nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA
Ontvangen 1 september 2000
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel A een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Artikel 198 wordt vervangen door:
Artikel 198
Moeder van een kind is de vrouw:
a. uit wie het kind is geboren:
b. die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie
het kind is geboren, is gehuwd,
c. die het kind heeft erkend;
d. die het kind heeft geadopteerd.
II
Onderdeel B wordt vervangen door:
B
Artikel 204 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het eerste lid, onderdeel a wordt vervangen door:
a. door iemand die krachtens artikel 41 geen huwelijk mag sluiten;
b. Het eerste lid, onderdeel e wordt vervangen door:
e. door een op het tijdstip van de erkenning met iemand anders gehuwd
persoon, tenzij de rechtbank heeft vastgesteld dat aannemelijk is dat tussen
die persoon en de moeder een band bestaat of heeft bestaan die in voldoende
mate met een huwelijk op één lijn valt te stellen of dat tussen die persoon en het kind een nauwe persoonlijke betrekking bestaat;
c. Aan het eerste lid wordt een onderdeel toegevoegd, dat luidt:
f. terwijl er twee ouders zijn.
d. Het vierde lid wordt vervangen door:
4. Iemand die wegens geestelijke stoornis onder curatele staat, mag slechts
erkennen nadat daartoe toestemming is verkregen van de kantonrechter.
Toelichting
Dit amendement beoogt de rechtszekerheid van duomoeders en hun kinderen
te vergroten door de vrouwelijke partner van de moeder de mogelijkheid te
bieden zonder gerechtelijke tussenkomst het ouderschap te aanvaarden.
Halsema