26 662
Uitbreiding tegemoetkoming studiekosten

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 6 juni 2000

In het kader van de nieuwe Wet tegemoetkoming studiekosten (WTS) is mij door de Tweede Kamer bij motie gevraagd om een aantal maatregelen te nemen om de ouders van leerlingen in het voortgezet onderwijs en de beroepsopleidende leerweg tegemoet te komen. De motie Rehwinkel c.s. had betrekking op maatregelen die nog gedurende het lopende schooljaar geëffectueerd moeten worden. Om die reden heb ik u met mijn brief van 19 april 2000 ingelicht over de consequenties van de besluitvorming in het kabinet over de voorjaarsnota voorzover het de motie betreft.

De consequenties van de motie van het lid Mosterd c.s. inzake reiskosten voor leerlingen jonger dan 18 jaar, zullen aan de orde komen bij de behandeling van de nieuwe WTS, die uw kamer na de zomer zal bereiken. Vandaar dat ik de wijze waarop ik omga met deze motie niet bij de brief van 19 april heb betrokken.

Overigens zie ik nog steeds geen – zowel voor de onderwijsinstellingen als voor de IB-Groep – uitvoerbare oplossing voor de problematiek die ik geschetst heb in mijn brief van 21 februari jongstleden, terwijl ik ook grote aarzelingen heb bij de consequenties voor de armoedeval en eventuele forse overcompensatie voor grote groepen deelnemers.

Desalniettemin wordt in overleg met betrokken partijen nog steeds gezocht naar mogelijkheden en alternatieven die aan deze bezwaren tegemoet zouden kunnen komen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

Naar boven