26 711
Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen)

nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 26 januari 2000

Hierbij doe ik u toekomen een nota van wijziging bij het wetsvoorstel tot wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen) (Kamerstukken II 1998/99, 26 711).

De nota van wijziging is met name technisch van aard. De wijzigingen betreffen o.a. verwijzingen in de Pensioen- en spaarfondsenwet en in andere wetten naar artikelen in het wetsvoorstel, alsmede de aanpassing van het wetsvoorstel aan inmiddels in werking getreden wetten. Voorts is een evaluatiebepaling opgenomen. Op de formulering van een bepaling betreffende de wijze waarop de eerbiedigende werking van toepassing is op premievrije aanspraken op pensioen wordt nog gestudeerd. Zodra hiervoor een goede formulering is gevonden, zal ik deze aan u in een volgende nota van wijziging doen toekomen.

Naast de nota van wijziging doe ik u ter kennisneming toekomen het commentaar van de Commissie gelijke behandeling, d.d. 23 december 19991, betreffende de hoofdlijnen voor de tekst van de algemene maatregel van bestuur bij het wetsvoorstel «recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen» (Kamerstukken II 1998/99, 26 711).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven