26 732
Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000)

nr. 31
AMENDEMENT VAN HET LID MIDDEL C.S.

Ontvangen 31 mei 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 48, eerste lid, wordt «een redelijk vermoeden van illegaal verblijf» vervangen door: feiten en omstandigheden die, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden van illegaal verblijf opleveren.

II

Artikel 48, vierde lid, komt te luiden:

4. Indien nog grond bestaat voor het vermoeden dat de opgehouden persoon geen rechtmatig verblijf heeft, kan de in het tweede en derde lid bepaalde termijn door de bevelhebber van de Koninklijke marechaussee respectievelijk door de korpschef, bevoegd ter plaatse waar die persoon zich bevindt, in het belang van het onderzoek met ten hoogste acht en veertig uren worden verlengd.

III

In artikel 49, eerste lid, wordt «een redelijk vermoeden hebben» vervangen door: op grond van feiten en omstandigheden, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden hebben.

IV

In artikel 49, derde lid, wordt «een redelijk vermoeden hebben» vervangen door: op grond van feiten en omstandigheden, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden hebben.

V

In artikel 51, eerste lid, wordt «een redelijk vermoeden bestaat» vervangen door: op grond van feiten en omstandigheden, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden bestaat.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd het begrip «redelijk vermoeden» zoveel als mogelijk is te objectiveren.

Middel

Albayrak

Kamp

Dittrich

Naar boven