spoedadvies aan de Raad van State worden verstuurd.
Naar verwachting zal dit aan het einde van het zomerreces het geval zijn.
Gelijktijdig zal ik het concept-besluit ter informatie aan uw Kamer doen toekomen.
Zoals u bekend hecht ik aan een spoedige invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet
en de daarbij horende invoeringswet.
Ik heb echter eveneens vermeld dat voor een verantwoorde invoering van
de wet circa zes maanden voorbereiding nodig zijn. Daarbij is zo is mij gebleken
de definitieve tekst van het Vreemdelingenbesluit van groot belang, in verband
met de op te stellen werkinstructies, de aanpassing en (her)inrichting van
de werkprocessen, de daarbij behorende automatisering en de opleiding en bijscholing
van de medewerkers bij de met de uitvoering van de wet belaste organisaties.
Eén en ander onder de voorwaarde dat zich in dit verband geen tegenslagen
voordoen.
Ervan uitgaande dat het (spoed)advies van de Raad van State in de maand
oktober beschikbaar zal zijn, zal het besluit in die maand kunnen worden vastgesteld.
Voor de volledigheid merk ik op dat de voorbereidingen, die de met de
uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 belaste diensten, waaronder de IND,
dienen te treffen in verband met de invoering van de nieuwe wetgeving, conform
planning verlopen.
Gelet op het vorenstaande, heb ik de met de uitvoering van de wetgeving
belaste instanties gevraagd de voorbereidingen met onverminderde kracht voort
te zetten, zodat de nieuwe wet zo enigzins mogelijk per 1 april 2001, doch
uiterlijk per 1 juli 2001 in werking kan treden.
Ik vertrouw u met het vorenstaande voldoende te hebben ingelicht.
De Staatssecretaris van Justitie,
M. J. Cohen