nr. 14
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DITTRICH C.S. TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8
Ontvangen 6 september 2000
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel D, wordt onderdeel c vervangen door:
c. Het derde lid komt te luiden:
3. Het verzoek kan alleen worden toegewezen, indien de adoptie in het
kennelijk belang van het kind is, op het tijdstip van het verzoek tot adoptie
vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets
meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft,
en aan de voorwaarden, genoemd in art. 228, wordt voldaan.
Toelichting
Door het begrip «vaststaat» in de wettekst te formuleren creëert
de regering verwarring.
In het heden kan nooit vaststaan of een toekomstige gebeurtenis in het
intermenselijk verkeer zich zal voordoen. Het blijft een inschatting.
De regering schrijft zelf al dat het begrip «vaststaat» niet
al te letterlijk moet worden genomen, maar beperkt is in zijn betekenis, omdat
met een redelijkerwijs niet te voorziene verandering in de verhouding tussen
de ouder(s) en hun kind geen rekening behoeft te worden gehouden.
Daarom is in het amendement ervoor gekozen te omschrijven wat de voorwaarde
voor toewijzing van het adoptieverzoek in feite behelst. De rechter zal zich
naast de andere voorwaarden moeten afvragen of redelijkerwijs te voorzien
is of het kind niets meer van zijn ouder(s) te verwachten heeft.
Voor alle helderheid is er nog aan toegevoegd dat die verwachting slaat
op hetgeen te verwachten is in de hoedanigheid van ouder. Deze aanvulling
is conform de toelichting van de regering.
Dittrich
Santi
Vos
Halsema