26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 802 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2021

Als vervolg op de brieven van 23 oktober 20201 en 2 juli 20212, informeer ik uw Kamer over ontwikkelingen omtrent zeekabels en bied ik de Kamer twee rapporten aan: een rapport over vergunningen voor zeekabelaanlandingen3 en een rapport over zeekabels in Nederland4. Ik ga achtereenvolgens in op de ontwikkelingen rond zeekabels en het vergunningentraject voor zeekabelaanlandingen en tot slot de positie van zeekabels in Nederland in relatie tot de Telecommunicatiewet.

1. Zeekabels in Nederland en vergunningenproces

Allereerst wil ik graag stilstaan bij de ontwikkelingen in de zeekabelmarkt van het afgelopen jaar. Met de brief van 23 oktober 2020 is uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken wat betreft zeekabels in Nederland. Er zijn destijds gesprekken gevoerd met de sector waar onder andere uit naar voren kwam dat er geen probleem is wat betreft de beschikbare capaciteit van de zeekabels, maar dat er al jaren geen nieuwe zeekabel is aangeland in Nederland en dat dit mogelijk ligt aan het ingewikkelde proces van aanlanding.

In het afgelopen jaar zijn drie nieuwe zeekabels aangelegd en/of aangekondigd. Dit betreffen twee kabels voor extra datacapaciteit naar het Verenigd Koninkrijk van EuNetworks en British Telecom en een kabel van Zayo ter vervanging van een verouderde kabel, ook tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk. De nieuwe kabels kunnen ieder erg veel datacapaciteit verwerken op steeds hogere snelheden.

Het is goed om te zien dat er nieuwe kabels aanlanden in Nederland. Dit neemt niet weg dat het vergunningenproces ingewikkeld is en een goed overzicht hierover ontbrak. Ik heb daarom door Stratix het bij deze brief gevoegde overzicht laten opstellen met alle benodigde vergunningen, relevante wetgeving en betrokken partijen waar een partij bij het aanlanden van een zeekabel rekening mee moet houden (bijlage 1). Ook heeft Stratix een ideaal proces opgesteld (zie bijlage 2) dat de kans op een succesvol initiatief kan vergroten. Deze informatie wordt tevens via de website van RVO/NFIA beschikbaar gesteld.

Stratix heeft geen knelpunten in het vergunningenproces of de wetgeving gevonden die de aanlanding van zeekabels belemmeren. Wat Stratix in gesprekken wel is tegengekomen, is dat de doorlooptijd van het proces erg lang kan zijn en vaak vertraging oploopt. De doorlooptijd wordt meestal nog langer omdat Rijkswaterstaat en andere belanghebbenden in de praktijk pas laat betrokken worden bij de plannen van de initiatiefnemer. Plannen kunnen daardoor wijzigen omdat Rijkswaterstaat beter zicht heeft op de mogelijke tracés op de Noordzee. Ook moet er rekening gehouden worden met de natuurbeschermingsregels en de kustbescherming bij het aanlanden van de kabel. Als Rijkswaterstaat eerder betrokken wordt bij de plannen van de initiatiefnemer kan er gezamenlijk gekeken worden naar de route en de planning. Met de toegankelijke informatie over het vergunningenproces die nu beschikbaar is wordt hieraan tegemoet gekomen.

2. Zeekabels in relatie tot de Telecommunicatiewet

Met de brief van 2 juli 2021 is uw Kamer geïnformeerd over de regulering van zeekabels op het gebied van veiligheid van de infrastructuur, gezien de belangrijke rol van zeekabels voor de digitale connectiviteit. Na de zomer is een nadere verkenning gedaan naar de zeekabels die in Nederland aanlanden en in hoeverre deze zeekabels zijn aan te merken als onderdeel van een openbaar communicatienetwerk en of bij het aanbieden van telecommunicatiediensten altijd sprake is van een openbare elektronische communicatiedienst in de zin van de Telecommunicatiewet.

Voor het vraagstuk of een zeekabel onder de Telecommunicatiewet (Tw) valt en daarmee gehouden is aan de zorgplicht in hoofdstuk 11a is van belang of sprake is van een openbaar elektronisch communicatienetwerk en/of een openbare elektronische communicatiedienst, omdat hoofdstuk 11a Tw, en meer specifiek de zorgplicht van artikel 11a1 Tw en de meldplicht van artikel 11a.2 Tw, enkel op dergelijke aanbieders van toepassing zijn. Op een geval na zijn alle eigenaren van zeekabels die in Nederland aanlanden geregistreerd bij de ACM als aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk en -dienst (op grond van artikel 2.1 Tw). De eigenaar van de Cobra kabel die van de Eemshaven naar Denemarken loopt, Tennet, is niet geregistreerd als aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, maar haar dochteronderneming Relined, die de glasvezelkabels verhuurt aan derden en waar Tennet Holding enig aandeelhouder van is, wel. Deze aanbieders zijn dus niet alleen gehouden aan de hierboven bedoelde zorgplicht en meldplicht, maar ook aan de lagere regelgeving op grond van hoofdstuk 11a Tw, zoals het Besluit continuïteit openbare elektronische communicatienetwerken en -diensten5, op grond waarvan aanbieders worden verplicht om onder andere een continuïteitsplan te hebben waarin de passende technische en organisatorische maatregelen worden beschreven om de risico’s voor de veiligheid en de integriteit van hun netwerken en diensten te beheersen. Agentschap Telecom (AT) houdt toezicht op de Tw en de daarop gebaseerde lagere regelgeving.

Niet alle diensten die over een kabel worden aangeboden kunnen worden aangemerkt als openbare elektronische communicatiedienst, omdat sommige diensten niet bestemd zijn voor het publiek. In dat geval is geen sprake van openbare dienstverlening. Hierbij kan gedacht worden aan een financieel bedrijf dat voor het afhandelen van transacties capaciteit huurt op een openbare netwerk maar zonder dat zij zelf een openbare dienst aanbieden. Doordat er vele manieren zijn om de capaciteit van een zeekabel te (ver)huren, er een groot scala aan afnemers is6 en het vaak bedrijfsgeheim is van welke kabel partijen gebruik maken kunnen hier op voorhand in algemene zin geen conclusies over worden getrokken.

Er landen in Nederland geen kabels aan die niet zijn aangemerkt als een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Dit kan in de praktijk wel gaan veranderen. Techbedrijven zoals Google en Facebook leggen de laatste jaren private Trans-Atlantische zeekabels aan naar Europa. Omdat zij dermate veel capaciteit nodig hebben voor hun eigen bedrijfsvoering, maakt dat deze investering rendabel wordt. Mocht een private partij voor eigen gebruik (niet zijnde openbare elektronische communicatiediensten) een kabel aanlanden naar Nederland, dan wordt deze kabel niet aangemerkt als onderdeel van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Zodra capaciteit van die kabel verhuurd wordt aan een aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst, wordt de kabel voor dat deel onderdeel van een openbaar elektronisch communicatienetwerk en is de relevante wetgeving van kracht.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok


X Noot
1

Kamerstuk 26 643, nr. 741.

X Noot
2

Kamerstuk 26 643, nr. 770.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
6

Denk hierbij aan andere aanbieders van zeekabels op vergelijkbare routes die reservecapaciteit inkopen, cloud computing aanbieders, dienstverleners over Internet, aanbieders van internationale connectiviteit voor internet transit en grootzakelijke dienstverlening, aanbieders van vaste en mobiele telecomnetwerken, overheden, academische netwerken, financiële dienstverleners en multinationals.

Naar boven