26 666
Verslag van een bezoek van de Voorzitter met een delegatie aan Japan

nr. 1
VERSLAG

Vastgesteld 27 oktober 1999

Van 6 tot en met 15 mei 1999 heeft de Voorzitter met een delegatie een bezoek gebracht aan Japan op uitnodiging van de Voorzitter van het Huis van Afgevaardigden van de Diet van Japan. De delegatie bestond uit de leden J. van Nieuwenhoven (Voorzitter van de Tweede Kamer), M.M. van Zuijlen (PvdA), E.G. Terpstra (VVD), J.S.J. Hillen (CDA), O. Scheltema-de Nie (D66), C.G. van der Staaij (SGP). De Plv. Griffier van de Tweede Kamer M.G.W. Robbers-van der Borg begeleidde de delegatie.

De gastvrijheid van de Diet was zo groot dat de delegatie zich een goede indruk heeft kunnen verwerven van het Japanse Parlement, de Diet, de Japanse cultuur en van de waardering van de reeds eeuwenlang bestaande relatie tussen Japan en Nederland. Daartoe dienden de ontmoetingen en gesprekken en bezoeken aan de Voorzitter van het Huis van Afgevaardigden en het Huis van Raadgevenden van de Diet en met de leden van de Diet en hun adviseurs. Zo ook de bezoeken aan de Minister-President, de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, de Minister van Onderwijs en een school. Het voorbereidend bezoek aan de prefect van Nagasaki te Huis ten Bosch was eveneens zeer constructief. Evenals het bezoek aan het museum van Nagasaki en de plaats Decima. Het bezoek van de Voorzitter aan de Keizer en Keizerin waarbij de Nederlandse ambassadeur te Japan aanwezig was droeg ook bij aan de kennis van de verhoudingen.

Gedurende het gehele officiële bezoek is de delegatie begeleid door ambassadeur mr. Tasashi Suzuki, Directeur-Generaal internationale Zaken van het Huis van Afgevaardigden van de Diet.

De ambassadeur van Nederland in Japan de heer R. van Nouhuys heeft tijdens de duur van het verblijf in Tokyo de delegatie begeleid. Tijdens bijeenkomsten heeft de ambassadeur de delegatie uitvoerig gebrieft. De ontvangsten in de Residentie maakten verdere informatie mogelijk, waarvoor de delegatie zijn dank wil uitspreken.

De delegatie is begeleid door de Consul-Generaal te Osaka en Kobe, de heer H.C.J. Everaars, tijdens het bezoek aan Huis ten Bosch, Nagasaki en Kyoto en Nara. Ook hen komt veel dank toe.

Een weergave van het programma van het bezoek en een samenvatting van de gesprekken zijn bij dit verslag gevoegd.

De voorzitter van de delegatie,

Van Nieuwenhoven

De griffier van de delegatie,

Robbers-van der Borg

Op uitnodiging van de Voorzitter van het Huis van Afgevaardigden van de DIET van Japan heeft de Voorzitter van de Tweede Kamer, mevrouw J. van Nieuwenhoven, een bezoek gebracht aan Japan tezamen met mevrouw M.M. van Zuijlen (PvdA), mevrouw E.G. Terpstra (VVD), de heer J.S.J. Hillen (CDA), mevrouw O. Scheltema-de Nie (D66), de heer C.G. van der Staaij (SGP). De plv. Griffier van de Tweede Kamer, mevrouw M.G.W. Robbers-van der Borg, begeleidde de delegatie.

Met het oog op het in het jaar 2000 te vieren feit van 400 jaar relatie Japan–Nederland stelt de Voorzitter van de DIET het op prijs te bespreken op welke wijze de goede verstandhouding kan worden beschouwd.

Bij het bezoek op de eerste dag, 10 mei 1999, sprak hij de hoop uit dat de onderlinge relatie met respect voor het verleden en de hoop op de toekomst kan worden bezien.

Twee en een halve eeuw waren de Nederlanders vanuit Decima het enige contact van Japan met de rest van de wereld. Toen halverwege de 19e eeuw ook anderen contact zochten ging veel via de reeds bestaande Nederlandse nederzetting.

De Voorzitter van de Tweede Kamer sprak de hoop en verwachting uit dat, ondanks de sombere relatie gedurende de Tweede Wereldoorlog, respect borg blijft staan voor een goede verhouding in de toekomst.

Het is goed om enige beschrijving van Japan te geven die als volgt luidt:

Wetgevende macht

De Nationale Diet (het parlement) is het hoogste machtsorgaan van de staat en het enige wetgevende lichaam. Het bestaat uit het Huis van Afgevaardigden (ook wel Lagerhuis) met 512 zetels en het Huis van Raden met 252 zetels. De leden van het Huis van Afgevaardigden worden gekozen voor een termijn van vier jaar of korter als het Huis eerder wordt ontbonden. De leden worden gekozen door 130 kiesdistricten die, met een uitzondering, twee tot zes leden kiezen afhankelijk van het aantal inwoners.

De leden van het Huis van Raden worden voor een termijn van zes jaar gekozen. De helft wordt om de drie jaar gekozen. Honderd van hen worden gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging door wat het nationale kiesdistrict wordt genoemd, hetgeen betekent dat zij door de kiezers van het hele land worden gekozen. De overige 152 worden gekozen door 47 prefecturale kiesdistricten.

De zittingen van beide Huizen kunnen gewone, buitengewone of speciale zittingen zijn. De gewone zitting van de Diet is eenmaal per jaar in december en duurt 150 dagen. De belangrijkste wet, ingediend in een gewone zitting, is de begroting voor het volgende fiscale jaar. Het Huis van Afgevaardigden heeft het recht als eerste daarover te beraadslagen. Het krijgt ook voorrang boven het Huis van Raden bij het aanwijzen van een nieuwe minister-president en bij het beraad over het sluiten van verdragen. Het heeft ook het recht moties van vertrouwen of wantrouwen in het kabinet in te dienen. Dit is het belangrijkste recht van het Lagerhuis in de parlementaire politiek. Het Huis van Raden is niet bij wet gemachtigd moties van wantrouwen in te dienen.

