26 668
Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de mogelijkheid een registratiedatum te bepalen voor de uitoefening van stem- en vergaderrechten in de naamloze vennootschap

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de mogelijkheid een registratiedatum te bepalen voor de uitoefening van stemen vergaderrechten in de naamloze vennootschap.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

7 juli 1999

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van de communicatie met aandeelhouders en de verwerving en uitoefening van volmachten wenselijk is dat het bestuur van een naamloze vennootschap kan bepalen dat slechts diegenen die op een bepaalde datum als aandeelhouder of certificaathouder of als pandhouder of vruchtgebruiker zijn geregistreerd, stem- en vergaderrechten kunnen uitoefenen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Na artikel 118 van boek 2 wordt een nieuw artikel 119 ingevoegd, luidende:

Artikel 119

1. De algemene vergadering van aandeelhouders kan het bestuur voor een periode van ten hoogste vijf jaren machtigen bij de bijeenroeping van een algemene vergadering te bepalen dat voor de toepassing van artikel 117 leden 1 en 2 als stem- of vergadergerechtigde hebben te gelden zij die op een daarbij te bepalen tijdstip die rechten hebben en als zodanig zijn ingeschreven in een door het bestuur aangewezen register, ongeacht wie ten tijde van de algemene vergadering de rechthebbenden op de aandelen of certificaten zijn.

2. De uiterste dag van registratie mag niet vroeger worden gesteld dan op de zevende dag voor die der vergadering.

3. Bij de oproeping voor de vergadering wordt de dag van registratie vermeld alsmede de wijze waarop de stem- of vergadergerechtigden zich kunnen laten registreren.

ARTIKEL II

In afwijking van artikel 119 lid 1, zoals vastgesteld bij deze wet, kan het bestuur voor een algemene vergadering van aandeelhouders die in het jaar 2000 wordt gehouden, zonder machtiging van de algemene vergadering een registratiedatum bepalen.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de datum na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

Naar boven