26 730 (R1640)
Wijzigingen van het op 3 september 1976 te Londen totstandgekomen Verdrag en de Exploitatie-overeenkomst inzake de Internationale Organisatie voor Mobiele Satellieten (Inmarsat); Londen, 24 april 1998

nr. 330
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 1 september 1999

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 15 september 1999.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk van Aruba te kennen worden gegeven uiterlijk op 15 oktober 1999.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer U hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen de op 24 april 1998 te Londen totstandgekomen wijzigingen van het op 3 september 1976 te Londen totstandgekomen Verdrag en de Exploitatie-overeenkomst inzake de Internationale Organisatie voor Mobiele Satellieten (Inmarsat) (Trb. 1999, 79).1

Een toelichtende nota bij deze verdragswijzigingen treft U eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt voor het gehele Koninkrijk gevraagd.

Aan de Gouverneurs van de Nederlandse Antillen en van Aruba is verzocht hogergenoemde stukken op 15 september 1999 over te leggen aan de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van Aruba.

De Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse Antillen en van Aruba zijn van deze overlegging in kennis gesteld.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

Wijzigingen van het op 3 september 1976 te Londen totstandgekomen Verdrag en de Exploitatieovereenkomst inzake de Internationale Organisatie voor Mobiele Satellieten (Inmarsat); Londen, 24 april 1998 (Trb. 1999, 79)

TOELICHTENDE NOTA

Algemeen

Op 24 april 1998 werden in Londen tijdens de twaalfde zitting van de Assemblée van Partijen van Inmarsat wijzigingen aangenomen van het op 3 september 1976 te Londen totstandgekomen Verdrag en de Exploitatieovereenkomst inzake de Internationale Organisatie voor Mobiele Satellieten (Inmarsat; Trb. 1978, 122; laatstelijk Trb. 1995, 170).

De wijzigingen hebben betrekking op een algehele herstructurering van Inmarsat. Deze herstructurering is ingegeven door het feit dat die organisatie in de loop der tijd haar werkterrein en bevoegdheden heeft uitgebreid van maritieme naar mobiele satellietcommunicatie ten behoeve van het land- en luchtvaartverkeer. Door de toegenomen concurrentie in het aanbod van mobiele satellietdiensten wordt het noodzakelijk geacht dat de Inmarsat-satellietsystemen worden geëxploiteerd via een privaatrechtelijke onderneming en niet langer via een intergouvernementele organisatie. Een privaatrechtelijke onderneming is namelijk in staat slagvaardiger te opereren, ook met betrekking tot noodzakelijke investeringen in toekomstige generaties van satellieten, in een omgeving die in toenemende mate te maken heeft met commercialisering, concurrentie en deregulering.

Door de grotere slagvaardigheid en investeringsmogelijkheden van een privaatrechtelijke onderneming wordt gewaarborgd dat de satellietsystemen commercieel levensvatbaar blijven zodat de mondiale maritieme satellietcommunicatiediensten ten behoeve van het door de Internationale Maritieme Organisatie opgerichte Wereld-omvattend Maritieme Systeem voor Noodgevallen en Veiligheid (GMDSS) kunnen worden gecontinueerd.

Toelichting bij de wijzigingen

De wijzigingen betreffen in de eerste plaats de titel en de preambule van het verdrag. In de titel wordt de afkorting «Inmarsat» geschrapt. Die naam en het bijbehorende logo blijven het eigendom van de intergouvernementele organisatie (hierna te noemen «de organisatie»). Zij zullen echter zonder kosten exclusief in licentie worden gegeven aan de uitvoerende privaatrechtelijke onderneming (hierna te noemen «de onderneming») die deze wederom in licentie kan doorgeven. Het eigendom van de naam en het logo komen toe aan de onderneming in het geval dat de organisatie zou ophouden te bestaan.

Daarnaast hebben de wijzigingen betrekking op het schrappen, vervangen en toevoegen van bepalingen. Zo worden geschrapt de artikelen over de Raad van Ondertekenaars die samengesteld is uit vertegenwoordigers van ondertekenaars van het verdrag op basis van hun investeringsaandeel, omdat de ondertekenaars de nieuwe investeerders van de onderneming worden en in dat verband de Raad wordt opgeheven. Voorts vervallen de artikelen over de operationele en financiële beginselen van de organisatie en over de ruimtesector, daar toegang tot de Inmarsat-ruimtesector na de verdragswijziging onder de bevoegdheid van de onderneming valt. Hieronder volgt met betrekking tot de wijzigingen een artikelsgewijze toelichting.

