26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

A BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 augustus 2018

De digitale transformatie van economie en maatschappij

Nieuwe digitale technologieën zoals blockchain, kunstmatige intelligentie en het «internet der dingen» veranderen onze maatschappij en economie razendsnel. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. Dit biedt tal van kansen. Bijvoorbeeld voor economische groei, voor betere zorg, hoogstaande logistiek, CO2-reductie en een duurzame voedselvoorziening. Kansen voor de consument, de ondernemer, de patiënt, de leerling, de automobilist en de boer. De mogelijkheden zijn groot en de impact van digitalisering is fundamenteel. Dit vraagt alle aandacht en inzet van de overheid.

Nederland heeft een goede positie voor het benutten van de kansen van digitalisering. Onze digitale infrastructuur is wereldwijd één van de beste. Onze beroepsbevolking is hoogopgeleid. Nederlandse consumenten omarmen relatief snel nieuwe technologische mogelijkheden. En Nederland is het land van de AMS-IX, één van de grootste internetknooppunten ter wereld. Kortom, in Nederland kan het én gebeurt het.

Tegelijkertijd ontstaan door deze transformatie ook nieuwe vragen en zorgen. Bijvoorbeeld rond de bescherming van onze privacy, arbeidsvoorwaarden en grondrechten; rond onze digitale veiligheid; de macht van digitale platforms; van wie data is en wie toegang heeft tot data; over transparantie van algoritmen; wat betrouwbare informatie is; hoe nieuwe technologie ethisch verantwoord kan worden ingezet en hoe we ervoor zorgen dat mensen en ondernemers deze transitie kunnen bijbenen.

Digitalisering verandert onze wereld, maar dat wil niet zeggen dat wij daar niets over te zeggen hebben. Eerdere technologische transformaties hebben ons geleerd, dat landen die voorop lopen met de toepassing van nieuwe technologie, ook na de transitie vooroplopen in welvaart en het beste om kunnen gaan met risico’s.

Kansen op een verantwoorde manier benutten

Willen we als Nederland de kansen van digitalisering optimaal benutten en problemen effectief aanpakken, dan moeten we vernieuwen en versnellen. Aansluitend op het regeerakkoord, wil het kabinet dat Nederland digitaal koploper is van Europa. Daarbij hebben we in het regeerakkoord aangegeven dat vernieuwing en versnelling nodig zijn op terreinen als de zorg, mobiliteit en het openbaar bestuur. Ook hebben we aangekondigd dat we extra inzetten op zaken als cybersecurity, privacybescherming, digitale geletterdheid, onderzoek en innovatie.

Kortom, we gaan voor de kansen van de nieuwe economie en informatiesamenleving. Van energietransitie tot betaalbare zorg, en van excellente logistiek en mobiliteit tot duurzame voedselvoorziening. Digitale technologieën spelen op al deze terreinen een sleutelrol om doorbraken te realiseren. Denk aan de mogelijkheden van de zorgrobot, slimme verkeerslichten en elektriciteitsnetten, en drones voor precisielandbouw. De overheid heeft daarbij ook de taak om antwoorden te formuleren op eerdergenoemde vragen die digitalisering oproept.

Met deze Nederlandse Digitaliseringsstrategie1 geeft het kabinet verdere invulling en richting aan deze opgaven. We stellen daarbij drie ambities centraal:

  • 1. Vooroplopen en kansen benutten. We streven er naar om digitale koploper van Europa te worden. Nederland als pionier en proeftuin op het gebied van digitale innovatie. De plek waar bedrijven uit de hele wereld op een verantwoorde manier nieuwe toepassingen te ontwikkelen en te testen. En waar we succesvolle innovaties vervolgens breed uitrollen. Daarmee dragen we bij aan een samenleving met minder files en betere bereikbaarheid; een samenleving waar we onze energie efficiënter benutten; waar voedsel veiliger en duurzamer wordt geproduceerd, en waar mensen langer en gezonder zelfstandig kunnen wonen. Daarmee versterken we ook het Nederlands verdienvermogen en kunnen we beter richting geven aan technologische ontwikkelingen.

  • 2. Iedereen doet mee en we werken samen. Bij een snelle ontwikkeling als digitalisering is het van belang om iedereen binnen boord te krijgen én te houden. Op de arbeidsmarkt en in de samenleving als geheel. Dit vergt dat iedereen al vroeg basisvaardigheden aanleert. Dat mensen op latere leeftijd blijven leren en ontwikkelen voor veranderende beroepen en taken. En dat we kwetsbare groepen blijven ondersteunen. Het kabinet wil dat iedereen mee kan doen en kan profiteren.

