26 671
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met nieuwe ontwikkelingen in de informatietechnologie (computercriminaliteit II)

nr. 22
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 16 januari 2006

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, de vaste commissie voor Economische Zaken2 en de vaste commissie voor Justitie3 hebben op 20 december 2005 overleg gevoerd met minister Donner van Justitie en minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over:

– het National High Tech Crime Centre (26 671, nr. 21).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

Mevrouw Gerkens (SP) merkt op dat het project van het National High Tech Crime Centre (NHTCC) zou moeten worden voortgezet, totdat er een advies is uitgebracht waarover de Kamer zich kan uitspreken. De kwaliteit van opsporing en vervolging van high tech crime kan nog niet worden gegarandeerd, omdat deze nog te afhankelijk is van de kennis van individuen. Het is noodzakelijk dat er een landelijk team is, met expertise en aandacht voor de aanpak van de bestrijding van met computers gepleegde criminaliteit. Dat kan wellicht ooit worden geïntegreerd in de opsporing en vervolging van criminaliteit in het algemeen, maar voorlopig is de tijd daar nog niet rijp voor.

Als iemand geld overmaakt naar een internetbedrijf dat malafide blijkt te zijn, kan daarvan geen aangifte worden gedaan bij de politie, omdat oplichting op het internet volgens de politie niet bestaat. Er is geen overzicht van de omvang en de ernst van fraude met creditcards. De beveiligingsmaatregelen hierbij stellen niet veel voor. Uit krantenberichten blijkt dat een deel van het geld van Al-Qa’ida komt uit oplichting. Andere bekende problemen hierbij zijn spam, kinderporno en zwakke plekken in de digitale infrastructuur.

Hoewel was toegezegd dat het advies over de aanpak van high tech crime er in oktober zou zijn, is het er nog niet. Volgens een bericht van het ANP van 8 november is het NHTCC gegroeid. Het is van groot belang dat het NHTCC blijft bestaan of liever nog dat het wordt uitgebreid met nieuwe bevoegdheden, zodat criminaliteit in en om het internet actief wordt opgespoord. Deze taken moeten niet worden opgeknipt en verdeeld over verschillende departementen en organisaties. Er moet meer en betere externe voorlichting en advisering zijn dan alleen het project «Surf op Safe» van het ministerie van Economische Zaken. Verder moet er meer worden samengewerkt. Hoe staan private partijen, zoals bedrijfsleven en banken, tegenover deze veranderingen? Wordt er voldoende gedaan aan preventie?

De heer Van Fessem (CDA) is werkzaam geweest als officier van justitie en als landelijk voorzitter van het opsporingsteam voor illegale handel in bedreigde dier- en plantensoorten, dat later opging in de voorloper van het milieuteam van de nationale recherche. Er kan wel worden gestreefd naar een betere organisatie, maar het is van groot belang dat de verworvenheden aan expertise, netwerken en kwaliteit van de medewerkers van het NHTCC daardoor niet verdwijnen, zoals destijds bij het genoemde voorbeeld gebeurde. In de brief staat dat de werkzaamheden van het NHTCC voorlopig worden ondergebracht bij de nationale recherche. Houdt dit in dat het NHTCC wordt opgeheven? Kan de pilot niet worden voortgezet totdat het eindadvies er is?

De heer Szabó (VVD) betreurt het dat het eindadvies er nog niet is, zodat er nog geen duidelijkheid is over de aanpak van het NHTCC. Voorkomen moet worden dat kennis, expertise en beheer van gegevens worden versnipperd over verschillende instanties binnen de overheid. Het is ook belangrijk dat er één loket is waar mensen met klachten en opmerkingen terecht kunnen, omdat snel handelen bij het bestrijden van high tech crime geboden is. De organisatie moet snel kunnen schakelen tussen activiteiten zoals monitoring, surveilleren en voorlichting.