De voorzitter en de vice-voorzitter van het Huis van Afgevaardigden en de president en vice-president van het Huis van Raden hebben de plicht de orde te handhaven in de vergaderzaal en toezicht te houden op de agenda. Om zeker te zijn van een onpartijdige gang van zaken in de Diet negeren zij alle vier zonodig de band met hun partij. Het Huis van Raden kan tijdelijk het Huis van Afgevaardigden vervangen in de uitvoering van de parlementaire functie als het kabinet een spoedzitting van het Hogerhuis bijeenroept terwijl het Lagerhuis ontbonden is.

De Japanse burgers van 25 jaar en ouder zijn verkiesbaar voor het Huis van Afgevaardigden en die van 30 jaar en ouder kunnen in het Huis van Raden worden gekozen. Japan heeft algemeen kiesrecht voor volwassenen waarbij alle mannen en vrouwen van 20 jaar en ouder aan alle verkiezingen kunnen deelnemen.

Politieke Partijen

Japan's eerste politieke partij, de Algemene Vereniging van Patriotten (Aikoku Kato), werd in 1874 opgericht en bood de Regering onmiddellijk een stuk aan waarin werd opgeroepen een representatieve wetgevende macht in te stellen. De eerste algemene verkiezingen werden 16 jaar later gehouden, op 1 juli 1890, en de eerste vergadering van de Diet kwam bijeen op 29 november 1890. De Diet van Japan was de eerste nationale wetgevende macht in Azië.

De rol van politieke partijen in nationale aangelegenheden werd in de volgende decennia groter maar de opkomst van het militarisme in de periode voor de Tweede Wereldoorlog veroorzaakte een vermindering van de invloed der partijen en leidde uiteindelijk tot hun tijdelijke ontbinding.

De zes grote partijen in Japan zijn nu: De Liberale Democratische Partij; Japanse Socialistische Partij; Komeito; Democratisch-Socialistische Partij; Japanse Communistische Partij en de Verenigde Democratische Partij.

De basisprincipes van het beleid van de regerende LDP zijn: (1) Japan vervolmaken als een democratische en culturele staat door het versterken van bestaande instellingen in overeenstemming met de beste principes van de democratie; (2) streven naar een zelfstandig en onafhankelijk Japan; (3) streven naar betere internationale betrekkingen op basis van een wereldomvattende gerechtigheid voor een mensheid die sterk verlangt naar vrede en vrijheid; en (4) een alomvattend economisch programma maken en uitvoeren dat uitgaat van individueel initiatief en vrijheid van ondernemen, daarbij het welzijn van het publiek in het oog houden, het levensonderhoud van het volk duurzaam maken en een welzijnsstaat tot stand brengen.

De Uitvoerende Macht

De uitvoerende macht berust bij het kabinet dat bestaat uit een minister-president en niet meer dan 20 ministers; het is in zijn geheel verantwoording verschuldigd aan de Diet. De minister-president, die wordt aangewezen door de Diet en die lid moet zijn van het Huis van Afgevaardigden, heeft de bevoegdheid ministers aan te stellen en te ontslaan; alle ministers moeten burgers zijn en de meerderheid moet lid zijn van de Diet.

Als het Huis van Afgevaardigden een motie van wantrouwen aanneemt of een motie van vertrouwen in de Regering verwerpt moet het kabinet aftreden, tenzij het Huis binnen tien dagen wordt ontbonden. Voorts is er een Raad van Controle, een onafhankelijk grondwettig lichaam dat verantwoordelijk is voor de jaarlijkse controle van de staatsboekhouding.

Japan is verdeeld in 47 prefecturen waarbij het hoofdstedelijke gebied van Tokio is inbegrepen; men vindt lokaal bestuur op het niveau van prefectuur, stad en dorp, elk met hun respectievelijke raad. De gouverneurs van een prefectuur en de burgemeesters van een stad of dorp worden, evenals de leden van de plaatselijke bestuursraden, gekozen door de geregistreerde kiezers in het betreffende district.

De Rechterlijke Macht

De rechterlijke macht, die geheel onafhankelijk is van de wetgevende en uitvoerende macht, bestaat uit het Hooggerechtshof, acht gerechtshoven, een arrondissementsrechtbank in iedere prefectuur (behalve Hokkaido waar er vier zijn) en een aantal gerechten voor kleine overtredingen. Verder zijn er een aantal gerechten om te oordelen over familierechtelijke klachten.

De zittingen zijn openbaar en vonnissen moeten in het openbaar worden uitgesproken, tenzij het hof of rechtbank unaniem beslist dat openbaarheid een gevaar kan zijn voor de openbare orde of goede zaken. Maar politieke delicten, delicten inzake de pers of zaken die betrekking hebben op de in de Grondwet gewaarborgde rechten van het volk, moeten altijd in het openbaar worden behandeld.

JAPAN

Staatkundige situatie

I. Algemeen

De Grondwet van 1947 ontzegt het Japanse volk het recht om oorlog te voeren of wapens te gebruiken. Het recht van de staat om zich in staat van oorlog te bevinden, wordt niet erkend. Desondanks heeft Japan de beschikking over een «zelfverdedigingsmacht» van behoorlijke omvang. De veiligheid van Japan wordt gegarandeerd door de VS op grond van het veiligheidsverdrag tussen de twee landen. Tegen deze achtergrond heeft Japan zich bij conflicten in de regio terughoudend opgesteld. Recentelijk is er wel sprake van deelname van Japanse soldaten aan VN-eenheden die deel uitmaken van een vredesmacht, en van de inzet van militaire vliegtuigen bij de evacuatie van Japanse burgers uit probleemgebieden.

