26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 406 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 april 2016

In het Algemeen Overleg van 20 april 2016 heb ik met leden van uw Kamer gesproken over de lopende pilots eID in het BSN-domein. In het debat werd onduidelijkheid geconstateerd over de looptijden en het evaluatiemoment van deze pilots. Graag verduidelijk ik dat in deze brief.

Het kabinetsbeleid ter zake van eID in het BSN-domein voer ik op basis van een weliswaar krap schema onverkort uit. Alle typen pilots in het BSN-domein1worden, zoals eerder aan u is toegelicht2, vanuit één systematiek geëvalueerd door de commissie Kuipers. Het tijdpad is ongewijzigd dat de commissie Kuipers mij en mijn collega van EZ begin juni over de evaluatie rapporteert. Gelet op het dan inmiddels gerealiseerde aantal uitgereikte middelen en het inmiddels gegroeide en nog verder groeiende gebruik daarvan, verwacht de commissie Kuipers dat er op dat moment voldoende onderzoeksmateriaal is voor een advies aan het kabinet. Mede op basis van dat advies bespreek ik vervolgens voor het zomerreces in het kabinet hoe verder te gaan met de multimiddelenstrategie voor inloggen in het BSN-domein, teneinde aldus de afhankelijkheid van DigiD zo snel als mogelijk te reduceren. Het kabinetsbesluit wordt vervolgens aan u voorgelegd.

Het moment waarop de commissie Kuipers mijn collega van EZ en mij rapporteert over haar evaluatie van de drie typen pilots (begin juni) laat onverlet dat diverse pilots nog doorlopen. Dit op uitdrukkelijk verzoek van de diverse betrokken partijen. Een aantal pilots is, onder andere door aanloopproblemen in de techniek en andere prioriteiten bij de deelnemende dienstenaanbieders en middelenleveranciers, later op gang gekomen dan oorspronkelijk voorzien en met de deelnemers was afgesproken. Doorlopende pilots staan het nemen van een politiek besluit niet in de weg over het wel of niet daadwerkelijk realiseren van de multimiddelenstrategie. De commissie Kuipers verwacht dat, alle pilots tezamen genomen, er begin juni voldoende ervaringen, ook in de praktijk, zijn opgedaan om goed en volledig te evalueren en dat de commissie daarmee over ieder type pilots conclusies kan trekken en aanbevelingen kan doen. De daarna te verzamelen aanvullende ervaringen worden benut om in detail te kijken naar het doorontwikkelen van de bruikbaarheid en de gebruiksvriendelijkheid van de diverse inlogmiddelen in de verscheidenheid van diensten waarvoor de middelen uiteindelijk inzetbaar moeten zijn. Voorts helpen de ervaringen om in samenspraak met de dienstenaanbieders en de middelenleveranciers een zo realistisch mogelijk beeld te ontwikkelen van de snelst mogelijke route om tot een beheerste uitrol te komen in de verschillende sectoren (zorg, sociale zekerheid, belastingen etc.) ingeval van een positief besluit.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

De pilots met publieke middelen (de Nederlandse Identiteitskaart voorzien van een chip en het rijbewijs voorzien van een chip), de pilots met private Idensysmiddelen en de pilots met private bankmiddelen.

X Noot
2

Kamerstuk 26 643, nr. 405

Naar boven