26 643
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

nr. 81
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 augustus 2006

Hierbij wordt u, mede namens de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, het Beleidskader elektronische communicatie aangeboden.1 Het Kabinet vindt een dergelijk kader nodig vanwege twee belangrijke ontwikkelingen. Ten eerste omdat op dit moment in Europa – in het kader van de herziening van de Europese regelgeving voor de elektronische communicatiemarkt – fundamentele discussies gaande zijn over zaken als de Universele Dienstverlening en de noodzaak van een gestroomlijnde en efficiënte regelgeving. Aan de hand van dit kader en de uitwerking ervan wil het Kabinet de Europese discussie beïnvloeden.

Ten tweede vertaalt het beleidskader de uitdagingen uit de nieuwe Europese ICT-agenda «i2010» in een aantal nieuwe beleidsaccenten voor het nationale beleid. Binnen de Europese agenda staat convergentie van de informatiediensten, media, netwerken en platforms centraal. Met het beleidskader onderneemt het Kabinet tijdig en proactief actie zodat we voorbereid zijn op de digitale toekomst.

Eind 2006 zal een tweede update van de Rijksbrede ICT-Agenda worden gepresenteerd. Daarin zal het Kabinet de in het beleidskader aangekondigde verkenningen en acties verder uitwerken.

In het beleidskader staan de vragen centraal die voortvloeien uit de trendanalyse «Toekomst van de elektronische communicatie» die in 2005 aan de Tweede Kamer2 is aangeboden. Het Kabinet positioneert het huidige beleid in zijn samenhang, benoemt de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst en geeft aan in welke richting het beleid zal veranderen. Waar belangrijke verschuivingen te verwachten zijn, benoemt het Kabinet concrete beleidslijnen en opties. Het beleidskader is overigens beslist geen masterplan of blauwdruk. De dynamiek in de markt, het internationale karakter van vraagstukken en de snelheid van technologische ontwikkelingen laten dat niet toe.

Doel beleidskader

Met dit beleidskader streeft het Kabinet ernaar om de vooraanstaande positie die Nederland wereldwijd inneemt op het terrein van de elektronische communicatie verder te versterken en uit te bouwen. Nederland staat bijvoorbeeld aan de wereldtop als het om breedband penetratie gaat.

De liberalisering van de elektronische communicatie markt werpt dagelijks vruchten af. Met de nieuwe Wet Telecommunicatie van 2004, heldere beleidsregels en een sterk toezicht door de OPTA en de implementatie van het actieplan «Een slimme consument in een snelle markt» is een belangrijke bijdrage geleverd aan de ordening van de markt en de versterking van de positie van de consument. De concurrentie tussen bijvoorbeeld netwerkaanbieders is ongekend fel en heeft de afgelopen jaren geleid tot lagere prijzen en betere diensten voor de consumenten. Ook op het terrein van «content» toont ons land zich op een innovatieve en creatieve manier aan de wereld.

Deze verworvenheden zijn niet alleen te danken aan een sterke markt, maar zijn ook mede door toedoen van een sterke overheid gerealiseerd. We noemden al het optreden van OPTA, daarnaast heeft het Kabinet de afgelopen jaren talrijke initiatieven genomen om innovatie en creativiteit op het terrein van elektronische communicatie te bevorderen. Niet alleen worden ICT-toepassingen in de semi-publieke sfeer – zorg, onderwijs, veiligheid en mobiliteit- gestimuleerd, maar ook op het terrein van de elektronische overheid is veel vooruitgang geboekt. We noemen bijvoorbeeld DigiD, de implementatie van het programma Elektronische Overheid, standaardisering (standaardisatieforum opgericht), digitalisering (in oktober 2006 zal de overgang plaatsvinden van analoge naar digitale ethertelevisie). Daarnaast is er veel aandacht voor bijvoorbeeld de aanpak van internationale roamingtarieven, de betere aanpak van SPAM en het stimuleren van de bewustwording bij de burger voor veilig internetgebruik door het programma Digibewust.

Het Kabinet beschouwt de unieke positie van Nederland echter niet als een vanzelfsprekendheid en onderkent dat nog veel werk dient te worden verzet. In het digitale tijdperk zetten landen en continenten in op hoogwaardige werkgelegenheid en het genereren van duurzame economische groei. Om de excellente positie van Nederland binnen deze mondiale context vast te houden moet ons land richting blijven bepalen, waarbij op het terrein van de elektronische communicatiemarkt ook nieuwe accenten nodig zijn. Het Kabinet zet daarom in op zes beleidsaccenten enintensiveringen:

1. Elektronische communicatie; de sociale dimensie en de versterking van de positie van de consument

Het Kabinet is voornemens om de «sociale dimensie» bij de elektronische communicatie de komende tijd prominenter op de agenda te plaatsen zodat we op ICT-gebied concurrerend kunnen blijven en onze burgers en bedrijven optimaal kunnen profiteren van de voordelen van de «digitale economie». Er is nog veel te doen voordat iedereen – jong én oud – in onze informatiemaatschappij beschikt over voldoende ICT-vaardigheden en mee kan doen (e-inclusion). Op dit moment onderzoekt het Kabinet de ICTcompetenties in de beroepsomgeving in Nederland. De genoemde aspecten maken alle onderdelen uit van een visie die het Kabinet eind 2006 zal presenteren over de noodzaak van het vergroten van de vaardigheden en participatie van burgers in het kader van de Nederlandse informatiesamenleving. Daarnaast zal het Kabinet het consumentenbeleid voortzetten en verder intensiveren.

