26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 704 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2020

Tijdens het AO Digitalisering van 11 maart jl. is het mogelijke gebruik van de diensten van het Amerikaanse gezichtsherkenningsbedrijf Clearview door Nederlandse organisaties aan de orde geweest. Dit naar aanleiding van berichten hierover in de media.1 Ik heb toen de toezegging gedaan om uw Kamer te informeren over de vraag of overheidsorganisaties gebruik maken van diensten van Clearview.2 Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

Omdat de informatie waarop de media zich baseerden niet te achterhalen was, heb ik bij meerdere overheidsorganisaties een uitvraag gedaan naar het gebruik van diensten van Clearview. Deze uitvraag is bij verschillende medeoverheden (gemeenten, provincies en waterschappen) en Rijksoverheidsorganisaties (ministeries, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen3) gedaan; in totaal betreft dit 470 verschillende organisaties.4 336 van deze organisaties hebben voor de sluiting van het onderzoek op de uitvraag geantwoord.

Op basis van mijn onderzoek kan ik melden dat geen van de overheidsorganisaties die op de uitvraag gereageerd hebben, gebruik heeft gemaakt of plannen heeft gebruik te gaan maken van de diensten van Clearview. Ik maak hierbij de kanttekening dat het niet uit te sluiten is dat een individuele medewerker voor zichzelf een proefaccount van Clearview heeft aangemaakt. Dit is echter nergens onderdeel van het beleid.

Eerder heeft de Minister van Justitie en Veiligheid zich laten informeren over mogelijk gebruik van Clearview door de Nederlandse politie. De Minister van Justitie en Veiligheid gaf in zijn brief van 20 april jl. aan dat de Nederlandse politie niet centraal is benaderd door Clearview, niet op de hoogte is van contacten met het bedrijf en geen producten heeft afgenomen.5

Daarnaast wil ik in deze brief nogmaals benadrukken dat voor de verwerking van biometrische persoonsgegeven strikte wetgeving geldt, waaronder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).6 De AVG regelt dat het verwerken van biometrische persoonsgegevens in beginsel verboden is (art. 9 lid 1). Alleen wanneer voldaan is aan specifieke uitzonderingsgronden kan hiervan worden afgeweken.7 Van overheidsorganisaties mag verwacht worden dat zij op de hoogte zijn van de bestaande wettelijke kaders.

De vraag of de inlichtingen- en veiligheidsdiensten gebruik maken van de diensten van Clearview, kan niet worden beantwoord. Zoals bekend, kunnen in het openbaar geen uitspraken worden gedaan over de werkwijze van de diensten. In voorkomende gevallen kan de Kamer hierover via de geëigende kanalen worden geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Zie onder andere www.nos.nl, 28 februari 2020, «Ook in Nederland gezichtsherkenning met omstreden programma Clearview», https://nos.nl/artikel/2324950-ook-in-nederland-gezichtsherkenning-met-omstreden-programma-clearview.html

X Noot
2

Kamerstuk 26 643, nr. 679.

X Noot
3

Alleen ZBO’s die onder de Kaderwet Zelfstandige Bestuursorganen vallen zijn meegenomen in deze uitvraag.

X Noot
4

Dit getal is exclusief organisaties die direct onder verantwoordelijkheid van een ander bestuursorgaan opereren zoals werkorganisaties voortkomend uit gemeenschappelijke regelingen of uitvoeringsorganisaties van de rijksoverheid. Het verantwoordelijke bestuursorgaan is gevraagd ook namens deze organisaties te reageren.

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2669

X Noot
6

En in het geval van politiediensten o.a. ook de Wet politiegegevens.

X Noot
7

Voor een bredere uiteenzetting van de van toepassing zijnde wettelijke kaders en geldende uitzonderingsgronden verwijs ik naar de brief van 13 maart jl. die ik samen met de Minister voor Rechtsbescherming aan uw Kamer zond (Kamerstuk 26 643, nr. 672).

Naar boven