II. Geopolitieke situatie

De veiligheid in de regio wordt bepaald door de grote vier: de VS die sinds de IIe Wereldoorlog in de regio dominant aanwezig zijn en de veiligheid van Japan garanderen, de Russische Federatie die door zijn Aziatisch grondgebied en in zijn hoedanigheid van voormalig grootmacht – en nog steeds: kernmogendheid – van belang is, China, het grootste land in de regio, eveneens kernmacht, en Japan zelf. De ineenstorting van het communisme maakte een einde aan de verhoudingen die het gebied 40 jaar lang beheersten: de tegenstelling tussen de VS en Japan enerzijds en de Sovjet-Unie en China anderzijds, die onderling van grote tegenstellingen blijk geven.

Het militair-strategisch evenwicht in de regio houdt sterk verband met de krachtsverhouding tussen de maritieme strijdkrachten, mede omdat een belangrijk deel van de natuurlijke hulpbronnen (vis en olie) in de regio zich in of onder de zee bevinden. De conflicten daarover in deze regio spelen zich dan ook vaak af rond kleine eilanden of rotspunten, die van belang zijn vanwege de territoriale claims die van daaruit kunnen worden neergelegd.

Het Japanse buitenlandse beleid is in belangrijke mate gericht op Azië, waarbij Japan zoekt naar het juiste evenwicht in de politieke profilering naar de eigen regio. Dit ligt historisch gezien gevoelig bij de Aziatische buurlanden. Nochtans zal Japan het economische overwicht ook politiek vertaald willen zien, zeker in het licht van de opkomst van regionale grootmachten als China. De grotere aandacht van Japan voor Azië lijkt enigszins ten koste te gaan van de aandacht voor met name Europa. De relaties met de EU hebben een sterk economisch/handelspolitiek karakter, terwijl de politieke dimensie wat onderbelicht blijft. Japan lijkt evenwel de politieke relaties met de EU een hoger profiel te willen toekennen, waardoor de mondiale driehoek Japan-VS-EU wordt benadrukt en de Japanse legitimiteit in de Aziatische regio wordt versterkt. Japan is zich in toenemende mate in VN-kaders aan het profileren. Nederland heeft inmiddels steun uitgesproken voor een Japanse zetel in de VN Veiligheidsraad.

III. EU-Japan

De ontwikkeling van de politieke betrekkingen van de EU met Japan is vooral ingegeven door de wens om de markttoegang van de EU-lidstaten te vergroten. Tot op heden zijn de politieke betrekkingen tussen de EU en Japan, zeker in vergelijking met de economische betrekkingen, slechts matig ontwikkeld.

Hoewel de nadruk van het Japanse buitenlandse beleid overwegend is gericht op Azië en voor wat betreft het veiligheidsbeleid op de Verenigde Staten lijkt Japan te streven naar een hoger profiel in de internationale politiek (o.a. de wens van een permanent lidmaatschap van de Veiligheidsraad dat door Nederland wordt ondersteund), alsmede naar een opwaardering van de politieke relaties met de EU. Het benadrukken van de driehoek Japan-EU-VS zou tevens Japan meer aanzien kunnen geven in de regio.

Op basis van de Declaratie van Den Haag (1991) en de daarop vastgestelde conclusies van de Raad (1992) voert de EU een regelmatige dialoog met Japan en is er op een veelheid aan terreinen samenwerking tot stand gebracht. De dialoog vindt plaats op diverse niveaus, variërend van jaarlijkse topontmoetingen, ministeriële besprekingen tot besprekingen tussen experts.

In een evaluatie van de Declaratie en de dialoog/samenwerking ten aanzien van Japan heeft de Europese Commissie in mei 1995 een Mededeling voorgelegd aan de Raad: «Europe and Japan, the next steps». De Commissie concludeerde daarin dat de coö-peratieve benadering van de EU, in tegenstelling tot de meer confrontatie-gerichte benadering van de VS, heeft geleid tot een gestructureerde politieke dialoog en verschillende concrete samenwerkingsactiviteiten in de eerste pijlen. Deze benadering werd door de Raad ondersteund, en deze concludeerde eveneens dat naast het bevorderen van de economische relaties, Japan een politieke rol zou moeten vervullen die meer overeenstemt met zijn (economisch) gewicht in de wereld. Thans wordt door de Lidstaten bekeken op welke wijze de politieke relatie met Japan verder aangehaald kan worden. In dit verband spelen elementen als gemeenschappelijke interesse, consensus binnen de EU en praktische samenwerking een belangrijke rol.

De Europese Commissie is al enige tijd doende een nieuwe mededeling op te stellen ten behoeve van de Raad, op basis waarvan de gedachtenvorming in de EU over de gewenste relatie met Japan verder kan worden ontwikkeld. Een belangrijke toetssteen hiervoor zal voor veel lidstaten zijn de perceptie ten aanzien van de bereikte verbetering van de markttoegang in Japan en de versterking van de handels- en investeringsrelaties. Een tweede toetssteen is gelegen in het vinden van voldoende «common ground» ten behoeve van een verhoogd politiek profiel. Recentelijk kondigde de Commissie aan dat het document nog voor het einde van 1998 zou verschijnen.

NEDERLAND EN JAPAN

a. Relatie Nederland-Japan

De relatie tussen Nederland en Japan (tweede economie ter wereld en eerste Nederlandse handelspartner in Azië) zijn bijzonder, niet alleen vanwege de het langdurige karakter (bijna 400 jaar), maar ook vanwege de Nederlandse invloed op Japan in het verleden. Aan Japanse kant wordt dan ook grote waarde gehecht aan de betrekkingen met ons land. Nederland speelt voor Japan nog steeds regelmatig een bijzondere rol bij het bevorderen van de betrekkingen tussen de EU en Japan.

De meest markante elementen in de Japans-Nederlandse betrekkingen zijn in de eerste plaats een voortdurende, sterke onevenwichtigheid en in de tweede plaats het oorlogsverleden. Tot aan 1949 vormde Indonesië, en tot 1963 Nieuw-Guinea, natuurlijk ook een belangrijke component van de betrekkingen.

