nr. 76
AMENDEMENT VAN HET LID BAKKER
Ontvangen 20 januari 2000
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel DDD, wordt in artikel 55b, tweede lid, «Artikel
57a, eerste lid,» vervangen door: Artikel 57a, eerste lid, onderdeel
c,.
Toelichting
Gelet op het specifieke karakter van activiteiten als bedoeld in artikel
13c, derde lid, wordt met dit amendement beoogd de toetsing van de in dit
artikel bedoelde neventaken niet geheel langs dezelfde lijnen te laten verlopen
als de toetsing bij het verrichten van nevenactiviteiten als bedoeld in artikel
57a, eerste lid van de Mediawet. Het wetsvoorstel beoogt immers een duidelijk
onderscheid aan te brengen tussen neventaken, die zeer nauw verbonden zijn
met de hoofdtaak enerzijds en nevenactiviteiten die verder van de hoofdtaak
verwijderd zijn anderzijds. Dit uitdrukkelijk bij wet aangebrachte onderscheid
maakt het onmogelijk dat met name de toetsingscriteria voor nevenactiviteiten,
te weten (1) verband houden met of ten dienste staan van de hoofdtaak, (2)
geen nadelige invloed op de hoofdtaak zonder meer van toepassing kunnen zijn
op de activiteiten als bedoeld in artikel 13c, derde lid. Neventaken dienen
immers per definitie nauw verbonden te zijn met de hoofdtaak en zij zijn juist
bedoeld met het oog op de hoofdtaak en kunnen daarop geen nadelige invloed
hebben en zij mogen, in tegenstelling tot nevenactiviteiten, juist wel uit
de omroepmiddelen gerealiseerd worden. Juist hierin verschillen neventaken
met nevenactiviteiten, waardoor ten aanzien van laatst genoemde categorie
een zwaarder toetsingsregime op zijn plaats is.
Het ligt daarentegen voor de hand neventaken uitsluitend te laten toetsen
aan de eis van «niet-concurrentievervalsend».
De tweede – te handhaven – volzin van artikel 55b maakt het
mogelijk om bij eventuele ongewenste ontwikkelingen ten aanzien van het verrichten
van neventaken bij amvb nadere regels te stellen.
Bakker