  • 3. Vertrouwen in de digitale toekomst. Digitalisering transformeert onze economie en samenleving, maar de waarden die we delen blijven hetzelfde. Het kabinet ziet niet alleen de mogelijkheden, maar begrijpt ook de zorgen die mensen over digitalisering hebben. Voor het kabinet is het vanzelfsprekend dat ook in het digitale tijdperk onze waarden en grondrechten gewaarborgd blijven. Het gaat hierbij om fundamentele zaken als veiligheid, privacybescherming, zelfbeschikking, solidariteit, eerlijke concurrentie, en toegankelijk en goed openbaar bestuur. Vertrouwen is het fundament voor de digitale transitie. Vertrouwen dat onze data veilig is. Vertrouwen dat digitale technologie zorgvuldig gebruikt wordt. Dit zijn wat ons betreft de spreekwoordelijke vangrails voor de digitale transformatie.

Het codewoord is balans. Keihard werken om kansen te pakken, maar met oog voor de keerzijden die deze transformatie met zich mee brengt. Vanuit de samenleving die we samen willen zijn en de grote veranderopgaven waarvoor we samen staan, doen we het een zonder het andere te laten. Dat is onze strategie en dat is waarmee we ons als land willen onderscheiden.

Nederland kan zich internationaal sterk positioneren en onderscheiden van de concurrentie met deze insteek: publiek-privaat, vooruitstrevend, innovatief en met oog voor inclusiviteit, veiligheid en privacybescherming. Hier kan het en hier gebeurt het.

Een gezamenlijke opdracht

Om deze ambities te realiseren is een kabinetsbrede aanpak noodzakelijk. Digitalisering biedt kansen en heeft een impact binnen alle sectoren en beleidsterreinen van de overheid. Daarbij lopen we vaak tegen vergelijkbare vragen en uitdagingen aan.

Digitalisering is daarmee een wezenlijk en onlosmakelijk onderdeel van de beleidsopgaven van alle bewindspersonen. Binnen het kabinet hebben we daarom afgesproken dat elke bewindspersoon verantwoordelijk is voor digitalisering op zijn of haar terrein en aan de slag gaat met de opgaven die daar liggen.2 Maar we versterken elkaar waar mogelijk en nodig. Daarbij hebben drie bewindspersonen het voortouw genomen om te komen tot deze gezamenlijke, kabinetsbrede aanpak: de Staatssecretaris van EZK (digitale economie), de Staatssecretaris van BZK (digitale overheid) en de Minister van J&V (digitale veiligheid).

Gelukkig staan we niet alleen voor deze opgave. Bij de totstandkoming van deze strategie hebben we gebruik kunnen maken van de inzet en betrokkenheid van veel bedrijven, medeoverheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. En bij de uitvoering van deze strategie zullen we dat blijven doen. Daarbij hoort ook internationale samenwerking, zowel binnen de EU als daarbuiten.

Een levende strategie

Deze digitaliseringsstrategie bevat de overkoepelende visie, uitgangspunten, randvoorwaarden en acties om de ambities van het kabinet te realiseren. Een deel van de opgaven uit deze strategie en het regeerakkoord wordt uitgewerkt in aparte agenda’s, zoals in de Nederlandse Cybersecurity Agenda die onlangs is verschenen, de brede agenda digitale overheid, het actieplan connectiviteit en de beleidsagenda Smart Mobility.

Tegelijkertijd gaat deze wereldwijde transformatie razendsnel. Daarom is deze strategie nadrukkelijk een document wat we gaan doorontwikkelen. Zo blijft het kabinet openstaan voor vernieuwing en verandering. De overheid heeft niet alleen een aanjagende en regisserende rol, maar is ook agenderend, adresserend en regelstellend. De overheid moet daartoe zelf snel wendbaarder worden. Dat betekent dat we investeren in onze innovatiekracht met een stevige kennis- en onderzoeksagenda, en dat we meer ruimte maken voor experimenten. Door te werken in kleine stapjes en door het doortastender toepassen en opschalen van slimme oplossingen. Hierbij moeten we gebruik maken van kennis die in de samenleving aanwezig is en is het van belang dat beleid en wetgeving voldoende adaptief zijn om in te spelen op veranderingen.

Om deze strategie actueel te houden, herijken we deze jaarlijks waar nodig. Deze herijking zal ook centraal staan in de jaarlijkse Digitale Top die het kabinet voor het eerst begin 2019 zal organiseren3 in samenwerking met wetenschappers, ondernemers, maatschappelijke organisaties en medeoverheden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 163526.

X Noot
2

De (extra) financiële middelen die voor deze opgaven nodig zijn, zijn onderdeel van de betreffende departementale begroting en / of aangekondigd in het regeerakkoord. Zie ook: http://www.rijksbegroting.nl/2018/overzicht/begrotingsstaat.

X Noot
3

Cf. de motie Veldman c.s. (Kamerstuk 34 775-XIII, nr. 67)

Naar boven