26 732
Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000)

nr. 33
AMENDEMENT VAN HET LID DITTRICH C.S.

Ontvangen 31 mei 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 81 komt te luiden:

Artikel 81

1. De rechtbank houdt bij de beoordeling van het beroep rekening met feiten en omstandigheden die na het nemen van het bestreden besluit zijn opgekomen, tenzij de goede procesorde zich daartegen verzet of de afdoening van de zaak daardoor ontoelaatbaar wordt vertraagd.

2. Met feiten en omstandigheden, bedoeld in het eerste lid, wordt alleen rekening gehouden indien deze voor de beschikking omtrent de verblijfsvergunning, bedoeld in de artikelen 26 en 31, relevant kunnen zijn.

3. De rechtbank verzoekt Onze Minister om zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de wederpartij en de rechtbank te laten weten of de ingeroepen feiten en omstandigheden aanleiding zijn voor handhaving, wijziging of intrekking van het bestreden besluit.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe de ex nunc beoordeling van het beroep door de rechter imperatief voor te schrijven Dit imperatieve karakter komt in het gewijzigde eerste lid tot uiting. De twee uitzonderingen op de ex nunc beoordeling blijven gehandhaafd.

Het tweede lid is niet gewijzigd.

In het derde lid is verduidelijkt, dat de rechter verplicht is om de Minister de vraag voor te leggen of er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden en zo ja, of dat gevolgen heeft voor het bestreden besluit. De rechter kan dus niet op grond van nieuwe feiten en omstandigheden een besluit vernietigen zonder dat de Minister in de gelegenheid is geweest daarover een standpunt in te nemen.

Dittrich

Middel

Kamp

Albayrak

Naar boven