26 691
Toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van de Wet op de lijkbezorging (Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding)

nr. 29
AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA

Ontvangen 22 november 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 20, onderdeel A, vervalt in artikel 293, tweede lid, de zinsnede «en hiervan mededeling doet aan de gemeentelijke lijkschouwer overeenkomstig artikel 7, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging».

Toelichting

Voor de handhaving van deze wet en van artikel 293 Sr is het van belang dat de materiële zorgvuldigheidseisen worden onderscheiden van de formele zorgvuldigheidseisen.

In het kader van de proportionaliteit is vervolging voor een levensdelict enkel vanwege het niet nakomen van de meldingsplicht hoogst onwaarschijnlijk. Een beperking tot de materiële zorgvuldigheidseisen als rechtvaardigingsgronden is wel handhaafbaar en daardoor geloofwaardiger. In het huidige recht geschiedt handhaving van de meldingsplicht via de Wet op de lijkbezorging en via artikel 228, eerste lid, Sr. Een uitbreiding naar artikel 293, tweede lid, is dan ook niet nodig.

Halsema

Naar boven