26 660
Wijziging van de Mediawet in verband met de invoering van een vernieuwd concessiestelsel voor de landelijke publieke omroep

nr. 22
AMENDEMENT VAN HET LID ATSMA

Ontvangen 17 januari 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

In onderdeel L, punt 2, wordt in onderdeel e de zinsnede «de artikelen 13c, 30a, derde lid, onderdelen a en b,» vervangen door: artikel 13c.

II

In onderdeel S vervalt artikel 30a, derde lid.

III

In onderdeel S vervalt artikel 30a, vierde lid.

IV

In onderdeel GG wordt in artikel 40a, vierde lid, onderdeel a, de zinsnede «de artikelen 13c, 30a, derde lid, onderdelen a en b,» vervangen door: artikel 13c.

V

In onderdeel UUU wordt in artikel 98a, tweede lid, onderdeel a, de zinsnede «de artikelen 13c en 30a, derde lid, onderdelen a en b,» vervangen door: artikel 13c.

VI

In onderdeel UUU wordt in artikel 98b, tweede lid, onderdeel a, de zinsnede «de artikelen 13c en 30a, derde lid, onderdelen a en b,» vervangen door: artikel 13c.

VII

In onderdeel UUU wordt in artikel 99, tweede lid, onderdeel a, de zinsnede «de artikelen 13c en 30a, derde lid, onderdelen a en b,» vervangen door: artikel 13c.

VIII

In onderdeel RRRR wordt «30a, vijfde lid,» vervangen door: 30a, derde lid,.

Toelichting

Dit amendement voorziet in het terugdringen van overheidsbemoeienis door het schrappen van de mogelijkheid om naast de bevoegdheden bij wet geregeld en de eisen gesteld in artikel 13c, 30c, 40, 50 etc. nadere voorschriften en algemene aanwijzigen te kunnen verbinden aan de concessie. De overheid krijgt anders te veel invloed omdat zonder een wettelijk kader of toets voorschriften of algemene aanwijzingen zouden kunnen worden gesteld.

Atsma

Naar boven