De fundamentele onbalans bestond, zoals bekend, al in de dagen van de Nederlandse handelspost op Deshima. In Nederland was men in het algemeen op zijn best marginaal geïnteresseerd in het verste land in het Verre Oosten. De Japanse aandacht voor Nederland was vele malen groter, al moet daarbij worden bedacht dat deze niet zozeer specifiek op Nederland was gericht, maar op Westerse wetenschap en technologische kennis, waarvoor Nederland en de unieke handelspost als doorgeefluik fungeerde. Ook na de Tweede Wereldoorlog is deze fundamentele ongelijkheid in de betrekkingen op het gebied van economie, onderwijs en cultuur blijven bestaan.

Het oorlogsverleden heeft de na-oorlogse betrekkingen tussen Nederland en Japan sterk beheerst. Naast de diepgaande emoties op grond van de schokkende en ingrijpende kampervaringen is het een belangrijk gegeven dat 240 000 Nederlanders uit Nederlands-Indië met de Japanse bezetting zijn geconfronteerd. Van hen werden er 140 000 geïnterneerd: 40 000 krijgsgevangenen en 100 000 burger-geïnterneerden. Het aantal Nederlanders dat na de Tweede Wereldoorlog als journalist, wetenschapper, zakenman, diplomaat of student directe ervaringen in en met Japan heeft opgedaan, is daarentegen heel beperkt.

De Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in de Pacific staan niet op zichzelf: het aantal Indonesische slachtoffers van de Japanse bezetting o.a. door dwangarbeid op grote schaal, is buitengewoon groot geweest, om nog maar niet te spreken van de grote aantallen slachtoffers in de rest van Azië.

De late erkenning van de oorlogservaringen van de «Indische» Nederlanders, de onbevredigende manier waarop de kwestie van schadevergoeding in 1956 is afgewikkeld, het late tijdstip en de wijze waarop voor het oorlogsleed excuses is aangeboden, hebben de gevoelens van onvrede rond de «ereschulden» versterkt.

b. Viering 400 jaar betrekkingen Nederland-Japan

In het jaar 2000 vindt zowel in Nederland als in Japan een grootscheepse viering plaats van het bestaan van 400 jaar betrekkingen tussen Nederland en Japan. Het is dan 400 jaar geleden dat het uit Rotterdam vertrokken Hollandse schip «De Liefde» aankwam in Zuid-Japan. De Nederlandse handelspost Deshima (Nagasaki) van 1630 tot het midden van de 19e eeuw bood het afgesloten Japan een venster op de wereld. Voor de viering is o.g.v. een ministerraadsbesluit de Stichting 400 jaar Nederland-Japan opgericht onder voorzitterschap van Mw. Y. van Rooy. De Stichting is belast met het stimuleren, sturen en coördineren van activiteiten in het kader van de herdenking, waaronder die van lagere overheden en particuliere organisaties. Naast de activiteiten die door de Stichting ondersteund worden zal de Stichting in Japan in het jaar 2000 twee kernactiviteiten zelf organiseren, nl. het nabootsen van de «hofreis» van de Nederlanders in Deshima naar Tokio via Nagasaki en Osaka en de afsluitende week van de feestelijkheden.

Aan de Japanse kant is een stuurgroep opgericht o.l.v. de conservatieve LDP-politicus Taro Nakayama. Tot nu toe is de Japanse inzet voor de manifestatie op nationaal niveau, beperkt gebleven. Op plaatselijk niveau bestaat echter zeker enthousiasme voor de viering, zoals blijkt uit de contacten van Ambassade en CG met een groot aantal gemeenten en instellingen.

In bijlage is de brief van de minister van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer over de herdenking opgenomen. Hierin wordt aandacht besteed aan de plaats van het oorlogsverleden binnen de herdenking en aan de contouren van de viering.

Belangrijke elementen binnen het kader van de herdenking zijn:

– een kernweek (19–25 april 2000) van festiviteiten in Japan waarbij wordt gerekend op aanwezigheid van de Prins van Oranje (beschermheer naast de Japanse kroonprins van de herdenking) en vertegenwoordigers van de Nederlandse regering.

– een voorgenomen bezoek van de Japanse keizer in de periode eind mei-begin juni van het jaar 2000.

De Japanse kant ziet het staatsbezoek als het hoogtepunt van de viering. Men wil dat het in het teken van de goede betrekkingen met Japan komt te staan, met respect voor de kwestie van het oorlogsverleden. Ook in het kader van het staatsbezoek zal aan het oorlogsverleden en de slachtoffers van de oorlog aandacht worden besteed. Over de vorm daarvan is overleg gaande met de Japanse kant enerzijds, en zal in juni worden geëntameerd met het Indisch Platform anderzijds.

In het kader van de viering van 400 jaar betrekkingen wordt door het RIOD een tentoonstelling voorbereid voor de bezetting van voormalig Nederlands-Indië door Japan. De opzet van de tentoonstelling is om de bezettingsperiode te laten zien door Indonesische, Nederlandse en Japanse ogen. Indonesische, Nederlandse en Japanse organisaties zijn bij de voorbereiding van deze tentoonstelling betrokken en verschillende instellingen en personen hebben potentieel materiaal daarvoor aangeleverd: op dit punt bestaat een goede samenwerking. Men hoopt te voorkomen dat als deze tentoonstelling op een groot aantal plaatsen in Japan wordt uitgebracht, er politieke problemen kunnen ontstaan met veteranenorganisaties en extreem-nationalistische elementen.

