26 721
Financiële activiteiten provincie Zuid-Holland

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 1999

Zoals door mij toegezegd aan uw Kamer tijdens het plenair debat over de financiële activiteiten van de provincie Zuid-Holland op 11 november 1999, doe ik u hierbij ter kennisneming toekomen een afschrift van de brief, die de Permanente Vertegenwoordiger van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Europese Unie op 18 november 1999 namens de Nederlandse regering heeft gezonden aan de Europese Commissie (zie bijlage 1).1 In genoemde brief worden de vragen beantwoord, die de Europese Commissie bij haar brief van 2 augustus 1999, kenmerk D/63287, heeft gesteld over het bankieren van de provincie Zuid-Holland. Een kopie van laatstgenoemde brief treft u hierbij eveneens als bijlage 2 aan.1 Voorts gaan hierbij de bijlagen behorende bij eerstgenoemde brief, die u niet reeds eerder zijn toegezonden (zie bijlagen 3 tot en met 9).1

Ik vertrouw erop u met het bovenstaande voldoende te hebben ingelicht.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven