nr. 16
AMENDEMENT VAN DE LEDEN ROUVOET EN VAN DER VLIES
Ontvangen 27 oktober 2000
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel 8 wordt vervangen door:
Artikel 8
1. De commissie hoort de arts die levensbeëindiging op verzoek heeft
toegepast of hulp bij zelfdoding heeft verleend over zijn verslag, bedoeld
in artikel 7, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging.
2. De commissie kan te allen tijde de arts verzoeken zijn verslag schriftelijk
of mondeling aan te vullen, indien dit voor een goede beoordeling van het
handelen van de arts noodzakelijk is.
3. De commissie beoordeelt op basis van alle haar ter beschikking staande
feiten en gegevens of de arts die levensbeëindiging op verzoek heeft
toegepast of hulp bij zelfdoding heeft verleend, heeft gehandeld overeenkomstig
de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in artikel 2.
4. De commissie kan bij de gemeentelijke lijkschouwer, de consulent of
de betrokken hulpverleners inlichtingen inwinnen, indien dit voor een goede
beoordeling van het handelen van de arts noodzakelijk is.
Toelichting
Het is ongewenst wanneer de toetsingscommissie haar oordeel uitsluitend
zou baseren op het schriftelijke verslag van de arts. Juist wanneer een arts
onzekerheid voelt of wel aan alle zorgvuldigheidseisen is voldaan, kan niet
zonder meer van de volledigheid en juistheid van het verslag worden uitgegaan.
Het horen van de arts door de toetsingscommissie dient dan ook te worden voorgeschreven.
Het amendement voorziet hierin.
Rouvoet
Van der Vlies