Het is duidelijk dat het RIOD geheel onafhankelijk functioneert en dat de inhoud van de tentoonstelling en de locaties een zaak van het RIOD zelf zijn, dat terzake trouwens overleg pleegt met de Stichting 400 jaar en een «Indisch Platform» waarin ex-krijgsgevangenen en burger-geïnterneerden zijn vertegenwoordigd. Informeel is vernomen dat het RIOD er uiteraard niet op uit is om de Japanners te provoceren en tracht een tentoonstelling samen te stellen die een breed Japans publiek kan informeren over grotendeels onbekende aspecten van het oorlogsverleden. Bij de voorbereiding van de tentoonstelling wordt ook met Japanse veteranenorganisaties samengewerkt. De tentoonstelling vormt overigens een onderdeel van de viering, en is daarin zeker niet dominant. De gemeente Nagasaki heeft de tentoonstelling inmiddels in principe geaccepteerd maar men zoekt naar een particuliere organisatie die de tentoonstelling kan huisvesten. Het RIOD beziet uiteraard of deze niet ook op andere locaties kan worden uitgebracht om zodoende een breder publiek te bereiken.

c. Het oorlogsverleden

Hoewel de bilaterale betrekkingen tussen Japan en Nederland als duurzaam en uitstekend mogen worden gekwalificeerd, zijn deze «belast» met de erfenis van de Tweede Wereldoorlog, de kwestie van de zogenaamde Japanse ereschulden en die van dwangprostitutie van Nederlandse vrouwen in voormalig Nederlands-Indië onder Japanse bezetting. Circa 77 000 Nederlandse ex-gedetineerden in Japanse kampen in voormalig Nederlands-Indië verlangen via de Stichting Japanse Ereschulden (JES) van de Japanse regering naast een formele schuldbekentenis en spijtbetuiging voor de schending van mensenrechten de erkenning van de ontstane «ereschuld» en een financiële genoegdoening van geleden materiële en immateriële schade compensatie van USD 20 000 per slachtoffer.

De kwestie van het oorlogsverleden speelt een belangrijke rol bij de viering van 400 jaar betrekkingen. Een «Indische contactgroep» begeleid de Stichting 400 jaar Nederland-Japan bij haar activiteiten ter herinnering van het oorlogsverleden. Een door het RIOD opgestelde tentoonstelling over beelden vanuit Indonesische, Japanse en Nederlandse invalshoek over de Japanse bezetting van Indonesië maakt een tournee door Japan naast de publicatie van vertalingen van kampdagboeken. Ook kan het oorlogsverleden een schaduw werpen op het staatsbezoek van de Japanse keizer in het jaar 2000. Tijdens het bezoek van de keizer aan Londen in mei van dit jaar hebben zich diverse protest-demonstraties afgespeeld, die de pers over het bezoek hebben beïnvloed.

In de Nederlands-Japanse betrekkingen speelt de geschiedenis van de interneringen in voormalig Nederlands-Indië van zowel krijgsgevangenen als burgers een belangrijke rol. Betrokkenen hebben lange tijd het gevoel gehad dat hun ervaringen in Nederland niet serieus werden genomen. Daarnaast was men van oordeel dat de schadevergoeding mager afstak in vergelijking met de schadevergoeding die voor oorlogsleed uit Duitse handen werd ontvangen.

De Japanse Ambassadeur spant zich persoonlijk is voor een goede relatie tussen de Japanse Ambassade, de Stichting Japanse Ereschulden (JES) en andere organisaties van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in Azië. Hij is er in belangrijke mate in geslaagd hun vertrouwen te winnen. Vertegenwoordigers van JES die maandelijks voor de Japanse Ambassade demonstreren worden nadien door hem ontvangen. Een succes voor zijn bemiddelingspogingen vormde het samenwerkingsakkoord (zomer 1998) tussen het Asian Women's Fund en een Nederlands Uitvoerend Comité o.l.v. Generaal Huyser. Het AWF is een door de overheid gesponsord maar verder particulier fonds voor compensatie van ex-dwangprotituees. Na vele jaren van afhoudendheid bij de Stichting JES en de betrokken ex-dwangprostituees vormde het akkoord een doorbraak in de verhoudingen. In een persbericht heeft MP zijn tevredenheid geuit over het bereikte akkoord.

d. Compensatie interneringen

Volkenrechtelijk is de kwestie van schadevergoeding met Japan afgedaan met het Vredesverdrag van San Francisco, de daarop volgende briefwisseling tussen de ministers van BZ Stikker en Yoshida en een protocol van 1956. Per krijgsgevangene is destijds NLD 264 uitgekeerd, per burgergeïnterneerde NLG 415. Met deze schadevergoeding heeft de Nederlandse Staat officieel van iedere verdere vorm van schadevergoeding afgezien. Dit neemt niet weg dat de Nederlandse overheid haar onderdanen als particulieren morele steun verleent bij het verkrijgen van herstel voor de geleden schade, materiaal en immaterieel. Een belangrijke impuls voor hun organisaties vormde de schadevergoeding van $ 20 000 die de Amerikaanse overheid uiteindelijk eind jaren '80 uitkeerde ter compensatie van het leed van de Japanners die tijdens de oorlog in de VS werden geïnterneerd.

De Stichting Japanse Ereschulden (JES, opgericht 1990) zet zich al geruime tijd in voor de belangen van geïnterneerden (burgers en militairen) tijdens de bezetting van toenmalig Nederlands-Indië. Het vraagstuk van de ereschulden is ook een onderwerp in de binnenlandse politiek. In 1991–1992 bijvoorbeeld heeft zich in het Parlement een felle discussie afgespeeld over dit onderwerp. In 1994 is deze discussie andermaal opgeleefd.

De Stichting Japanse Ereschulden heeft tegen de Japanse staat een proces aangespannen voor een schadevergoeding ad $ 20 000 aan getroffenen. De uitspraak van de Japanse rechter, gedaan op 30 november jl., hield in dat aan de betrokkenen geen schadevergoeding werd toegekend. In tegenstelling tot de zaak van de Britse geallieerde POW's ging de rechter ditmaal echter wel inhoudelijk op de zaak in. Zo werd erkend dat Japanse militairen de Haagse Conventie (1907) had geschonden door mishandeling e.d. van Nederlandse POW's en geïnterneerde burgers. Deze Conventie bood volgens de rechter echter geen juridische basis voor individuele eisen tot schadevergoeding. Ook internationaal humanitair recht en internationaal gewoonterecht boden hiertoe geen juridische basis. Vertegenwoordigers van de Stichting JES spraken dan ook de hoop uit op basis van de Haagse Conventie en de briefwisseling tussen Stikker en Yoshida in 1951 succesvol beroep te kunnen aantekenen tegen het vonnis van heden. Zij merkten hierbij op dat de zaak naar verwachting een nog sterker juridisch karakter zou krijgen; getuigenissen van slachtoffers waren naar verwachting immers niet meer nodig nu mishandeling van de gevangenen reeds was erkend door de Japanse rechter.

