26 732
Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000)

nr. 50
AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA

Ontvangen 6 juni 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 16, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

e. de vreemdeling een inbreuk heeft gemaakt op de openbare orde, dan wel een gevaar vormt voor de nationale veiligheid;.

II

Artikel 19, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. een ernstige inbreuk op de openbare orde heeft gemaakt;.

III

Artikel 19, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. een ernstig gevaar vormt voor de nationale veiligheid;.

IV

Artikel 20, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

c. een ernstige inbreuk op de openbare orde heeft gemaakt;.

V

Artikel 20, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. de vreemdeling een ernstig gevaar vormt voor de nationale veiligheid.

VI

Artikel 30, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. de vreemdeling een inbreuk op de openbare orde heeft gemaakt, dan wel een gevaar voor de nationale veiligheid vormt;.

VII

Artikel 33, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. de vreemdeling een ernstige inbreuk op de openbare orde heeft gemaakt;.

VIII

Artikel 33, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. de vreemdeling een ernstig gevaar vormt voor de nationale veiligheid.

Toelichting

Dit amendement beoogt te voorkomen dat de wettelijke bevoegdheid om een verblijfsvergunning in te trekken of niet te verlengen op openbare ordegronden wordt verruimd ten opzichte van de huidige wet. Het amendement doet meer recht aan het uitgangspunt van de regering dat voor intrekking of niet verlenging van een vergunning van iemand aan wie eerder verblijf werd toegestaan, de inbreuk op de openbare orde ernstiger moet zijn naarmate de verblijfsduur langer is. Het wettelijk vastleggen van dit uitgangspunt voorkomt dat er in nadere regelgeving van zou kunnen worden afgeweken.

Halsema

Naar boven