26 660
Wijziging van de Mediawet in verband met de invoering van een vernieuwd concessiestelsel voor de landelijke publieke omroep

nr. 64
AMENDEMENT VAN HET LID NICOLAÏ C.S.

Ontvangen 20 januari 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel GG, wordt artikel 40 als volgt gewijzigd:

I

In het tweede lid vervalt de tweede volzin.

II

Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

A. In de eerste volzin vervalt «, waaronder in ieder geval eigentijdse en vernieuwende moderne (pop)muziek en klassieke muziek, met inbegrip van moderne klassieke muziek, mede op basis van registraties van concerten en festivals op de poppodia en in muziek- en concertzalen».

B. De tweede volzin vervalt.

C. In de derde volzin vervalt «tevens».

Toelichting

In dit amendement wordt de ingrijpende sturing op de programmering van artikel 40 tot aanvaardbare proporties teruggebracht. Voor TV en radio worden geschrapt de eis dat de programmering in voldoende mate en op passende wijze op specifieke bevolkings- en leeftijdgroepen gericht moet zijn (dit vloeit immers al uit de taakopdracht voort), bovendien kunnen bij de concessie nadere voorwaarden worden gesteld.

Voor radio in het bijzonder wordt nog geschrapt de eis dat de programmering in elk geval eigentijds en vernieuwende popmuziek, (moderne) klassieke muziek, live-optredens en concerten moet omvatten.

Nicolaï

Bakker

Van Zuijlen

Naar boven