Het Verdrag

Artikel 1

In dit gewijzigde artikel met een omschrijving van de begrippen die in het verdrag voor-komen, worden de nieuwe begrippen «de Organisatie» en «de Onderneming» gedefinieerd. Voorts zijn definities opgenomen voor de Algemene-dienstenovereenkomst die tussen de organisatie en de onderneming geldt en voor GMDSS, het Wereldomvattend Maritieme Systeem voor Noodgevallen en Veiligheid.

Artikel 3

Dit artikel bevat de vijf grondbeginselen die de onderneming moet naleven jegens de organisatie. Het continueren van satellietdiensten ten behoeve van GMDSS is één van die beginselen. De andere zijn het universeel aanbieden van satellietdiensten zonder discriminatie op basis van nationaliteit, het gebruik van satellietdiensten uitsluitend voor vreedzame doeleinden, het streven om alle gebieden te bestrijken waar behoefte is aan mobiele satellietcommunicatie met speciale aandacht ten aanzien van landelijke en afgelegen gebieden in ontwikkelingslanden, en het opereren volgens de principes van eerlijke concurrentie.

Nieuw artikel 4

Om te garanderen dat de onderneming de vermelde grondbeginselen ten opzichte van de organisatie zal naleven en dat ook de overige bepalingen van het verdrag door die onderneming worden uitgevoerd, zal tussen beide een Algemene-dienstenovereenkomst worden gesloten. Deze dienstenovereenkomst behoeft de goedkeuring van de Assemblée.

Voorts legt het artikel een verplichting op aan de lidstaat op wiens grondgebied het hoofdkantoor van de onderneming zal worden gevestigd, om passende maatregelen te nemen, overeenkomstig de nationale wet- en regelgeving, zodat de onderneming GMDSS-diensten kan blijven aanbieden en de grondbeginselen kan naleven.

Artikel 5 (vervangt artikel 9)

Ingevolge dit artikel bestaat de organisatie uit de Assemblée en het Secretariaat dat door een Directeur geleid wordt.

Artikel 6 (vervangt artikel 10)

De vergaderingen van de Assemblée, waar deze ook mogen worden gehouden, staan open voor alle staten. Ook het gastland dat de vergadering organiseert, is verplicht zich aan deze bepaling te houden. De bedoeling hiervan is dat het bijwonen van een vergadering niet onmogelijk wordt gemaakt door mogelijke geschillen onderling tussen staten.

Artikel 8 (vervangt artikel 12)

Dit artikel beschrijft de taken van de Assemblée. De belangrijkste verschillen ten opzichte van de oorspronkelijke situatie zijn het toezicht van de Assemblée op de naleving van de grondbeginselen door de onderneming, alsmede de benoeming en het zonodig wegsturen van de Directeur die het Secretariaat leidt.

Nieuw artikel 9

Dit artikel gaat in op het Secretariaat van de organisatie. De Directeur ervan vertegenwoordigt de organisatie juridisch naar buiten toe, opereert als hoogste functionaris van het Secretariaat en is voor zijn handelingen verantwoording schuldig aan de Assemblée.

Het artikel bepaalt ook dat voor de voorrechten en immuniteiten ten behoeve van de organisatie, de Directeur, andere functionarissen en vertegenwoordigers van de lidstaten een overeenkomst wordt gesloten tussen de organisatie en de lidstaat op wiens grondgebied het Secretariaat zal worden gevestigd.

In het artikel wordt ook aangegeven dat de lidstaten afzonderlijk met de organisatie een protocol inzake voorrechten en immuniteiten afsluiten in het geval zich op het grondgebied van die staten een activiteit namens de organisatie zal afspelen.

Artikel 10 (vervangt artikel 18)

Ingevolge dit artikel wordt in de Algemene-dienstenovereenkomst vastgelegd dat de onderneming voor haar rekening neemt de operationele kosten die gemoeid zijn met de instelling en bedrijfsvoering van de organisatie.

Artikel 12 (vervangt artikel 25)

Dit artikel bepaalt dat de organisatie een rechtspersoon is.