Het is duidelijk dat het instellen van hoger beroep, dat zeker een jaar zal duren en het feit dat er naar de mening van de vertegenwoordigers een juridische opening ligt, de politieke actualiteit van deze kwestie enigszins vermindert. De Japanners blijven aandacht geven aan de gang van zaken bij het staatsbezoek van de Japanse keizer dat is voorzien voor eind mei 2000.

e. De politiek-economische situatie in Japan

De in 1955 opgerichte Liberaal Democratische Partij (LDP) is m.u.v. de periode 1993–1996 onafgebroken aan de macht geweest. De in 1996 aangetreden LDP premier Hashimoto stapte in juni 1998 op nadat de LDP bij Hogerhuisverkiezingen een forse nederlaag had geleden. Deze verkiezingsuitslag toonde aan dat het electoraat niet tevreden was over de wijze waarop hij en zijn partij de sinds 1990 bestaande economische problemen het hoofd trachtte te bieden. Hashimoto werd opgevolgd door de minister van Buitenlandse Zaken Obuchi. Daarmee kwam opnieuw een man van het oude stempel aan de macht. Opname in het kabinet van enkele andere oudgedienden, waaronder ex-premier Miyazawa (78) als minister van Financiën, versterkten niet het publieke vertrouwen in de regering, die als één van de minst populaire van na de oorlog bekend staat.

Premier Obuchi heeft zijn politieke lot bij het aantreden van zijn nieuwe kabinet in de zomer van 1998 verbonden met de doorvoering van maatregelen voor het herstel van de Japanse economie, die al sinds het begin van de jaren [/]'90 in een crisis verkeert. Premier Obuchi is begonnen met de aankondiging van een financieel stimuleringspakket. Sinds het uitbreken van de crisis in Japan zijn er echter meerdere stimuleringspakketten aangekondigd die allen zonder effect zijn gebleven. De voorstellen, recent nog eens wat verder uitgewerkt, zijn bij de pers in Japan en bij de publieke opinie slecht gevallen. Met name het uitblijven van een BTW-verlaging en het ontbreken van maatregelen op het gebied van de sociale zekerheid, heeft het vertrouwen van de consumenten in Japan verder ondergraven. Iets meer succes heeft de regering Obuchi gehad bij de beheersing van de financiële crisis in Japan. Een belangrijk politiek akkoord is bereikt over de aanpak van de slechte leningenproblematiek.

Overeenstemming is bereikt over een reddingsfonds ter waarde van 60 biljoen yen, of wel 936 miljard gulden (evenveel als het BNP van Australië, meer dan het Nederlandse BNP en tweemaal zoveel als de begroting van de Amerikaanse defensie). Circa 400 miljard gulden zal gebruikt worden om in de banken te pompen, 280 miljard om banken te nationaliseren en circa 255 miljard om rekeninghouders schadeloos te stellen. Banken zijn doorgaans evenwel huiverig om overheidssteun te accepteren, omdat als voorwaarde voor een kapitaalinjectie van de overheid geldt dat het bestuur moet aftreden. De positie van de banken in Japan blijft daarom wankel. De beurs van Tokio stabiliseerde zich recent.

f. Economische betrekkingen Nederland-Japan

Enige economische gegevens:

Nederlandse uitvoer naar Japan:Nlg. 3,78 miljard (1997)
belangrijkste exportproducten:chemische producten, machines en vervoermaterieel, voedingsproducten.
  
Nederlandse invoer uit Japan:Nlg. 12,68 miljard (1997)
belangrijkste invoerproducten:machines, voertuigen en kantoorapparatuur.

Japan neemt een belangrijke plaats in als het gaat om de Nederlandse invoer. De Nederlandse invoer uit Japan van 12,68 miljard gulden in 1997 betekent namelijk dat Japan, v.w.b. de waarde van de invoer, de zesde positie inneemt, na Duitsland, België en Luxemburg, het VK, de VS en Frankrijk, maar nog voor Italië.

De Nederlandse uitvoer naar Japan is – relatief gesproken – minder prominent, namelijk daar neemt Japan slechts de 13de positie in, na bijvoorbeeld landen als Zwitserland, Oostenrijk.

Investeringen vanuit Nederland naar Japan in 1997Nlg. 269 miljoen(Nederland is de tweede investeerder in Japan na de VS)
Investeringen vanuit Japan naar Nederland in 1997Nlg. 207 miljoen(Japan neemt daarmee geen positie in binnen de top-tien van investeerders in Nederland)

De zeer ongunstige handelsbalans, waar EZ al jaren verbetering in tracht te brengen, wordt enigszins goedgemaakt doordat Nederland het tweede land is in Europa voor Japanse investeringen. Distributie-centra en hoofdkantoren van Japanse ondernemingen voor Europa nemen daarin een belangrijk aandeel.

g. Culturele betrekkingen

Op 17 juli 1981 is het culturele akkoord tussen Japan en Nederland in werking getreden. Hoewel de economische recessie in Japan wat negatieve effecten had op de samenwerking, is deze na 1991 weer tot leven gekomen. Zowel aan Nederlandse als aan Japanse kant wordt er de voorkeur aan gegeven om de contacten tussen betrokken instellingen rechtstreeks te laten verlopen, waar mogelijk zonder sturing en bemoeienis van de overheid.

De Nederlandse cultuur mag zich in Japan verheugen op een warme belangstelling. Naast de interesse voor Nederlandse toporkesten, zoals het Kon. Concertgebouworkest en het Rotterdams Philharmonisch Orkest, is ook de belangstelling voor contacten tussen Nederlandse en Japanse musea toegenomen.

