nr. 33
AMENDEMENT VAN HET LID DITTRICH C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 81 komt te luiden:
Artikel 81
1. De rechtbank houdt bij de beoordeling van het beroep rekening met feiten
en omstandigheden die na het nemen van het bestreden besluit zijn opgekomen,
tenzij de goede procesorde zich daartegen verzet of de afdoening van de zaak
daardoor ontoelaatbaar wordt vertraagd.
2. Met feiten en omstandigheden, bedoeld in het eerste lid, wordt alleen
rekening gehouden indien deze voor de beschikking omtrent de verblijfsvergunning,
bedoeld in de artikelen 26 en 31, relevant kunnen zijn.
3. De rechtbank verzoekt Onze Minister om zo spoedig mogelijk schriftelijk
aan de wederpartij en de rechtbank te laten weten of de ingeroepen feiten
en omstandigheden aanleiding zijn voor handhaving, wijziging of intrekking
van het bestreden besluit.
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe de ex nunc beoordeling van het beroep door
de rechter imperatief voor te schrijven Dit imperatieve karakter komt in het
gewijzigde eerste lid tot uiting. De twee uitzonderingen op de ex nunc beoordeling
blijven gehandhaafd.
Het tweede lid is niet gewijzigd.
In het derde lid is verduidelijkt, dat de rechter verplicht is om de Minister
de vraag voor te leggen of er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden
en zo ja, of dat gevolgen heeft voor het bestreden besluit. De rechter kan
dus niet op grond van nieuwe feiten en omstandigheden een besluit vernietigen
zonder dat de Minister in de gelegenheid is geweest daarover een standpunt
in te nemen.
Dittrich
Middel
Kamp
Albayrak