26 732
Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000)

nr. 61
AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA

Ontvangen 6 juni 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 71, tweede lid, komt te luiden:

2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de aanvraag is afgewezen dan wel de verblijfsvergunning is ingetrokken op de grond, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onder a of d tenzij, ingevolge artikel 2, vierde lid, het advies van de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken wordt ingewonnen.

Toelichting

Met dit amendement wordt bewerkstelligd dat schorsende werking aan het bezwaar of administratief beroep alleen wordt onthouden in het geval de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt afgewezen omdat de vreemdeling niet beschikt over een mvv overeenkomend met het verblijfsdoel of omdat de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid. Het bezwaar of administratief beroep tegen de afwijzing van een aanvraag tot verlengen van de verblijfsvergunning bepaalde tijd en tot verlenen van de vergunning onbepaalde tijd, alsmede tegen de intrekking van de vergunning bepaalde of onbepaalde tijd op gronden van openbare orde heeft ingevolge dit amendement wel schorsende werking.

Hierdoor wordt een gerechtvaardigd onderscheid gemaakt tussen die vreemdeling die nog geen legaal verblijf heeft gehad en degene die wel al langere tijd legaal in Nederland verblijft. Deze laatste komt meer rechtsbescherming toe tijdens de intrekkingsprocedure.

Halsema

Naar boven