26 660
Wijziging van de Mediawet in verband met de invoering van een vernieuwd concessiestelsel voor de landelijke publieke omroep

nr. 53
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HALSEMA TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 36

Ontvangen 20 januari 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel I, onderdeel J, punt 3, wordt een nieuw onderdeel e toegevoegd luidende:

e. Na onderdeel j (nieuw) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

k. het vaststellen van een redactiestatuut voor ieder televisie- onderscheidenlijk radioprogrammanet, bedoeld in artikel 40d, vijfde lid.

II

Aan artikel I, onderdeel L, wordt een nieuw punt 4 toegevoegd luidende:

4. Na onderdeel h (nieuw) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

i. het vaststellen van een redactiestatuut voor ieder televisie- onderscheidenlijk radioprogrammanet, bedoeld in artikel 40d, vijfde lid.

III

In artikel I, onderdeel GG, wordt aan artikel 40d, een lid toegevoegd, luidende:

5. De netredactie en de netcoördinator brengen in overleg een redactiestatuut tot stand voor het televisie- of onderscheidenlijk radioprogrammanet, waarin de journalistieke onafhankelijkheid, de journalistieke rechten en plichten van deze netredacties en netcoördinatoren worden geregeld, alsmede het netprofiel van het televisie- of onderscheidenlijk radioprogrammanet. De raad van bestuur legt ieder afzonderlijk redactiestatuut ter advisering voor aan het Commissariaat voor de Media. Vervolgens stelt de raad van bestuur ieder afzonderlijk redactiestatuut vast en legt het voor aan de raad van toezicht ter instemming.

Toelichting

Nu de programmanetten centraal komen te staan in het publieke omroepbestel is het zaak om de journalistieke onafhankelijkheid en de journalistieke rechten en plichten ook op netniveau te regelen. Daartoe is de instelling van een redactiestatuut het geëigende middel.

Dit is te meer noodzakelijk, omdat de netcoördinator samen met de netredactie de opdracht heeft om gezamenlijke projecten te ontwikkelen (artikel 40b lid 3 onderdeel f), waaruit gezamenlijke programma's kunnen voortkomen.

Bovendien zijn de leden van de netredactie aan verschillende programmastatuten van hun omroepverenigingen gebonden, die sterk van elkaar kunnen verschillen.

De netcoördinator zelf is in dienst van de raad van bestuur, maar niet gebonden aan een programmastatuut.

De instemming van de raad van toezicht met het vaststellingsbesluit van de raad van bestuur dient ertoe om de finale betrokkenheid van de omroepverenigingen als werkgever te regelen. In de krantenwereld komt een vergelijkbare constructie voor met de Raad van Commissarissen.

Dit amendement wil tevens aansluiten bij datgene wat in artikel 64 lid 1 onderdeel d is geregeld ten aanzien van de verplichte programmastatuten van de omroepverenigingen. Daar is overigens de journalistieke onafhankelijkheid niet expliciet in geregeld.

Halsema

Naar boven