Een speciale plaats wordt ingenomen door het Nagasaki Holland Village «Huis ten Bosch»-project. Op Japans initiatief is aan de Omura-baai in Nagasaki-prefectuur op Nederlandse wijze een complete stad gebouwd met kopieën op ware grootte van bekende Nederlandse gebouwen (Utrechtse Domtoren, Kasteel Nijenrode en Paleis Huis ten Bosch). Deze doen dienst als museum, restaurant of andersoortige toeristische attractie. «Huis ten Bosch» was een uitbreiding op het reeds in het begin jaren tachtig bestaande «Holland Dorp» dat door Prins Constantijn in 1992 werd geopend.

De Japanse presentatie op cultureel gebied in Nederland vindt eveneens plaats zonder overheidsinterventie. In de afgelopen jaren hebben regelmatig Japanse musici, zowel (westerse) klassiek geschoold, alsook opgeleid in traditionele Japanse muziekvormen in Nederland opgetreden, ondermeer tijdens het Festival voor Oude Muziek in Utrecht. Naast frequente museale tentoonstellingen met Japanse thema's onderhoudt het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden van oudsher nauwe banden met Japan.

Ook op het gebied van onderwijs en wetenschappen vinden intensieve contacten plaats en bestaat er een aanbod aan beurzen van beide kanten.

In dit verband kunnen ondermeer worden genoemd het Japan Prijswinnaars Programma van OC&W dat sinds 1995 20 hooggekwalificeerde afgestudeerden de mogelijkheid biedt om een totale onderdompeling in de Japanse taal en cultuur te ondergaan; het in 1997 van start gegane Canon 400 Program waarbij 10 Japanse studenten gedurende 7 maanden op een speciale beurs van Canon in Nederland kunnen studeren en stage lopen en het STIR/Japan-programma van OC&W dat een extra stimulans beoogt te geven aan bestaande contacten met Japanse universiteiten.

Tijdens het formele programma te Tokio (11 en 12 mei) werd mw. Van Nieuwenhoven ontvangen door de keizer en bracht de delegatie een kort bezoek aan premier Obuchi. Verder stonden besprekingen met de voorzitters van het Japanse Lager en Hoger Huis op het programma en vonden gesprekken plaats met de voorzitter van de Japans-Nederlandse Parlementaire Vriendschapsliga (tevens voorzitter van het Japanse Steering Committee voor de 400 jaar viering). Taro Nakayama, de minister van onderwijs Arima, de staatssecretaris van buitenlandse zaken Takemi alsmede voormalig premier Hata (tegenwoordig Secretaris-Generaal van de grootste oppositiepartij, de Minshuto).

Het bezoek, dat in een uiterst vriendelijke en open sfeer verliep, stond nadrukkelijk in het teken van de viering 400 jaar Nederlands-Japanse betrekkingen. In de verschillende besprekingen werd dan ook veelvuldig stilgestaan bij dit thema.

In dit kader werd zowel tijdens het onderhoud met de keizer als premier Obuchi tevens vooruitgekeken naar het verwachte bezoek van de keizer aan Nederland in het jaar 2000, waarbij mw. Van Nieuwenhoven aangaf dat binnen de Nederlandse regering en het Parlement brede steun bestond voor dit bezoek. Zonder voorbij te willen gaan aan de bezwaren van de groep oorlogsslachtoffers stelde zij dat ook op een goede ontvangst van het merendeel van de Nederlandse bevolking leek te kunnen worden gerekend.

In de bespreking met staatssecretaris Takemi werd wat dieper ingegaan op de kwestie van het oorlogsverleden. Zo onderstreepte Takemi tegenover de Nederlandse delegatie het officiële Japanse regeringsstandpunt over het leed dat door het Japanse keizerlijke leger was aangericht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Takemi zei dat Japan had geleerd van het verleden en dat de blik nu dan ook vooral op de toekomst moest worden gericht. Een invalshoek overigens, die door de Nederlandse delegatie werd gedeeld.

Het bezoek van de Nederlandse parlementaire delegatie zal naar verwachting op korte termijn navolging krijgen. Zo herhaalde de voorzitter van het Japanse Hogerhuis zijn uitnodiging aan het adres van de voorzitter van de Nederlandse Eerste Kamer om een officieel bezoek aan Japan te brengen (er is nog geen datum vastgesteld voor dit bezoek). Verder zal mogelijk in het najaar van 2000 een officieel bezoek van een Japanse parlementaire delegatie o.l.v. Taro Nakayama, aan Nederland plaatsvinden. Mw. Van Nieuwenhoven nodigde de Voorzitter van het Lagerhuis tenslotte voor een tegenbezoek aan Nederland uit, in 2000 of 2001.

Programma voor de reis naar Japan van de Voorzitter van de Tweede Kamer en de delegatie van 6 mei tot 16 mei 19991

Donderdag6 mei 
14.35Vertrek vanaf Schiphol per KL 867
  
Vrijdag7 meiBegin informele bezoek
08.50Aankomst te Osaka KIX Kansai International Airport(KL 867)
12.35Doorvliegen naar Nagasaki per JAL 685 (aankomst 13.45 uur) Opmerking: de consul-generaal Osaka-Kobe, de heer Everaars, vliegt met hetzelfde vliegtuig naar Nagasaki. De heer Milders, plv CdP en hoofd van de politieke afdeling Ambassade Tokio, en de heer Van den Nieuwenhof, tweede ambassadesecretaris politieke afdeling Ambassade Tokio, arriveren om 13.30 uur te Nagasaki en reizen vanaf daar mee met de delegatie. Zij zullen de delegatie tijdens het verblijf in HtB begeleiden Met de boot naar Huis ten Bosch (HtB)Inchecken hotel
19.00–21.00Receptie + diner aangeboden door de gouverneur van de prefectuur Nagasaki (de heer Kaneko), locatie HtB
  
Zaterdag8 meiVertrek van hotel voor stadstour Nagasaki Door de prefectuur Nagasaki worden twee gidsen beschikbaar gesteld voor deze stadstour. Vervoer met bus HtB
18.00Terug naar hotel Maaltijd door Voorzitter aangeboden aan Ambassade c.q. Consulaat.
  
