26 673
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie door personen van hetzelfde geslacht)

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

Wetsvoorstel

Toegevoegd is een nieuw onderdeel B en C, met verlettering van de daarop volgende onderdelen.

B

Artikel 204 wordt als volgt gewijzigd:

a. De punt achter onderdeel e van het eerste lid wordt vervangen door een puntkomma.

b. Aan het eerste lid wordt een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

f. terwijl er twee personen zijn tot wie het kind in familierechtelijke betrekking staat.

C

Artikel 207, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

a. het kind tot twee personen in familierechtelijke betrekking staat;

Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel

De Memorie van Toelichting is redactioneel gewijzigd in die zin dat het algemene gedeelte daarvan thans is ingedeeld in paragrafen, welke doorlopend zijn genummerd.

Aan de vierde alinea van paragraaf 1 is toegevoegd:

Een belangrijk verschil tussen afstamming en adoptie is dat de adoptie steeds een abstractie van de afstamming is. Het gaat in het adoptierecht om juridisch ouderschap, dat – uitzonderingen daargelaten – niet is gebaseerd op biologisch ouderschap, terwijl er in het afstammingsrecht een duidelijke band tussen biologisch en juridisch ouderschap bestaat. Omdat het in geval van ouderschap van twee personen van hetzelfde geslacht steeds gaat om niet-biologisch ouderschap van tenminste een van beide volwassenen, is gekozen voor aanpassing van het adoptierecht en niet van het afstammingsrecht.

In de laatste alinea van paragraaf 2 is het gedeelte na de vijfde zin tot het einde van deze alinea gewijzigd. De oorspronkelijke tekst luidde alsvolgt:

De kosten voor de aanpassing van het GBA-systeem worden geschat op maximaal 3,5 miljoen. Deze kosten zijn zo hoog omdat wijzigingen van de structuur van de database nodig zijn. Voor de kosten van aanpassing van het geautomatiseerde systeem van de burgerlijke stand wordt voorlopig uitgegaan van een bedrag van 10 miljoen.

In de achtste alinea van paragraaf 3 is na de tweede zin de volgende zin toegevoegd:

Ook hier zullen de verklaringen van de ouder en de verdere omstandigheden van het geval belangrijke factoren zijn bij de beoordeling van de vraag of het kind van zijn ouder als ouder nog iets te verwachten heeft.

In de achtste alinea van paragraaf 3 is na de (oorspronkelijk) derde zin de volgende zin toegevoegd:

Is er twijfel over het antwoord op de vraag of aan de gestelde voorwaarde wordt voldaan, dan zal naar mijn oordeel de rechter de oorspronkelijke ouder het voordeel van de twijfel moeten geven.

Aan de artikelsgewijze toelichting is toegevoegd een nieuw onderdeel B en C, met verlettering van de daarop volgende onderdelen:

Onderdeel B

Artikel 204, eerste lid, geeft de gevallen aan waarin de erkenning van een kind nietig is. Voorgesteld wordt om dat onder meer het geval te laten zijn wanneer het kind reeds in familierechtelijke betrekking tot twee personen staat.

De juridische ouders zijn in de huidige regeling een man en/of een vrouw. Een man is de vader van een kind als hij – kort gezegd – met de moeder is gehuwd, door erkenning, gerechtelijke vaststelling van het vaderschap of door adoptie. De vrouw is de moeder van een kind als het uit haar is geboren of wanneer zij het heeft geadopteerd (artikel 199).

Wanneer het wetsvoorstel wet wordt, kunnen door middel van adoptie ook twee vrouwen of twee mannen familierechtelijke betrekkingen hebben met een kind. Om die reden is voorgesteld een onderdeel f toe te voegen dat op sekseneutrale wijze bepaalt dat een kind tot niet meer dan twee personen in familierechtelijke betrekking kan staan. Een en ander heeft onder meer tot gevolg dat wanneer een kind geadopteerd is door de vrouwelijke partner van de moeder, het kind niet kan worden erkend door zijn verwekker.

Onderdeel C

Artikel 207, tweede lid, geeft de omstandigheden aan waarin de vaststelling van een vaderschap niet kan geschieden. In de huidige regeling is dat onder meer het geval als het kind al een vader heeft tot wie het in familierechtelijke betrekking staat (onderdeel a). Wanneer adoptie door twee personen van hetzelfde geslacht mogelijk is, kan het kind bijvoorbeeld tot twee vrouwen in familierechtelijke betrekking staan. Nu als uitgangspunt geldt dat het kind tot niet meer dan twee personen in familierechtelijke betrekking kan staan, dient het huidige onderdeel a van het tweede lid van artikel 207 te worden gewijzigd in de voorgestelde zin.

Naar boven