26 727
Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001)

nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID SCHUTTE

Ontvangen 10 januari 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel 3.3.7, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd: Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot verhoging van de algemene aftrek met het bedrag van de aantoonbaar gemaakte kosten van incidentele aard.

Toelichting

In het kader van de grondslagverbreding en het beperken van conflictstof tussen belastingplichtige en inspecteur sluit het wettelijke systeem iedere aftrek van de werkelijke kosten uit. In bijzondere gevallen kan er sprake zijn van voor de belastingplichtige niet-voorzienbare uitgaven waarvan het niet in de rede ligt dat deze bestreden kunnen worden uit een vergoeding van de werkgever (daarbij valt te denken aan juridische kosten in het kader van een arbeidsconflict of aansprakelijkheden) of andere noodzakelijke kosten die nauw samenhangen met de dienstbetrekking. Het is niet doenlijk om hiervoor in de wet een uitputtende regeling op te nemen, maar daartoe zou een nadere definiëring overgelaten kunnen worden aan de minister. De ministeriële regeling kan een zeker drempelbedrag hanteren alvorens van aftrek sprake kan zijn.

Er kan geen sprake zijn van een fors budgettair nadeel nu bij de financiële berekeningen al is uitgegaan van een ruimhartige vergoedingsregeling.

Schutte

Naar boven