nr. 33
AMENDEMENT VAN DE LEDEN GISKES EN VENDRIK
Ontvangen 27 januari 2000
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Hoofdstuk 1, afdeling A, artikel V. Wet op de loonbelasting 1964 wordt
als volgt gewijzigd:
I
Na onderdeel C wordt ingevoegd:
Ca. Na artikel 10a wordt ingevoegd:
Artikel 10b Bijtelling woon-werkgebruik auto
1. Indien aan de werknemer voor woon-werkverkeer een auto ter beschikking
staat, behoort bij regelmatig woon-werkverkeer
dat met die auto plaatsheeft, mede tot het loon het in het tweede lid genoemde
woon-werkforfait auto.
2. Het woon-werkforfait auto bedraagt:
bij een reisafstand | | |
---|
van meer dan | maar niet meer dan | op jaarbasis |
– | 10 km | – |
10 km | 15 km | € 339 (f 747) |
15 km | 20 km | € 454 (f 1000) |
20 km | 30 km | € 764 (f 1684) |
30 km | 40 km | € 947 (f 2087) |
40 km | 50 km | € 1 239 (f 2730) |
50 km | 60 km | € 1 377 (f 3035) |
60 km | 70 km | € 1 528 (f 3367) |
70 km | 80 km | € 1 581 (f 3484) |
80 km | – | € 1 602 (f 3530) |
3. Indien de werknemer naar verschillende plaatsen van werkzaamheden pleegt
te reizen, wordt de reisafstand gelijkgesteld aan de gemiddelde reisafstand
naar die plaatsen gerelateerd aan de verhouding van het aantal reisdagen naar
iedere plaats.
4. Indien de werknemer op dezelfde dag naar verschillende plaatsen van
werkzaamheden pleegt te reizen, zijn de vorige leden uitsluitend van toepassing
op het reizen naar de meest bereisde plaats van werkzaamheden. Indien de plaatsen
van werkzaamheden even vaak plegen te worden bereisd, geldt de grootste reisafstand.
5. Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen
wordt onder auto verstaan een personenauto of bestelauto als bedoeld in artikel
3 van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992.
7. Het loon wordt in aanmerking genomen voorzover het uitgaat boven de
vergoeding die de belastingplichtige voor het gebruik voor regelmatig woon–werkverkeer
is verschuldigd.
II
Onderdeel AA wordt als volgt gewijzigd:
A. In onderdeel 1, aanhef, vervalt «een onderdeel».
B. Na onderdeel g wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door
een puntkomma, ingevoegd:
h. het woon-werkforfait auto.
C. Vóór onderdeel 2 wordt ingevoegd:
1a. Aan het derde lid, onderdeel b, wordt toegevoegd:
3°. het woon–werkforfait auto als bedoeld in het tweede lid,
onderdeel h;.
Toelichting
Voor een toelichting zij verwezen naar de toelichting onder amendement
26 727 nr. 110.
Giskes
Vendrik