26 732
Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000)

nr. 52
AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA

Ontvangen 6 juni 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 27, eerste lid, komt te luiden:

1. Een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 26 kan worden verleend aan de vreemdeling:

a. voor wie terugkeer naar het land van herkomst naar het oordeel van Onze Minister van bijzondere hardheid zou zijn in verband met de algehele situatie aldaar;

b. die als echtgenoot of echtgenote of minderjarig kind feitelijk behoort tot het gezin van de vreemdeling, bedoeld onder a, die dezelfde nationaliteit heeft als die vreemdeling en gelijktijdig met deze vreemdeling Nederland is ingereisd dan wel is nagereisd binnen zes maanden, nadat aan de vreemdeling, bedoeld onder a ten en met c, de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, bedoeld in artikel 31, is verleend.

II

Artikel 32 komt te luiden:

Artikel 32

1. Een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 31 kan worden verleend aan de vreemdeling:

a. die verdragsvluchteling is;

b. die aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat hij bij uitzetting een reëel risico loopt om te worden onderworpen aan folteringen, aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen;

c. van wie naar het oordeel van Onze Minister op grond van klemmende redenen van humanitaire aard die verband houden met de redenen van zijn vertrek uit het land van herkomst, in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij terugkeert nar het land van herkomst;

d. die als echtgenoot of echtgenote of minderjarig kind feitelijk behoort tot het gezin van de vreemdeling, bedoeld onder a tot en met c, die dezelfde nationaliteit heeft als die vreemdeling en gelijktijdig met deze vreemdeling Nederland is ingereisd dan wel is nagereisd binnen zes maanden, nadat aan de vreemdeling, bedoeld onder a tot en met c, de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, bedoeld in artikel 31, is verleend.

III

Artikel 38 vervalt.

Toelichting

Een systeem waarbij een status voor onbepaalde tijd en een status voor bepaalde tijd naast elkaar bestaan, doet meer recht aan de rechtszekerheid en rechtsbescherming voor de asielzoekers die in aanmerking komen voor permanent verblijf. Dit is van belang voor de verwerking van hun verleden en voor een snelle en volledige integratie. Nu de rechtspositie van houders van een status voor onbepaalde tijd en houders van een status voor bepaalde tijd gelijk blijft, hoeft dit systeem niet te leiden tot meer procedures. Om het nareiscriterium meer in overeenstemming met het huidige beleid te brengen, is de nareistermijn verruimd naar zes maanden.

Halsema

Naar boven