2. De transitie naar volledige concurrentie

In dit beleidskader staat de transitie naar de informatiesamenleving centraal. Voor Nederland gaat deze transitie gepaard met steeds volwassener markten, steeds meer concurrentie tussen infrastructuren, dienstenaanbieders en contentleveranciers, en het ontstaan van nieuwe markten. Tijdens het liberaliseringproces van het afgelopen decennium was een proactieve, regulerende en toezichthoudende rol van de overheid gepast. Deze lijn wordt voorgezet, maar tegelijkertijd wil het Kabinet de noodzaak van strikte reguleringskaders en ex-ante toezicht analyseren en wil verkennen of een verschuiving richting ex-post toezicht (op termijn) mogelijk is.

Daarbij is het van belang dat het reguleringskader een evenwichtige balans blijft bieden van robuustheid en flexibiliteit. Robuustheid omdat duidelijkheid en voorspelbaarheid van belang zijn voor een evenwichtige ontwikkeling van marktstructuren. Flexibiliteit om het tempo van de marktontwikkelingen niet onnodig te vertragen.

3. Ruimte voor convergentie

Het doel van het kabinetsbeleid is om door het opheffen van schaarste ruim baan te geven aan de ontwikkeling van nieuwe diensten – onder andere audiovisuele – en producten waar burgers en bedrijven behoefte aan en baat bij hebben. Dit zal het Kabinet doen door onder meer het flexibiliseren van het gebruik van frequenties (implementatie Nota Frequentiebeleid), het stimuleren van interoperabiliteit voor digitale televisiediensten en het vereenvoudigen en dereguleren van het vergunningenstelsel voor het verdelen van frequenties en nummers.

4. ICT als innovatie-as

Het Kabinet wil alles halen uit ICT. Er zal een gerichter beleid gevoerd worden om ICT-innovaties te versnellen en op te schalen en om meer productiviteitsgroei te realiseren door de inzet van ICT in het MKB.

Nederland heeft op een aantal ICT-karakteristieken een bijzondere en sterke positie. Die moet zo goed mogelijk worden benut. Daarbij past, naast een gerichter exportbeleid op het terrein van ICT ter ondersteuning van (vaak jonge) ICT-ondernemers, ook het internationaal profileren van Nederland als een aantrekkelijk land voor R&D en als «testbed» voor bijvoorbeeld breedbandtoepassingen.

Om de kennis op het terrein van ICT «state of the art» te houden is in de visie van het Kabinet nader onderzoek nodig. Aan het Nationaal Regieorgaan voor ICT onderzoek en innovatie (ICTRegie) zal worden gevraagd voorstellen te doen ten behoeve van een onderzoeksagenda, waarop het Kabinet vervolgens zal reageren.

5. Intensivering van het veiligheidsbeleid

Vanwege de toenemende maatschappelijke en economische afhankelijkheid van elektronische communicatie in Nederland ontstaat de noodzaak om het beleid gericht op het vergroten van «veiligheid en vertrouwen» te intensiveren. Het Kabinet pakt deze uitdaging op door nieuwe stappen te zetten in de richting van «professionalisering» en «internationalisering» van het veiligheidsbeleid en door preventie te versterken en de opsporingskans te vergroten.

6. De relatie tussen elektronische communicatie en milieu

Vanwege het feit dat kwesties als energie- en milieuvraagstukken en de maatschappelijke discussie rondom antennes steeds hoger op de agenda komen te staan bevat deze nota een aparte hoofdstuk over de relatie tussen elektronische communicatie en milieu. Net zoals de sociale dimensie zal het Kabinet deze thematiek de komende tijd prominent op de agenda plaatsen. Op het gebied van antennebeleid worden momenteel nieuwe acties voorbereid die een illustraties zijn van de wijziging in het beleid; meer overleg met lokale besturen, inrichting van een kennisplatform en intensivering van de publieksvoorlichting.

Voor de uitvoering zoekt het Kabinet actief de samenwerking met zijn omgeving. Zo zijn allianties gesloten tussen bedrijven, overheden en wetenschap voor de ontwikkeling van breedbanddiensten, voor het gebruik van ICT in maatschappelijke sectoren als mobiliteit, zorg, onderwijs en veiligheid én om de continuïteit en voorzieningszekerheid van de elektronische communicatienetwerken te garanderen.

Het beleidskader is een uitnodiging aan alle betrokkenen om samen invulling te geven aan «Nederland in Verbinding».

De Minister van Economische Zaken,

J. G. Wijn


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

Vergaderjaar 2004–2005 (26 643, nr. 65).

Naar boven