26 660
Wijziging van de Mediawet in verband met de invoering van een vernieuwd concessiestelsel voor de landelijke publieke omroep

nr. 71
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN BOMMEL EN ATSMA TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 62

Ontvangen 20 januari 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel U, wordt in artikel 31, tweede lid, «vijf jaren» telkens vervangen door «tien jaren» en vervalt «, dan wel met het tijdstip waarop de vijfjaarlijkse perioden, bedoeld in artikel 30b, derde lid, aanvangen».

II

In artikel I, onderdeel AA, wordt in artikel 37, tweede lid, «eenmaal in de vijf jaren» vervangen door «eenmaal in de tien jaren» en wordt «samenvallend met de erkenningsperiode» vervangen door: samenvallend met de laatste vijf jaren van de erkenningsperiode.

III

Artikel VI wordt als volgt gewijzigd:

A. In het vierde lid wordt de zinsnede «wordt verleend met ingang van» vervangen door: wordt in afwijking van artikel 37, tweede lid, van de Mediawet, verleend voor een periode van vijf jaren en treedt in werking met ingang van.

B. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Een omroepvereniging aan wie op grond van dit artikel een voorlopige erkenning is verleend, kan aansluitend een erkenning als bedoeld in artikel 31, eerste lid, aanvragen. Indien een erkenning wordt verleend, wordt deze erkenning in afwijking van artikel 31, tweede lid, verleend voor een periode van vijf jaren.

Toelichting

Dit amendement beoogt de erkenningsperiode te laten gelden voor 10 jaar.

Van Bommel

Atsma

Naar boven