Artikel 13 (vervangt artikel 27)

Dit artikel inzake de betrekkingen met internationale organisaties is in die zin gewijzigd dat hierin alleen nog is opgenomen de verplichting om samen te werken met de Verenigde Naties, haar gespecialiseerde organisaties en andere internationale organisaties bij het behartigen van zaken van gemeenschappelijk belang.

Aangezien de operationele activiteiten onder de bevoegdheid van de privaatrechtelijke onderneming vallen, is de samenwerking op dat gebied met internationale organisaties, zoals de Internationale Maritieme Organisatie, in de Algemene-dienstenovereenkomst geregeld.

Artikel 15 (vervangt artikel 31)

Dit artikel heeft uitsluitend betrekking op het beslechten van geschillen die rijzen tussen de verdragspartijen of tussen de verdragspartijen en de organisatie. De in het artikel genoemde bijlage inzake de procedures voor de beslechting van geschillen is met enkele wijzigingen gehandhaafd.

In het geval van een geschil tussen de privaatrechtelijke onderneming en de organisatie, bevat de Algemene-dienstenovereenkomst een bepaling inzake een geschillenbeslechtingsprocedure. Met betrekking tot die procedure worden de arbitrageregels van UNCITRAL (VN Commissie voor internationaal handelsrecht) in beginsel van toepassing verklaard. Bij andere geschillen waarbij de onderneming betrokken is, geldt het recht van het land waar de onderneming is gevestigd (thans het Verenigd Koninkrijk).

Artikel 18 (vervangt artikel 34)

Dit artikel bevat bepalingen met betrekking tot het wijzigen van het verdrag. De Assemblée dient rekening te houden met eventuele aanbevelingen van de onderneming met betrekking tot de voorgestelde wijzigingen. In tegenstelling tot de oorspronkelijke situatie worden de wijzigingen van het verdrag uitsluitend bindend voor de lidstaten die de wijzigingen hebben aanvaard. Voor de overige lidstaten treden de wijzigingen pas in werking nadat de akte van aanvaarding is neergelegd.

De Exploitatieovereenkomst

Artikel XVII, tweede lid

De wijziging van het tweede lid van artikel XVII heeft tot gevolg dat op het moment dat de onderhavige wijzigingen van het verdrag van kracht worden en daardoor alle verwijzingen in het verdrag naar de Exploitatieovereenkomst komen te vervallen, de Exploitatieovereenkomst, die de financiële kwesties regelt, ophoudt van kracht te zijn. Immers, de ondertekenaars van het verdrag investeren niet meer in de intergouvermentele organisatie, maar worden de nieuwe investeerders van de privaatrechtelijke onderneming.

Deze investeerders participeren in de privaatrechtelijke onderneming met hetzelfde investeringsaandeel waarmee zij als ondertekenaars van het verdrag aan de intergouvermentele organisatie hebben deelgenomen. Zo is het investeringsaandeel in de intergouvermentele organisatie ook omgezet in aandelen van de onderneming. Invloed van de investeerders is mogelijk via de jaarlijks te houden aandeelhoudersvergadering. Verder zal, zoals ook bepaald in de Algemene-dienstenovereenkomst, binnen twee jaar na inwerkingtreding van die dienstenovereenkomst de onderneming aan de beurs worden genoteerd. Dan zullen in de Raad van Bestuur van de onderneming 15 leden zitting hebben, waarvan negen leden de grote investeerders vertegenwoordigen en drie leden de kleinere investeerders.

De organisatie heeft geen directe invloed op de wijze waarop de investeerders in de financiële behoeften van de onderneming voorzien. Zij heeft vanwege haar bijzondere aandeel (special share) in de onderneming wel zeggenschap in onder andere zaken zoals het continueren van satellietdiensten ten behoeve van GMDSS en het beëindigen van de onderneming. Overigens zij vermeld dat artikel III van de Exploitatieovereenkomst inzake de kapitaalbijdrage aan de organisatie vervalt. In de plaats hiervan is in de Algemene-dienstenovereenkomst geregeld dat jaarlijks door de onderneming aan de organisatie de operationele en overige kosten van het Secretariaat worden betaald. Met betrekking tot de bestedingen terzake wordt, eveneens jaarlijks, verantwoording aan de onderneming afgelegd.

Koninkrijkspositie

De wijzigingen zullen, evenals beide verdragen, voor het gehele Koninkrijk gelden.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven