nr. 86
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID ROUVOET TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 75
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
A. Het tweede lid, komt te luiden:
2. Indien naar het oordeel van Onze Minister voor de beoordeling van de
aanvraag advies van of onderzoek door derden of het openbaar ministerie nodig
is en derhalve niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn kan worden
beschikt:
a. kan de termijn voor het beschikken op de aanvraag tot het verlenen
van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 13 met
ten hoogste zes maanden worden verlengd;
b. wordt een vreemdeling die een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning
voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 18 heeft ingediend meegedeeld
binnen welke termijn de beschikking dan wel tegemoet kan worden gezien. Deze
termijn is zo kort mogelijk, maar in ieder geval niet langer dan zes maanden.
B. Het derde lid komt te luiden:
5. Onze Minister stelt de vreemdeling in kennis van de verlenging, bedoeld
in het tweede lid, onder a.
II
Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:
A. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Indien naar het oordeel van Onze Minister voor de beoordeling van de
aanvraag advies van of onderzoek door derden of het openbaar ministerie nodig
is en derhalve niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn kan worden
beschikt:
a. kan de termijn voor het beschikken op de aanvraag tot het verlenen
van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 26 met
ten hoogste zes maanden worden verlengd;
b. wordt een vreemdeling die een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning
voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 31 heeft ingediend
meegedeeld binnen welke termijn de beschikking dan wel tegemoet kan worden
gezien. Deze termijn is zo kort mogelijk, maar in ieder geval niet langer
dan zes maanden.
B. Het vierde lid vervalt.
C. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Onze Minister stelt de vreemdeling in kennis van de verlenging, bedoeld
in het tweede lid, onder a.
Toelichting
Dit amendement beoogt de mogelijkheid om de beslistermijn van zes maanden
te verlengen met nog eens zes maanden voor het beschikken op de aanvraag tot
het verlenen van de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd te schrappen.
In dat geval wordt de aanvrager meegedeeld binnen welke termijn de beschikking
wel zal worden gegeven. Deze termijn moet zo kort mogelijk zijn, maar in ieder
geval niet langer dan zes maanden. Daarmee wordt verduidelijkt dat een standaardmatige
verlenging met zes maanden niet mogelijk is bij de verblijfsvergunning voor
onbepaalde tijd.
Voor de mogelijkheid tot verlenging van de beslistermijn voor de verblijfsvergunning
voor bepaalde tijd heeft dit amendement geen gevolgen.
Voor de formulering is aangesloten bij de formulering zoals die in de
zogenaamde Eerste evaluatiewet Algemene wet bestuursrecht (kamerstukken II
1998/99, 26 523, nrs.1–3) wordt voorgesteld.
Rouvoet