26 660
Wijziging van de Mediawet in verband met de invoering van een vernieuwd concessiestelsel voor de landelijke publieke omroep

nr. 9
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 24 november 1999

Gisteren is naar ik vernomen heb door de vaste commissie voor OC&W besloten de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Concessiewet na het kerstreces te doen plaatsvinden. In mijn brief aan de voorzitter van de vaste commissie voor OC&W van 23 september 1999 heb ik reeds aangegeven dat een spoedige behandeling van het wetsvoorstel dringend gewenst is in verband met een ordentelijke implementatie van het wetsvoorstel. Kort gezegd komt het er op neer dat het wetsvoorstel uiterlijk 1 april 2000 het Staatsblad moet bereiken. Implementatie van het nieuwe concessiestelsel is dan nog mogelijk per 1 september 2000. Wordt die datum niet gehaald dan zal als noodmaatregel een spoedwet in procedure gebracht moeten worden, die er in voorziet dat de huidige concessies van de omroepverenigingen met 1 jaar verlengd worden. Ik acht dat hoogst onwenselijk omdat daardoor de vernieuwing van de publieke omroep zoals voorzien in het regeerakkoord onzeker wordt en in ieder geval ernstig vertraagd.

De datum van 1 april 2000 kan alleen gehaald worden indien de Tweede Kamer de behandeling van het wetsvoorstel nog dit jaar afrondt. Immers ook de Eerste Kamer zal een redelijke termijn verlangen voor een zorgvuldige behandeling van het voorstel. Daarvoor was het eerste kwartaal van het jaar 2000 gepland. Door het besluit van de vaste commissie zal er onvoldoende tijd voor de Eerste Kamer resteren om een tijdige totstandkoming van het voorstel mogelijk te maken. Aangezien de schriftelijke voorbereiding van het voorstel in de Tweede Kamer is afgerond wil ik de Kamer alsnog dringend verzoeken de plenaire behandeling nog dit jaar te doen plaatsvinden. Daarvoor zou wellicht ruimte gevonden kunnen worden door andere onderwerpen, die mijn portefeuille betreffen, op een later tijdstip te behandelen na het reces.

Ik verzoek de Kamer derhalve met klem om medewerking te verlenen aan afhandeling van het wetsvoorstel Concessiewet voor het Kerstreces.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

F. van der Ploeg

Naar boven