26 691
Toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van de Wet op de lijkbezorging (Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding)

nr. 16
AMENDEMENT VAN DE LEDEN ROUVOET EN VAN DER VLIES

Ontvangen 27 oktober 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 8 wordt vervangen door:

Artikel 8

1. De commissie hoort de arts die levensbeëindiging op verzoek heeft toegepast of hulp bij zelfdoding heeft verleend over zijn verslag, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging.

2. De commissie kan te allen tijde de arts verzoeken zijn verslag schriftelijk of mondeling aan te vullen, indien dit voor een goede beoordeling van het handelen van de arts noodzakelijk is.

3. De commissie beoordeelt op basis van alle haar ter beschikking staande feiten en gegevens of de arts die levensbeëindiging op verzoek heeft toegepast of hulp bij zelfdoding heeft verleend, heeft gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in artikel 2.

4. De commissie kan bij de gemeentelijke lijkschouwer, de consulent of de betrokken hulpverleners inlichtingen inwinnen, indien dit voor een goede beoordeling van het handelen van de arts noodzakelijk is.

Toelichting

Het is ongewenst wanneer de toetsingscommissie haar oordeel uitsluitend zou baseren op het schriftelijke verslag van de arts. Juist wanneer een arts onzekerheid voelt of wel aan alle zorgvuldigheidseisen is voldaan, kan niet zonder meer van de volledigheid en juistheid van het verslag worden uitgegaan. Het horen van de arts door de toetsingscommissie dient dan ook te worden voorgeschreven. Het amendement voorziet hierin.

Rouvoet

Van der Vlies

Naar boven