Het antwoord van de bewindslieden

De minister van Justitie merkt op dat de Kamer bij brief erover is geïnformeerd dat de uitkomst van de pilot met het NHTCC nog niet voldeed als basis voor de verdere discussie. In de adviescommissie van het nationaal platform criminaliteitspreventie is onlangs over dit project gesproken. Er was een aantal medewerkers aangetrokken voor dit project, dat tot 1 januari loopt. De opsporingsactiviteiten lopen door en zijn voorlopig ondergebracht bij het KLPD. Daarnaast zijn er activiteiten in het tweede spoor, zoals de voorlichting in de private sector, waarvoor een geïntegreerde infrastructuur moet worden opgezet. Er is grote steun binnen het bedrijfsleven om hiermee verder te gaan.

Er wordt enerzijds aandacht besteed aan preventie en voorlichting, waarbij wordt gewezen op de risico’s, en anderzijds aan opsporing en handhaving. Er wordt wel doorgegaan met deze taken, maar er wordt nog gesproken over de vorm waarin dat moet gebeuren. Er is overeenstemming over dat de opgebouwde expertise waardevol is en niet moet verdwijnen en ook niet moet worden versnipperd. Het tegengaan van opknippen kan er echter toe leiden dat de middelen niet efficiënt worden ingezet, doordat er sprake is van duplicering van dingen die in ander verband gebeuren. Er kan bijvoorbeeld ook gebruik worden gemaakt van de deskundigheid die bij het bankwezen is opgebouwd. Zodra het advies er is, zal het kabinet hierover een standpunt innemen en dit aan de Kamer doen toekomen. Hierover zullen in het eerste kwartaal van 2006 besluiten worden genomen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Noorman-den Uyl

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Hofstra

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie,

De Pater-van der Meer

Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Vos (GroenLinks), Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (LPF), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Hijum (CDA), Van Schijndel (VVD), Irrgang (SP).

Plv. leden: Klaas de Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GroenLinks), Weekers (VVD), Slob (ChristenUnie), Hirsi Ali (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GroenLinks), +örüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koşer Kaya (D66), Knops (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Hermans (LPF), Leerdam (PvdA), Wolfsen (PvdA), Eski (CDA), Van der Sande (VVD), Kant (SP), Balemans (VVD), De Wit (SP).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), ondervoorzitter, Atsma (CDA), Timmermans (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Weekers (VVD), Slob (ChristenUnie), Van As (LPF), Van den Brink (LPF), Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), Van Velzen (SP), Algra (CDA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), De Krom (VVD), Heemskerk (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Jonker (CDA), Jungbluth (GroenLinks), Irrgang (SP).

Plv. leden: Tichelaar (PvdA), Dittrich (D66), Örgü (VVD), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Hijum (CDA), Koenders (PvdA), Duyvendak (GroenLinks), Joldersma (CDA), Van Egerschot (VVD), Van der Vlies (SGP), Varela (LPF), Hermans (LPF), Verburg (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Haan (CDA), Blok (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Van Heteren (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Waalkens (PvdA), Szabó (VVD), Van Dijk (CDA), Van Gent (GroenLinks), Gerkens (SP).

XNoot
3

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), Klaas de Vries (PvdA), Van Heemst (PvdA), Vos (GroenLinks), Rouvoet (ChristenUnie), De Wit (SP), Albayrak (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, Çörüz (CDA), Verbeet (PvdA), ondervoorzitter, Wolfsen (PvdA), Jan de Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Eerdmans (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), Van Fessem (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Van der Laan (D66), Visser (VVD), Azough (GroenLinks), Van Egerschot (VVD).

Plv. leden: Jonker (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Timmer (PvdA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Van Velzen (SP), Tjon-A-Ten (PvdA), Van Baalen (VVD), Blok (VVD), Hirsi Ali (VVD), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Arib (PvdA), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Kraneveldt (LPF), Joldersma (CDA), Van As (LPF), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Lambrechts (D66), Van Schijndel (VVD), Karimi (GroenLinks), Örgü (VVD), Kalsbeek (PvdA), Vergeer (SP).

Naar boven