Zondag9 meiHuis ten Bosch, geen programma
  
Maandag10 meiBegin officiële bezoek
10.35Vlucht van Nagasaki naar Tokio per JD 362 De heer Milders en de heer Van den Nieuwenhof reizen met de delegatie mee
12.15Aankomst te Heneda, kennismaking met de Ambassadeur Suzuki, DG International Relations van de Diet
12.30Transfer van Heneda naar Hotel Okura
13.10Aankomst Hotel Okura
13.30Informele lunch in hotel Okura («Matsukaza» Room), aangeboden door Ambassadeur en DG van International Relations van de Diet, Mr. Tasashi Suzuki (Europese keuken)
14.50Vertrek uit Hotel naar de Nederlandse Ambassade
15.00Aankomst Ambassade
15.00–16.50Briefing
16.55Vertrek uit Ambassade naar Kabukiza Theater
17.25–18.20Aankomst bij het Kabukiza Theater– Kabuki voorstelling
18.20Vertrek uit het theater naar Residentie Ambassadeur Van Nouhuys
18.50Aankomst bij de Nederlandse Ambassade
19.00Informeel diner aangeboden door de Ambassadeur Vertrek uit Ambassade Aankomst Hotel Okura
  
Dinsdag11 mei 
09.45Transfer van Hotel Okura naar Diet
10.00Bezoek aan Lagerhuis alwaar gesprekken met Voorzitter mr. Soichiro ITO, Ondervoorzitter, mr. Kozo WATANABE en politici van diverse signatuur
10.50Bezoek aan Hogerhuis alwaar gesprekken met Voorzitter mr. Juro SAITO, Ondervoorzitter en politici van diverse signatuur
11.35Vertrek van Diet naar Hotel Okura
11.50Aankomst bij het hotel Okura
12.00–13.15Informele lunch in het «Sazanka» restaurant in het hotel (Teppan-Yaki, barbecue à la Japans)
13.20Transfer van hotel naar Tokio Traffic Control Centre
13.40–14.30Bezoek aan Tokio Traffic Control Centre
14.30Terug naar hotel Okura
 Bezoek aan Tempel
17.45Transfer van hotel Okura naar Officiële Residentie Voorzitter van het Lagerhuis
18.00Aankomst bij de Residentie Diner-receptie aangeboden door de Voorzitter van het Lagerhuis
19.30Vertrek uit Residentie Aankomst bij hotel Okura
  
Woensdag 12 mei 
Voorzitter en ambassadeur
10.25Vertrek uit het hotel naar Keizerlijk Paleis
10.45Aankomst bij het zuid portaal van het Keizerlijk Paleis
11.00Audiëntie bij de Keizer en Keizerin
11.30Vertrek uit het Paleis en terug naar het hotel
  
Overige delegatieleden
09.40Vertrek uit hotel
10.00Bezoek aan de Akasaka Elementary School
11.30Terug naar het hotel
11.45Aankomst hotel
  
De hele delegatie
11.45Vertrek uit hotel
12.00Aankomst Capitol Tokyo Hotel Lunch aangeboden door de Voorzitter van de Japans-Nederlandse Parlementaire Vriendschapsliga, Dr. Taro Nakayamo
13.00Vertrek naar hotel Okura
13.45Vertrek van hotel naar Diet
14.00–14.40Bespreking met Tsutomu Hata, SG van de Democratische Partij van Japan
14.40Vertrek naar hotel Okura
14.55Aankomst hotel
15.15Vertrek hotel naar Ministerie van Onderwijs
15.30Aankomst Ministerie
15.30–16.30Bespreking met Minister van Onderwijs, Akito Arima
16.30Terug naar hotel Okura
16.45Aankomst hotel
17.50Vertrek uit hotel naar Residentie Nederlandse Ambassadeur
18.00Buffet-diner receptie aangeboden door de Ambassadeur en mevrouw Van Nouhuys
  
Donderdag 13 mei 
08.20Vertrek uit hotel Okura
08.40Aankomst Tokyo station
08.52Vertrek naar Kyoto per Nozomi 7 superexpress
11.10Aankomst Kyoto station
11.30Vertrek vanaf Kyoto station naar Nara per Kintetsu express 4107
12.02Aankomst Nara station
12.20Aankomst bij het Nara hotel – Informele lunch in het hotel («Kiku-no-ma»room)
14.15Vertrek uit het hotel Sightseeing Nara (Todai temple)
16.00Vertrek uit tempel
16.15Aankomst Kasuga Taisha Shrine
17.00Vertrek uit Nara naar Kyoto
19.00Aankomst in het Miyako hotel Diner in het hotel Verblijf in Miyako hotel
  
Vrijdag14 mei 
09.00Vertrek uit het hotel
09.30Aankomst Kinkaku-ji Temple Rondleiding
10.20Vertrek uit de tempel
11.00Aankomst Sanjusangen-do Temple Rondleiding
11.50Vertrek uit de tempel
12.00Aankomst in het Rihga Royal Hotel Informele lunch (Europese keuken)
13.30Vertrek uit het hotel
13.50Aankomst in het Nijo Castle Rondleiding
15.50Vertrek uit het kasteel
16.05Aankomst in Handicraft Centre
17.00Vertrek uit het gebouw
17.10Aankomst in het Miyako Hotel
18.40Vertrek uit het hotel
19.00Aankomst in het «Kyo-Yamato»restaurant Diner, Japanse keuken
21.00Vertrek uit het restaurant
21.20Aankomst in Miyako hotel
  
Zaterdag15 mei 
07.00Vertrek uit hotel
07.30Aankomst op Kyoto station
07.45Vertrek uit Kyoto naar Kansai Airport per HarukaExpress 9
09.21Aankomst luchthaven
10.30Terugvlucht vanuit Osaka per KL 868
15.15Aankomst Schiphol
(Ned. tijd) 

XNoot
1

De diverse speeches zijn ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven